Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 2 december 2025

09:30 - 12:30
Locatie

Brussel

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.04.H

    Essentie / samenvatting:
    De RUD Utrecht heeft namens de provincie Utrecht gehandhaafd op aanwezigheid van speeltoestellen bij de locatie Gravenbol. De SP heeft vragen gesteld over de uitgevoerde handhaving en effecten op de zwemlocatie Gravenbol.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Breur van de SP betreffende Speeltoestellen Gravenbol vast te stellen en te verzenden.

  2. 0.08.H

    Essentie/ samenvatting:
    Bezwaarmaker heeft op 24 juni 2025 een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (hierna: GS) van 16 mei 2025 met betrekking tot het verlenen van een omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is verleend ten behoeve van de sloop van drie woningen en de bouw van elf woningen, op de locatie Streefoordlaan 12, 14, 16 en 18 in Eemnes. De ruimtelijke ingreep gaat gepaard met het opzettelijk doden, het opzettelijk verstoren en het beschadigen en/of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis. Tegen de aantasting worden voldoende maatregelen genomen. De Awb-adviescommissie (hierna: de commissie) heeft op 30 oktober 2025 advies uitgebracht en adviseert dat het besluit in stand kan worden gelaten met een verbeterde motivering van het wettelijk belang.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. conform het advies van de commissie de motivering van het wettelijk belang verbeteren;
    2. het bestreden besluit van 16 mei 2025, briefnummer D-PU-2025-00007809 in te trekken en een nieuw besluit te nemen met de verbeterede motivering van het wettelijk belang ter vervanging van het ingetrokken besluit;
    3. de beslissing op bezwaar, met briefnummer D-PU-2025-00027568 en de omgevingsvergunning, met briefnummer D-PU-2025-00027518, vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de commissie, d.d. 30 oktober 2025, nummer BZW.25.090.001.

  3. 0.14.H

    Essentie/ samenvatting:
    Op 15 februari 2024 is de samenwerkingsovereenkomst Groen Groeit Mee Hollandsche IJssel door gedeputeerde Sterk, namens Gedeputeerde Staten (GS), ondertekend. Binnen deze samenwerkingsovereenkomst werken de provincie Utrecht, gemeenten IJsselstein, Nieuwegein, Utrecht en Montfoort, Staatsbosbeheer en Hoogheemraadschap de Stichtse Rijn landen samen aan het GGM - voorbeeldgebied Hollandsche IJssel. In de samenwerkingsovereenkomst zijn afspraken gemaakt over het uitwerken van een ontwikkelperspectief voor het voorbeeldgebied, inclusief uitvoeringsstrategie met projecten, fasering en bekostigingsvoorstellen.



    De looptijd van deze samenwerkingsovereenkomst gaat tot 31 december 2025. Voor de afronding van het ontwikkelperspectief Hollandsche IJssel en de uitvoeringsagenda, is meer tijd nodig. Daarom is verlenging van de samenwerkingsovereenkomst tot uiterlijk 1juli 2026 nodig. Het projectteam streeft er naar de werkzaamheden en de bestuurlijke besluitvorming medio januari/februari 2026 af te ronden. De huidige bestuurders en colleges kunnen hierdoor vóór de gemeenteraadsverkiezingen op 18 maart 2026 een besluit nemen over de uitkomsten van het Ontwikkelperspectief Hollandsche IJssel.
    Over de verlening heeft de stuurgroep Hollandsche IJssel op 18 september jl. een positief besluit genomen. Om de verlenging in de samenwerking te borgen, is het addendum opgesteld en dient door GS vastgesteld te worden. Na vaststelling door GS kan het addendum door gedeputeerde Sterk tijdens de stuurgroep op 4 december a.s. worden ondertekend.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het addendum, voor verlenging tot 1 juli 2026 als onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst ‘Gebiedsgerichte samenwerking Voorbeeldgebied Hollandsche IJssel, verkenningsfase - Groen Groeit Mee’, vast te stellen en aan te gaan.

  4. 05

    Essentie / samenvatting:
    De heer Nagtegaal heeft schriftelijke vragen ex. art. 51 gesteld met betrekking tot de inzet van Yutong bussen in de concessie Utrecht Buiten en Utrecht Binnen. De vragen hebben betrekking op veiligheid, cyber-risico’s en externe controlemogelijkheden bij de inzet van Yutong-bussen naar aanleiding van een onderzoek uitgevoerd door de Noorse OV-autoriteit Ruter.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Nagtegaal van UtrechtNu! betreffende Veiligheid, cyber-risico’s en externe controlemogelijkheden bij inzet van elektrische Yutong-bussen vast te stellen en te verzenden.

  5. 06

    Essentie / samenvatting:
    Naar aanleiding van de motie 'Evaluatie inzet expertise Vergunningverlening t.b.v. beleid voor natuur en landelijk gebied' d.d. 19 juni 2024 heeft een evaluatie plaatsgevonden. Het college van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) neemt daar kennis van en informeert Provinciale Staten over de bevindingen. De evaluatie trekt twee conclusies. Niet alleen onderschatten interne en externe aanvragers zowel het proces van een vergunningsaanvraag als de wettelijke eisen. Ook zijn de voorbeelden een teken van de toenemende druk op de beschikbare ruimte in het landelijk gebied. Hoewel de ambtelijke organisatie in de afgelopen jaren, zelfs nog tijdens de afgelopen Kadernota, op verschillende onderdelen van het proces rondom vergunningverlening verbeteringen door heeft gevoerd, is deze druk een gegeven waar door alle betrokkenen rekening mee gehouden moet worden. Betrokkenen kwalificeren de inbreng van de expertise van vergunningverlening bij beleidsvorming als positief, en de betrokkenheid wordt niet benoemd als oorzaak van de knelpunten in de motie.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Beantwoording motie Evaluatie inzet expertise Vergunningverlening t.b.v. beleid voor natuur en landelijk gebied’ vast te stellen en ter informatie toe te sturen naar Provinciale Staten.

  6. 07

    Essentie / samenvatting:
    Beslissing op bezwaar naar aanleiding van het besluit van 2 mei 2025, waarmee aan bezwaarmaker kenbaar werd gemaakt dat er door toezichthouders van de RUD Utrecht op 30 april 2025 zeer spoedeisende bestuursdwang was toegepast. Het gaat om het verwijderen van vier aangebrachte lijmbanden aan een kastanjeboom van bezwaarmaker, in verband met de nadelige gevolgen daarvan voor beschermde diersoorten. Vogels en vleermuizen kunnen namelijk aan de lijmbanden blijven plakken, en daardoor onnodig lijden en uiteindelijk overlijden. Het bezwaar is van rechtswege ook gericht tegen ons wijzigingsbesluit van 4 september 2025, omdat met dat besluit niet geheel tegemoet werd gekomen aan het bezwaar. Geadviseerd wordt om overeenkomstig het advies van de Awb-adviescommissie het bezwaar gegrond te verklaren en het besluit van 4 september 2025 te herroepen, voor zover het verzoek om schadevergoeding betreft. In navolging hiervan wordt geadviseerd om overeenkomstig het advies van de Awb-adviescommissie aan bezwaarmaker een schadevergoeding van € 82,95 en een reiskostenvergoeding van € 13,48 toe te kennen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaar gegrond te verklaren en het herziene besluit van 4 september 2025 (briefnummer: D2025- 208969) te herroepen voor zover het verzoek om schadevergoeding betreft en 2. aan bezwaarmaker een schadevergoeding ter hoogte van in totaal € 82,95 toe te kennen, als vergoeding voor de verwijderde lijmbanden (€ 22,95) en als vergoeding voor de kosten in verband met het afzeggen van uw hovenier (€ 60,-);
    3. aan bezwaarmaker een reiskostenvergoeding ter hoogte van € 13,48 toe te kennen;
    4. het verzoek van bezwaarmaker om een schadevergoeding en een vergoeding van gemaakte kosten in verband met de bezwaarschriftprocedure voor het overige af te wijzen;
    5. de beslissing op bezwaar vast te stellen en aangetekend te verzenden;
    6. op grond van artikel 3:49 Algemene wet bestuursrecht verwijzen voor de motivering van de beslissing naar het advies van 7 oktober 2025 van de Awb-commissie.

  7. 09

    Essentie/ samenvatting:
    Op 1 januari 2024 is, tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de Intentieovereenkomst Regionale samenwerkingsafspraken Omgevingswet van start gegaan. Deze werd ondertekend door 38 regionale partners. De overeenkomst loopt af op 31 december 2025. Begin dit jaar is de samenwerking geëvalueerd, wat heeft geresulteerd in het Adviesrapport Regionale Samenwerking.


    Op basis van de aanbevelingen uit dit rapport is een procesmatig convenant opgesteld, gericht op het versterken en bestendigen van de regionale samenwerking op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en de uitvoeringskant van Ruimtelijke Ontwikkeling (RO).


    Het convenant is op 31 oktober 2025 besproken met de samenwerkingspartners in het Bestuurlijk Provinciebreed Samenwerkingsoverleg VTH (PSO-VTH). Hier is unaniem tot inhoudelijke overeenstemming gekomen het Convenant Regionale Samenwerking te ondertekenen voor 1 januari 2026 binnen de eigen colleges en directies. De looptijd van het convenant is vier jaar.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Convenant Regionale Samenwerking bestuurlijk te bekrachtigen door middel van ondertekening.

  8. 10

    Essentie / samenvatting:
    Samen met de gemeente Utrecht en het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft de provincie Utrecht sinds 2019 een gemeenschappelijke regeling Het Utrechts Archief (GR HUA) opgericht. Het ministerie van OCW heeft aangegeven uit alle Regionale Historische Centra’s (RHC’s) te willen treden. De nieuwe Archiefwet (18 februari 2025) geeft hier de mogelijkheid voor. Dat betekent voor de provincie Utrecht dat de huidige samenwerking die de provincie in HUA met OCW en de gemeente Utrecht heeft, na de uittreding van OCW gaat wijzigen: alleen de gemeente en de provincie gaan in HUA door. Bij het wijzigen van een GR geldt de voorgeschreven procedure van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Voor de provincie geldt dat Gedeputeerde Staten (GS) eerst het ontwerp van de regeling GR naar Provinciale Staten (PS) sturen. PS kunnen vervolgens (binnen acht weken) bij GS een zienswijze naar voren brengen. Het voorstel aan PS is om de GR HUA te wijzigen en geen zienswijze in te dienen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel “Ontwerp gemeenschappelijke regeling Het Utrechts Archief (na uittreding OCW) en gelegenheid zienswijze in te dienen” vast te stellen en ter besluitvorming te sturen aan Provinciale Staten.

  9. 11

    Essentie / samenvatting:
    De gezamenlijke provincies en het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) hebben het voornemen om de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) een formeel wettelijke status te geven. Het beheer van de NDFF komt te liggen bij een samenwerkingsorganisatie, de door de provincies op te richten Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringstaken Natuur en Omgeving (GR UNO). Onderdeel van de procedure om deze Gemeenschappelijke regeling te treffen, is het consulteren van de Provinciale Staten van alle provincies via een zienswijzeprocedure. Hierbij worden Provinciale Staten in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze op het ontwerp van de GR naar voren te brengen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. kennis te nemen van de ontwerp Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringstaken Natuur en Omgeving;
    2. Provinciale Staten de mogelijkheid te bieden om zienswijzen in te de dienen (de voorgestelde zienswijzen zijn in het besluit in het Statenvoorstel opgenomen).
    3. het Statenvoorstel “mogelijkheid voor zienswijzen op Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringstaken Natuur en Omgeving” vast te stellen en ter besluitvorming te sturen aan Provinciale Staten.

  10. 12

    Essentie / samenvatting:
    Het concept Uitvoeringsprogramma Agenda Natuurinclusief provincie Utrecht 2026-2029 (UAN) is het verzamelpunt voor al het provinciale beleid dat bijdraagt aan een natuurinclusieve samenleving, waarin natuur integraal onderdeel is van ruimtelijke, sociale en economische opgaven. Met het UAN wordt invulling gegeven aan de IPO-toezegging aan het Rijk om te verkennen of en hoe de landelijke Agenda Natuurinclusief (AN) op provinciaal niveau uitgewerkt kan worden. Het UAN bevat de inzet op 10 beleidsthema’s van de AN, gericht op natuur buiten de beschermde natuurgebieden en beschrijft (een deel van) de provinciale formele en wettelijke taken voor natuur en biodiversiteit op basis van de Omgevingswet. Natuur is hierbij geen “extra” eis, maar een integraal onderdeel van alle opgaven en draagt bij aan bestaande doelen uit de omgevingsvisie en het coalitieakkoord. Het UAN is deels een voortzetting en uitbreiding van de structurele beleidsaanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp (BiSD, 2021). Omdat het om een voortzetting van bestaande beleid gaat en het UAN een vrijwillig uitvoeringsprogramma onder de omgevingsvisie wordt, heeft er geen startgesprek plaatsgevonden en is er geen sprake van ter inzagelegging.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het concept Uitvoeringsprogramma Agenda Natuurinclusief 2026-2029 (UAN) vast te stellen;
    2. de statenbrief Concept Uitvoeringsprogramma Agenda Natuurinclusief 2026-2029 (UAN) vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  11. 13

    Essentie / samenvatting:
    Op 8 december as. vindt de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van de Regionale Ontwikkelmaatschappij Utrecht Region B.V. (ROM Utrecht) plaats. De vergadering staat in het teken van de bestuursovereenkomst 2026-2029, de storting 2026, diverse actualiteiten, het jaarplan en begroting 2026, de voordracht van een nieuw lid van de Raad van Commissarissen (RvC) en het vergaderschema voor 2026. In aanloop van deze AVA wordt gevraagd om een volmachtiging tot het uitbrengen van stemmen op de AVA, het nemen van aandelen in de komende aandelenuitgifte 2026 en het aangaan van de bestuursovereenkomst.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft, besluiten:
    1. de geannoteerde agenda voor de Algemene Vergadering van aandeelhouders op 8 december 2025 vast te stellen en conform de annotatie te stemmen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
    a. Agendapunt 5: Instemming met de benoeming van Mirjam van ’t Veld tot RvC-lid
    b. Agendapunt 6: Instemming met de strategische samenwerking met private beleggers
    2. volmacht en machtiging te geven aan de portefeuillehouder deelnemingen om bij de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 10 december 2025 namens de provincie Utrecht het woord te voeren en conform de geannoteerde agenda te stemmen;
    3. de bestuursovereenkomst ‘ROM Utrecht Region B.V. 2026-2029’, inclusief bijlage(n), vast te stellen en aan te gaan;
    4. volmacht en machtiging te geven aan de portefeuillehouder deelnemingen om op 10 december 2025 (buiten de aandeelhoudersvergadering) namens de provincie Utrecht het aandeelhoudersbesluit te ondertekenen, waarmee provincie Utrecht zich verbindt tot het nemen en betalen van €7 miljoen aan ROM-aandelen in 2026.