Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 1 april 2025

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.05.H

    Essentie / samenvatting:
    Door de BBB en de SGP zijn schriftelijke vragen ex artikel 51 gesteld over de onderbouwing van het nieuwe Faunabeheerplan. Deze vragen hebben, met name, betrekking op de gegevens over de landelijk vrijgestelde soorten. In de beantwoording wordt aangegeven dat, nu het geen provinciaal plan maar een plan van de Faunabeheereenheid (FBE) zelf is, de FBE primair aan zet is om de benodigde gegevens te verzamelen. De provincie heeft hierin alleen een adviserende rol.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden J. Vogel (BBB) en B. van den Dikkenberg ((SGP) over de onderbouwing van het nieuwe Faunabeheerplan vast te stellen en te verzenden.

  2. 0.07.H

    Essentie / samenvatting:
    Bij de verkoop van delen van de voormalige vliegbasis Soesterberg door de provincie Utrecht aan het Utrechts Landschap (hierna: UL) is vastgelegd dat de provincie het eerste recht van koop (voorkeursrecht) heeft op deze gronden als UL deze gronden wil verkopen of zoals in dit geval in een grondruil betrekt. Het stuk grond dat UL wil vervreemden (ruilt met het Rijk) betreft een stuk grond waar de provincie geen belang bij heeft. Het ligt in de overgangszone tussen Camp New Amsterdam (CNA) en de woonwijk op de voormalige Vliegbasis Soesterberg en gaat dienen als ontsluitingsweg van CNA die in eigendom en beheer van het Rijk komt. Deze ontsluitingsweg maakt integraal onderdeel uit van de plannen voor de voormalige vliegbasis en sluit ook aan op de infra van de woonwijk. De provincie ontwikkelt de woonwijk, maar verkoopt haar gronden aan ontwikkelaars/kopers van kavels en levert de openbare ruimte aan de gemeenten Zeist en Soest. In dit kader heeft PU ook geen enkel belang bij eigendom van de grond dat UL nu ruilt met het Rijk. Wij hebben wel belang bij de inrichting en het gebruik van de betreffende grond wordt gewaarborgd door vestiging van “kwalitatieve verplichtingen” in de notariële akte.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten af te zien van het eerste recht van eerste koop op een perceel grond van het Utrechts Landschap ter grootte van 7100 m2 ten oosten van Camp New Amsterdam, aangezien de provincie geen belang heeft bij de eigendom van dit stuk grond.

  3. 0.08.H

    Essentie / samenvatting:
    Het gebied Arnhem Nijmegen Foodvalley is door het Rijk aangewezen als NOVEX-gebied. Om deze opgave ten uitvoer te kunnen brengen is een samenwerkingsverband gesloten tussen 26 gemeenten, 3 waterschappen en 2 provincies. Gezamenlijk werken de partijen aan de opdracht van het Rijk. Een van de partijen, provincie Gelderland, is hierbij aangewezen als de Penvoerder. De Penvoerder voert namens de samenwerkende partijen rechtshandelingen uit, zoals het sluiten van overeenkomsten. Door middel van het verlenen van een mandaat/volmacht met dit mandaat- en volmachtbesluit, wordt de Penvoerder in staat gesteld deze rechtshandelingen juridisch afgedekt, namens de provincie Utrecht, uit te voeren en de bijdrage van de provincie Utrecht te besteden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten respectievelijk de Commissaris van de Koning besluiten, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft:
    1. het mandaat- en volmachtbesluit terzake samenwerking project Arnhem Nijmegen Foodvalley, met nummerUTSP-1745350103-45333, vast te stellen.

  4. 0.09.H

    Essentie/ samenvatting:
    Twee bezwaarmakers hebben op 5 en 14 september 2024 bezwaar aangetekend tegen het besluit van 15 augustus 2024 van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) met betrekking tot de verleende ontheffing voor het opzettelijk beschadigen en/of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de das, ten behoeve van de bouw van vijf woningen, op de locatie 1e Heezerlaantje 9A t/m 9E in Soest. De Awb-adviescommissie (hierna: de commissie) heeft op 4 maart 2025 uitgebracht en acht de bezwaargronden, met betrekking tot de alternatieven- en belangenafweging, gegrond. De bezwaargronden gericht op het ecologisch onderzoek, voorschriften en de cumulatieve effecten zijn volgens de commissie ongegrond. De commissie adviseert om het motiveringsgebrek te herstellen en een nieuw besluit te nemen.

    Besluit

    GS besluiten:
    De bezwaren van de Stichting Behoud Overhees
    1. conform het advies van de commissie het door bezwaarmakers ingediende bezwaarschriften gegrond te verklaren;
    2. het bestreden besluit van 15 augustus 2024, briefnummer D-PU-2024-00003647 in te trekken en een nieuw besluit te nemen;
    3. de beslissing op bezwaar, met briefnummer D-PU-2025-00006502 en de omgevingsvergunning, met briefnummer D-PU-2025-00006585, vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de commissie, d.d. 4 maart 2025, nummer BZW.24.052.001.


    De bezwaren van A.H. Prins
    1. conform het advies van de commissie het door bezwaarmakers ingediende bezwaarschriften gegrond te verklaren;
    2. het bestreden besluit van 15 augustus 2024, briefnummer D-PU-2024-00003647 in te trekken en een nieuw besluit te nemen; 3. De beslissing op bezwaar, met briefnummer D-PU-2025-00006557, en de omgevingsvergunning, met briefnummer D-PU-2025-00006585, vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de commissie, d.d. 4 maart 2025, nummer BZW.24.054.001.

  5. 0.10.H

    Essentie / samenvatting:
    Vanwege problematische kantorenleegstand is vanaf begin 2014 door de provincie Utrecht ingezet op de afname van de leegstand van kantoren door het inperken van de plancapaciteit en door de inzet op de transformatie van leegstaande, incourante kantoren naar andere bestemmingen. Sindsdien is de kantorenmarkt veranderd. Recent zijn door de provincie Utrecht de Behoefteraming kantoren (2023) en de Vastgoedmonitor (2024) geactualiseerd en is een evaluatie van het provinciaal kantorenbeleid uitgevoerd. Dit geeft aanleiding om het kantorenbeleid van de provincie Utrecht te herijken. Met dit besluit worden de concept beleidswijzigingen voor het kantorenbeleid vastgesteld voor verwerking in de aankomende wijziging van de Omgevingsvisie en wijziging van de Omgevingsverordening.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    het statenvoorstel ‘Aanpassing provinciaal kantorenbeleid’ en de notitie ‘Concept-uitwerking aanpassing kantorenbeleid provincie Utrecht’ vast te stellen en voor te leggen ter besluitvorming aan Provinciale Staten, met in dit statenvoorstel de volgende beslispunten:
    1. het huidige kantorenbeleid aan te passen op basis van de volgende uitgangspunten:
    A. het verruimen van de mogelijkheden voor nieuwe kantoren op kantoorlocaties met veel marktvraag;
    B. het behouden of verminderen van kantoren op kantoorlocaties met geen of een negatieve marktvraag;
    C. gebruik te maken van de leidende principes: streven naar een gezond leegstandsniveau, concentratie van kantoorontwikkeling op OV-knooppunten en gemengde gebieden en het verminderen van de kantorenvoorraad op incourante locaties.
    2. de notitie ‘Concept-uitwerking aanpassing kantorenbeleid provincie Utrecht’ vast te stellen als bouwsteen voor de actualisatie van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening en het op te stellen programma Economie;
    3. gedeputeerde Staten opdracht te geven de onder beslispunt 2 genoemde notitie in samenhang met het overige omgevingsbeleid te verwerken in de Ontwerp-omgevingsvisie en te vertalen in uitvoerbare regels in de Ontwerp-omgevingsverordening.

  6. 0.11.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 10 november 2021 is Motie 98 ‘Een versnelling in de Ontwikkeling van (Vervoers-) Knooppunten’ door Provinciale Staten aangenomen. De motie vraagt om zelf actiever regie te voeren op de versnelde ontwikkeling van (vervoers-)knooppunten, naast het verstrekken van subsidies aan gemeenten en bij initiatieven van derden. In september 2022 is deze motie beantwoord middels een Statenbrief. Bij de behandeling van deze Statenbrief werd de aanvullende oproep gedaan naar meer duidelijkheid over de borging van knooppuntontwikkeling in het (toekomstige) provinciale mobiliteitsbeleid. Met deze nieuwe Statenbrief wordt opnieuw toegelicht hoe invulling is gegeven aan deze motie en de aanvullende oproep.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Afdoening motie 98 'Een Versnelling in de Ontwikkeling van (Vervoers-)Knooppunten' en borging BBP’ vast te stellen en deze ter informatie aan Provinciale Staten te sturen.

  7. 0.14.H

    Essentie / samenvatting:
    Momenteel werkt de provincie Utrecht met het Rijk en gemeenten aan de Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) verkenning OV en Wonen en het MIRT-onderzoek A12-zone in samenhang met Rijnenburg. Deze projecten zijn onderdeel van het programma U Ned waarin wordt gewerkt aan maatregelen voor de regio's Utrecht en Amersfoort op het gebied van wonen, werken, bereikbaarheid en leefbaarheid. In de Statenbrief wordt stilgestaan bij de voortgang van de MIRT-verkenning en het participatieproces voor de MIRTverkenning.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “Stand van zaken en participatie MIRT-verkenning” vast te stellen en deze te versturen naar Provinciale Staten.

  8. 03

    Essentie / samenvatting:
    Er is een subsidieregeling Klimaatslim Boeren Groene Hart provincie Utrecht 2025-2027 opgesteld om uitvoering te kunnen geven aan het project Klimaatslim Boeren Groene Hart. Aanvragen voor een subsidie kunnen worden ingediend vanaf 1 mei 2025. Agrarische samenwerkingsverbanden kunnen dan middelen aanvragen voor het starten van polderprocessen en uitvoering van maatregelen in het kader van de Regionale Veenweidenstrategie, het Bodem- en waterprogramma en het Utrechts Programma Landelijk Gebied. Daarmee wordt een belangrijke stap gezet om energie in de veenweidengebieden vast te houden en vanuit de succesvolle bottom-up aanpak in polders aan de slag te blijven gaan.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Subsidieregeling Klimaatslim Boeren Groene Hart provincie Utrecht 2025-2027 vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal blad;
    2. de Statenbrief Subsidieregeling Klimaatslim Boeren Groene Hart provincie Utrecht 2025-2027 vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  9. 04

    Essentie / samenvatting:
    Stellers hebben vragen over de bescherming van het Soesterveen en de grens van het Stedelijk gebied. De vragen zijn gesteld in navolging van plannen voor woningbouw aan de rand van dit gebied.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden Travaille van Partij voor de Dieren en van Elteren van Groen Links betreffende Bescherming Soesterhoogveen vast te stellen en te verzenden.

  10. 12

    Essentie / samenvatting:
    In het coalitieakkoord is opgenomen dat Gedeputeerde Staten onderzoek doen naar landbouwverkeer door dorpskernen. Dit heeft geresulteerd in een onderzoeksrapport naar de problematiek van drie dorpskernen. Provinciale Staten worden hierover geïnformeerd. De conclusie van dat onderzoek is dat de provinciale infrastructuur voor een deel de problematiek binnen in ieder geval twee dorpskeren kan oplossen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief (land)bouwverkeer in dorpskernen vast te stellen en met de onderzoeksrapportage (land)bouwverkeer in dorpskernen, ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  11. 13

    Essentie / samenvatting:
    In het kader van de sociaaleconomische impactanalyse (SEIA) van het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) zijn twee rapporten gepubliceerd. Hierover wordt PS per Statenbrief geïnformeerd.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de rapporten voor kennisgeving aan te nemen;
    2. de Statenbrief publicatie rapporten sociaaleconomische impactanalyse UPLG met de rapporten aan PS te sturen.

  12. 15

    Essentie / samenvatting:
    In 2007 is het Coördinatiebureau Groene Hart opgericht als werkorganisatie van de provincies Utrecht, ZuidHolland en Noord-Holland. In de voorliggende ‘Samenwerkingsovereenkomst (SOK) inzake Coördinatiebureau het Groene Hart’ versie 2.0, 1 maart 2025, worden de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de samenwerking ten aanzien van de financiering en het beheer van het Coördinatiebureau vastgelegd, evenals inhoudelijke en procedurele afspraken over de uitvoering van de taken door het Coördinatiebureau.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Samenwerkingsovereenkomst inzake Coördinatiebureau het Groene Hart 2025 vast te stellen en aan te gaan;
    2. de vorige samenwerkingsovereenkomst inzake Coördinatiebureau het Groene Hart te beëindigen.

  13. 16

    Essentie/ samenvatting:
    De provincie Utrecht is gestart met de voorbereiding voor inrichting van de Voorveldse Polder Oost. Doel is de aanleg van natuur (NNN) en groenblauwe dooradering. Het Gebiedsplan Voorveldsepolder van de gemeente geldt als vertrekpunt. De samenwerking in de Voorveldse Polder Oost met provincie, gemeente en waterschap wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Hierin staan duidelijke afspraken over de doelen, organisatie, geld en beschikbaarheid van de gronden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Samenwerkingsovereenkomst Voorveldse Polder Oost vast te stellen en aan te gaan;

  14. 18

    Essentie / samenvatting:
    Onderdeel van een integere organisatie is transparantie, daarom is in de gedragscode voor GS vastgelegd dat geschenken worden geregistreerd. Deze informatie wordt openbaar gemaakt zodat iedereen kan zien welke geschenken zijn ontvangen en wie de gever van het geschenk is. Dit overzicht betreft het vierde kwartaal 2024.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. vast te stellen dat er in het vierde kwartaal 2024 geen geschenk boven de €50,- is ontvangen;
    2. vast te stellen het overzicht van de door het college van GS ontvangen geschenken in het vierde kwartaal 2024 en dit overzicht te publiceren op de provinciale website.