Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 8 juli 2025

09:30 - 12:30
Locatie

Loosdrecht

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.08.H

    Essentie / samenvatting:
    De vragen over de saldering van rode en groene projecten in het programma Hart van de Heuvelrug, het functioneren van het ecoduct Boele Staal (specifiek voor de toegankelijkheid van het edelhert) en de uitgangspunten van het programma Hart van de Heuvelrug worden beantwoord.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex. art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Travaille van Partij voor de Dieren betreffende de “saldering, functioneren ecoduct Boele Staal en uitgangspunten Hart van de Heuvelrug” vast te stellen en te verzenden.

  2. 0.12.H

    Essentie/ samenvatting:
    Tijdens de uitwerking van het N201-tracé met de fietstunnel (Programma Toekomst N201, studiefase 3: motie 117 Fietstunnel Mijdrecht) zijn de maatregelen voor de bescherming van de Watertransportleiding RijnKennemerland (WRK), de bereikbaarheid van het tankstation en de bereikbaarheid van een aantal particuliere percelen concreter geworden. Als gevolg hiervan wordt voorgesteld het tracé te verschuiven ten zuiden van het huidige tankstation, een tweede aansluiting te realiseren ter hoogte van het tankstation en de aansluitingen vorm te geven als een meerstrooksrotonde. Met dit tracé wordt de kern van Mijdrecht beter bereikbaar én wordt een volwaardige aansluiting voor het tankstation en de aanwezige particuliere percelen gerealiseerd. De wijzigingen voor het tracé passen binnen het beschikbare budget van € 71,1 miljoen (ex. BTW, P85, prijspeil 2024). Het deelproject 2 Mijdrecht is aangewezen als complex project en wezenlijke wijzigingen van het tracé dienen ter besluitvorming voorgelegd te worden aan Provinciale Staten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel Toekomst N201 deelproject Mijdrecht, ontwerp optimalisatie vast te stellen en ter besluitvorming voor te leggen aan Provinciale Staten.

  3. 0.16.H

    Essentie / samenvatting:
    De gemeenten binnen de regio U10, binnen de regio Amersfoort, de gemeenten Renswoude, Rhenen, Veenendaal en de provincie Utrecht zetten zich met de ondertekening van intentieovereenkomsten gezamenlijk in voor de realisatie van een vlot, veilig en comfortabel Regionaal fietsnetwerk in de periode 2025- 2029. De intentieovereenkomsten geven de deelnemende gemeenten en de provincie meer zekerheid en inzicht over de inzet van middelen op de in de intentieovereenkomsten opgenomen fietsinfrastructuurprojecten. Deze intentieovereenkomsten sluit de provincie af met twee regio's en de drie genoemde gemeenten, zodat in de bestuurlijke overleggen de voortgang besproken kan worden. De ondertekening vindt plaats op één tekenmoment tijdens een bijeenkomst van het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad (UVVB) op 9 oktober 2025 met alle gemeenten en de provincie. De provinciale subsidieregeling Bereikbaarheid blijft het toetsingskader voor het verstrekken van financiële bijdragen aan de in de intentieovereenkomsten opgenomen projecten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de intentieovereenkomsten ‘Betreffende samenwerking regio U10, regio Amersfoort, de gemeenten Renswoude, Rhenen, Veenendaal en de provincie Utrecht voor realisatie van fietsinfrastructuurprojecten in de periode 2025-2029’ vast te stellen en aan te gaan;
    2. de bijbehorende Statenbrief ‘Intentieovereenkomsten betreffende samenwerking regio U10, regio Amersfoort, de gemeenten Renswoude, Rhenen, Veenendaal en Provincie Utrecht over de kwaliteitsverbetering van het Regionaal fietsnetwerk’ vast te stellen en ter informatie te sturen aan Provinciale Staten.

  4. 0.20.H

    Essentie/ samenvatting:
    Op 30 november 2023 heeft de heer Roncken vanuit zijn rol als provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit het advies ‘Parkeren in Stijl’opgeleverd aan Gedeputeerde Staten. Het advies gaat over het parkeren in het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Parkeren is van groot belang voor de toegankelijkheid van dit nationaal park. De keerzijde is dat door het toenemend aantal bezoekers de natuur en biodiversiteit onder druk staan. Het advies ‘Parkeren in Stijl’ zet in op een heldere verdeling van de ruimte, waarin een goede balans gezocht wordt in de ruimtelijke vorm van paden, wegen en parkeerplaatsen passend bij de omgeving om zo mens en natuur te reguleren. De locaties Boswachterij Austerlitz en Zuylesteinse bos zijn aangemerkt als pilotlocaties. Via deze brief worden Provinciale Staten geïnformeerd over de stand van zaken.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Stand van zaken Parkeren in Stijl’ vast te stellen en ter informatie toe te sturen naar Provinciale Staten.

  5. 0.21.H

    Essentie / samenvatting:
    In de Statenbrief Uitwerking Motie 24-130 (Duurzame agrarische vertegenwoordiging in de waterschappen) is te vinden hoe de motie 24-130 is uitgewerkt.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Uitwerking Motie 24-130 (Duurzame agrarische vertegenwoordiging in de waterschappen) vast te stellen en te sturen aan provinciale staten.

  6. 0.23.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 18 december 2024 hebben Provinciale Staten de Startnotitie wijziging Omgevingsvisie en Omgevingsverordening vastgesteld. Vooruitlopend op die inhoudelijke wijziging wordt de Omgevingsverordening op grond van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Utrecht 2024gewijzigd. Volgens het Delegatiebesluit hebben Gedeputeerde Staten de bevoegdheid van Provinciale Staten gekregen om de Omgevingsverordening op ondergeschikte onderdelen (teksten en werkingsgebieden) te wijzigen. Het Ontwerp wijziging Omgevingsverordening op grond van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Utrecht 2024 heeft van 25 maart 2025 tot en met 5 mei 2025 ter inzage gelegen. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn er twee zienswijzen binnengekomen. Over deze zienswijzen is een concept Nota van beantwoording opgesteld. In de concept Nota van beantwoording zijn ook een aantal ambtshalve wijzigingen opgenomen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Nota van beantwoording over zienswijzen op Ontwerp wijziging Omgevingsverordening op grond van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Utrecht 2024 vast te stellen. De wijziging Omgevingsverordening op grond van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Utrecht 2024 vast te stellen en conform de vereisten uit de Omgevingswet bekend te maken en beschikbaar te stellen in het Omgevingsloket/Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en op 1 augustus 2025 (uiterlijk 1 september 2025) in werking te laten treden;
    2. de Statenbrief ‘Vaststelling Wijziging Omgevingsverordening op grond van het Delegatiebesluit provincie Utrecht 2024 en Nota van beantwoording’ vast te stellen en ter kennisname toe te zenden aan Provinciale Staten.

  7. 03

    Essentie / samenvatting:
    Op 19 juni 2024 hebben Provinciale Staten het Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Utrecht 2024 vastgesteld. In het Delegatiebesluit delegeren Provinciale Staten een aantal specifiek genoemde bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten (o.g.v. artikel 2.8 Omgevingswet). Naar aanleiding van de ervaringen met het wijzigen van de Omgevingsverordening op grond van het Delegatiebesluit, wordt voorgesteld om het Delegatiebesluit op onderdelen te wijzigen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel Vaststelling Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Utrecht 2025 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

  8. 04

    Essentie / samenvatting:
    Het ‘Ontwerpbesluit tot wijziging van het Natuurbeheerplan 2025’, heeft na vaststelling door GS op 17 maart 2025, gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Op het ontwerpbesluit zijn door 8 indieners zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota van beantwoording. Twee van de zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het besluit. Het grootste deel van de verzoeken heeft geen betrekking op gewijzigde onderdelen van het Natuurbeheerplan 2025 en het ontwerp Natuurbeheerplan 2026. Deze verzoeken betreffen voorstellen voor nieuwe aanpassingen van het Natuurbeheerplan en zullen worden betrokken bij het samenstellen van het Ontwerp Natuurbeheerplan 2027 en de wijzigingen van het Natuurbeheerplan 2026. Als deze ingediende voorstellen leiden tot aanpassingen in het Natuurbeheerplan, zullen deze met terugwerkende kracht tot 1-1-2026 in het Natuurbeheerplan 2026 worden doorgevoerd.


    Het Natuurbeheerplan vormt het toetsingskader voor het verlenen van subsidies voor agrarisch natuurbeheer, het beheer van natuurterreinen, inrichting en kwaliteitsverbetering van natuurterreinen, functieverandering van landbouwgrond naar natuur en de aankoop en ontpachting van landbouwgrond ten behoeve van functieverandering naar natuur. Het Natuurbeheerplan, met name de daarbij behorende kaarten, geeft aan waar en voor welke natuurdoelen subsidie mogelijk is.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Nota van beantwoording van de zienswijzen ‘Ontwerpbesluit tot wijziging van het Natuurbeheerplan 2025’ vast te stellen en de indieners hierover per brief te informeren;
    2. het Besluit tot wijziging van het Natuurbeheerplan 2025 vast te stellen en te publiceren;
    3. de Statenbrief vast te stellen en met de Nota van beantwoording zienswijzen en het Natuurbeheerplan 2026 te sturen aan Provinciale Staten;
    4. alle percelen op de kaart 1. ‘Te ontwikkelen natuur’ van het Natuurbeheerplan 2026 die zijn aangemerkt als ‘te ontwikkelen natuur’, ‘te ontwikkelen natuur zoekgebied (Groene contour)’ of ‘te ontwikkelen natuur zoekgebied (NNN)’ aankoopwaardig te verklaren gedurende de looptijd van het Natuurbeheerplan 2026;
    5. alle percelen op de kaart 1. ‘Te ontwikkelen natuur’ van het Natuurbeheerplan 2026 in bezit van de provincie die zijn aangemerkt als ‘reeds aanwezige natuur’, verkoopwaardig te verklaren gedurende de looptijd van het Natuurbeheerplan 2026.

  9. 05

    Essentie / samenvatting:
    Op 14 januari jl. hebben GS aangekondigd vóór 15 juli 2025 een besluit te nemen over eventuele aanvullende gebieden voor windenergie in het kader van de RES-doelen. Met deze brief wordt PS op de hoogte van de ontwikkelingen in de drie regio’s . Voor de RES-regio U16 is het niet nodig om als provincie aanvullende gebieden voor projectbesluiten aan te wijzen. Voor gemeenten Lopik, Montfoort, Woerden en Vijfheerenlanden hebben wij per gebied een minimale opwek bepaald waarbij aangesloten wordt op recent genomen raadsbesluiten. Daarmee wordt het bod van U16 grotendeels gehaald en is het niet nodig aanvullende projectbesluiten te nemen voor andere gebieden dan waar de gemeenten zelf windenergie mogelijk maken. Voor Lopik zal de provincie, op verzoek van de gemeente, het bevoegd gezag op zich nemen, voor de gemeente Vijfheerenlanden is de verwachting dat de provincie afziet van haar wettelijke bevoegdheid en de gemeente zelf de procedure voortvarend zal doorlopen en voor het gebied in Woerden en Montfoort wordt na de zomer besloten wie het bevoegd gezag is. Vanwege planuitval windenergie langs de A28 door het besluit van het Ministerie van Defensie wordt het bod in regio Amersfoort niet gehaald. Omdat gemeenten ten tijde van de Tussenbalans II nog een gezamenlijk plan voor de volledige opgave hadden, maar dit buiten de invloedssfeer van RES-regio Amersfoort geen doorgang heeft kunnen vinden, wordt op dit moment geen projectprocedure vervolgd in deze regio. De regio wordt opgeroepen plannen voor duurzame opwek aan te vullen met nieuwe plannen. Samen met de regio worden alle in het planMER windenergie onderzochte gebieden in de regio beoordeeld en niet alleen de ‘meest kansrijke gebieden voor windenergie’ zoals vastgesteld door GS in 2024. De provincie neemt hierin het voortouw; de gemeenten kunnen ook met aanvullende plannen voor zonne-energie komen. Medio 2026 moeten de gebieden gekozen zijn die perspectief geven op het halen van 0,5 TWh. In regio Foodvalley blijkt het nodig de plannen aan te vullen door aan te sluiten op de planvorming die de gemeente Wageningen hiervoor doorloopt in het gebied in Rhenen (99). Ten slotte stellen GS de voortgangsrapportages RES Amersfoort en RES Foodvalley vast.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. binnen de regio Foodvalley samen met Wageningen de vervolgstappen voor een ruimtelijke procedure te doorlopen voor het ‘meest kansrijke gebied voor windenergie’ met nummer 99 in de gemeente Rhenen;
    2. waardering uit te spreken voor de eigen initiatieven van de gemeenten Lopik, Montfoort, Woerden en Vijfheerenlanden, om windenergie voor 2030 mogelijk te maken en deze te ondersteunen waarbij de provincie uitgaat van de volgende minimale opwek: a. 70 GWh rondom bedrijventerrein de Copen in Lopik b. 110 GWh in gebied 24 in Woerden en Montfoort c. 80 GWh in gebieden 57 en 59 en/of aansluitend op bestaand park Autena;
    3. de in het tweede beslispunt genoemde gemeenten te verzoeken om in hun procedures ruimte te houden om de resterende 10 GWh opwek die nodig is om het bod van de regio te halen;
    4. voor eventuele projectbesluiten voor windenergie in de regio Amersfoort alle in het planMER windenergie Provincie Utrecht onderzochte gebieden nader te beoordelen;
    5. met RES-regio Amersfoort gebieden voor windenergie verder te onderzoeken en indien de regio medio 2026 de planuitval onvoldoende heeft opgevangen, voor het aanvullende deel projectprocedures te vervolgen;
    6. de voortgangsrapportages RES Amersfoort en Foodvalley vast te stellen;
    7. de Statenbrief Noodzaak aanvullende projectbesluiten windenergie vast te stellen en toe te zenden aan PS.

  10. 06

    Essentie / samenvatting:
    Op 23 mei 2025 is het ontwerp van de nationale beleidsvisie Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) bekend gemaakt. Hieruit blijkt dat binnen de provincie Utrecht ruimte wordt gezocht voor deze defensieactiviteiten: laagvlieggebied helikopters, uitbreiding helikopterlandingsplaatsen op de oefenterreinen Leusderheide en Vlasakkers, uitbreiding van het raccordement Vlasakkers, uitbreiding van het pijpleidingdepot Klaphek en uitbreiding van de mogelijkheden om te graven op oefenterreinen. Er wordt voorgesteld om een zienswijze in te dienen en hierover een Statenbrief te sturen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de zienswijze op het Ontwerp Nationaal Programma Ruimte voor Defensie vast te stellen en te verzenden;
    2. de Statenbrief 'zienswijze op het Ontwerp Nationaal Programma Ruimte voor Defensie' vast te stellen en te versturen aan Provinciale Staten.

  11. 07

    Essentie / samenvatting:
    De vragen gesteld door de Partij voor de Dieren betreffen de DNA-analyse mogelijkheden bij dit incident evenals de werkwijze van het laboratorium dat de analyse heeft uitgevoerd. De beantwoording maakt helder dat het beschikbare monster materiaal van voldoende kwantiteit en kwaliteit was om de wolf tot op individu te kunnen analyseren. Tevens maakt de beantwoording helder dat het laboratorium professioneel te werk gaat. De vragen hebben verder met name betrekking op: werkwijze piketdienst, advies deskundigen en de relatie met interventierichtlijnen en vergunningsprocedure. De beantwoording maakt helder hoe de piketdienst heeft gefunctioneerd en welke aspecten deskundigen momenteel onderbouwen ten behoeve van de vergunningsprocedure. De vergunning wordt door Gedeputeerde Staten verleend en indien nodig door de rechter getoetst.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex. art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Batteau (Partij voor de Dieren) betreffende voorbereiding afschotvergunning wolf Bram door provincie Utrecht vast te stellen en te verzenden.

  12. 09

    Essentie / samenvatting:
    Om de behandeling van aangenomen moties door Provinciale Staten te monitoren, wordt aan Provinciale Staten een lijst voorgelegd met een voorstel tot het afdoen van moties.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel ‘Motielijst’ vast te stellen en ter besluitvorming toe te sturen aan Provinciale Staten.

  13. 10

    Essentie / samenvatting:
    Voor het ontwikkelen van de woningbouwgebieden Spoorzone en A1-zone in Amersfoort zijn investeringen in bereikbare woningen nodig. Het Rijk reserveerde € 65 miljoen (incl. BTW) voor het mobiliteitspakket dat bijdraagt aan de bouw van 8.500 woningen. Om de regionale cofinanciering rond te krijgen vraagt de gemeente Amersfoort aan de provincie om aan het mobiliteitspakket bij te dragen. De gemeente Soest vraagt een bijdrage voor het project Soest Zuid. Door het stoppen van het project Westelijke Ontsluiting Amersfoort ontstaat financiële ruimte om te voorzien in bijdragen aan Amersfoort en Soest en het bestemmen van de resterende middelen voor de opgave op het gebied van bereikbare woningen in de regio Amersfoort. Met het Statenvoorstel over Mobiliteitsmaatregelen voor grootschalige woningbouwlocaties wordt een bijdrage voor de gemeenten Amersfoort en Soest en de reservering van middelen voor bereikbare woningen mogelijk gemaakt.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel “Mobiliteitsmaatregelen voor grootschalige woningbouwlocaties Amersfoort” vast te stellen en samen met bijlage “Overzicht mobiliteitsmaatregelen NOVEX-pakket Amersfoort” ter besluitvorming aan Provinciale Staten voor te leggen.

  14. 11

    Essentie/ samenvatting:
    De provincie streeft naar voldoende woningen en voldoende locaties voor bedrijven, beide van voldoende kwaliteit. Om hier invulling aan te geven is in de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening gekozen voor het instrument van provinciaal programmeren. Hierbij stelt de provincie in samenspraak met gemeenten en regio’s een Provinciaal Programma Wonen en Werken op waarin wordt vastgelegd waar in de provincie woningen en bedrijventerreinen kunnen komen en welke randvoorwaarden daarbij gelden.


    Met Provinciale Staten is afgesproken dat zij voorafgaand aan elk programma een nieuw Kader vaststelt, waarin de kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden voor het nieuwe programma worden vastgelegd. Met het voorliggende statenvoorstel wordt PS in de gelegenheid gesteld dit nieuwe Kader vast te stellen. Dit nieuwe Kader is vooral een actualisatie en bevat een beperkt aantal wijzigingen ten opzichte van het vorige kader.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel voor het Kader voor Provinciale Programmering Wonen en Werken 2026 vast te stellen en ter besluitvorming aan Provinciale Staten te verzenden.

  15. 13

    Essentie / samenvatting:
    Op 20 maart 2024 is motie M24-28 aangenomen, waarin gevraagd wordt om meer focus aan te brengen op het onderwerp innovatie in relatie tot het vastgestelde Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029. Hiervoor is een afwegingsleidraad opgesteld die helpt bij het aanbrengen van focus op innovaties. Daarbij is een achtergrondrapport gemaakt met innovatietheorie en innovatievoorbeelden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘beantwoording motie M24-28’ vast te stellen en deze ter informatie aan Provincie Staten te sturen.

  16. 14

    Essentie / samenvatting:
    Met de recente natuurbranden in Nederland, dit voorjaar (waaronder die bij Ede, op 3 april jl.), is weer duidelijk geworden hoe urgent het is om het risico op een onbeheersbare natuurbrand te beperken door preventieve maatregelen. In de provincie Utrecht speelt het risico op natuurbranden vooral op de Utrechtse Heuvelrug, na de Veluwe het één na grootste aaneengesloten bos- en heidegebied van Nederland. Kenmerkend voor het gebied is de grote verwevenheid tussen natuur en gebruiksfuncties zoals wonen, zorg, recreatie en dergelijke.


    Met de Statenbrief worden Provinciale Staten op de hoogte gebracht van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van natuurbrandbeheersing en de stand van zaken van de gezamenlijke aanpak natuurbrandbeheersing op de Utrechtse Heuvelrug. Er komt steeds meer zicht op de preventieve maatregelen die nodig zijn om tot een brandveiliger situatie te komen op de Utrechtse Heuvelrug. Om daadwerkelijk tot uitvoering van het gehele pakket aan noodzakelijke maatregelen te komen, is de volgende stap om voldoende capaciteit en financiële middelen beschikbaar te krijgen en de governance goed te organiseren. Dit alles vergt nog de nodige inspanning van alle betrokken partijen. In de tussentijd doen partijen hun uiterste best om met het geld dat al wel beschikbaar is de reeds ingezette sporen door te zetten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Aanpak natuurbrandbeheersing Utrechtse Heuvelrug vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te versturen.

  17. 15

    Essentie/samenvatting:
    Na het vaststellen van de Regionale Veenweiden Strategie (RVS) in 2022 heeft de Provincie Utrecht samen met de waterschappen de nodige stappen gezet om de bodemdaling in de Provincie Utrecht te remmen en de CO2 uitstoot uit veenbodems tegen te gaan. Deze Statenbrief geeft aan waar we staan in het realiseren van de opgave, welke nieuwe kennis is opgedaan en hoe we verder gaan, ook in relatie tot het Utrechts Programma Landelijk Gebied en de herziening van de Omgevingsvisie. Een versnelling is nodig van de aanpak om te komen tot voldoende doelbereik.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. een versnelling te realiseren in de aanpak van het verhogen van grondwaterstanden in de veenweidegebieden in de provincie Utrecht en de voorstellen voor de versnelling verder uit te werken in de op te richten Taskforce met provincie Utrecht en de Utrechtse waterschappen als voornaamste partners;
    2. de beleidswijzigingen te verankeren in het nieuwe Utrechts Programma Landelijk Gebied en de Omgevingsvisie;
    3. de Statenbrief “Voortgang aanpak bodemdaling en veenweide” vast te stellen en met de bijlage ter informatie naar PS te sturen.

  18. 17

    Essentie / samenvatting:
    De provincie Utrecht (hierna: de provincie) stelt jaarlijks een rapportage op over het openbaar vervoer (hierna: ov), waarvan de provincie concessieverlener is. Hierin worden de staat en ontwikkelingen van het ov met feiten en cijfers in kaart gebracht. De rapportage over 2024 is bijgevoegd. Naast een verslag aan Provinciale Staten, wordt de rapportage breed gedeeld (in ieder geval via de provinciale website) en is deze voor eenieder toegankelijk. Hiermee wordt beoogd de kennis uit de rapportage op publieksvriendelijke wijze ook buiten het provinciehuis te delen. In de bijgevoegde Statenbrief is een beknopte samenvatting van de inhoud van de rapportage te lezen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Jaar- en Trendrapportage ov 2024 vast te stellen;
    2. de statenbrief “Jaar- en Trendrapportage ov 2024” vast te stellen en met de Jaar- en Trendrapportage ov 2024 ter informatie naar Provinciale Staten te verzenden.

  19. 18

    Essentie / samenvatting:
    In het Ontwerp beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026 - 2029 (Ontwerpprogramma) is de uitwerking van het beleid voor de komende beleidsperiode opgenomen. In het beleidsprogramma ligt de nadruk op het doorzetten van de ingezette koers van de afgelopen jaren en brengen we, op verzoek van stakeholders, meer focus aan: het behouden en uitbreiden van recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen (inclusief governance), het verbeteren van routenetwerken, een evenwichtige spreiding van bezoekers over onze provincie en het stimuleren van bewegen. De uitwerking is gebaseerd op de Omgevingsvisie van de provincie Utrecht, de Nadere Kaderstelling en de daarbij aangenomen moties en amendementen en gedane toezeggingen (d.d. 4 juni 2025), het coalitieakkoord 'Aan de slag voor Utrecht' 2023 - 2027, het participatieproces met stakeholders en de evaluaties van de vorige beleidsperiode(s).

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Ontwerp beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026 - 2029 vast te stellen en met ingang vanaf 1 september 2025 zes weken ter inzage te leggen;
    2. de Statenbrief Ontwerp beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026 - 2o29 vast te stellen en ter informatie aan de commissie BEC te sturen.

  20. 19

    Essentie / samenvatting:
    De provincie Utrecht (hierna: de provincie) vindt het belangrijk dat iedereen met het OV kan reizen. Om vervoersarmoede tegen te gaan is de provincie in 2025 van start gegaan met het project OV voor minima met als doel om een OV-product aan zoveel mogelijk inwoners met een minimum inkomen ter beschikking te stellen. Afhankelijk van de bijdrage per gemeente kunnen inwoners tegen een korting of volledig gratis reizen met het OV. Inmiddels zijn er ruim 10.000 abonnementen verstrekt en zijn de voorbereidingen voor 2026 gestart.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “voortgang OV voor minima 2025” vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten toe te sturen.

  21. 22

    Essentie / samenvatting:
    Dit stuk is een voortgangsnotitie van Jong Utrecht aan Zet. Het bevat een terugblik op het participatietraject Jong Utrecht aan Zet, georganiseerd samen met De Kiesmannen in 2025, en een vooruitblik aan de hand van een schets van het vervolgproces waarin de provincie Utrecht toewerkt naar de pilot Jong Utrecht aan Zet die in 2026 van start gaat.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief 'Voortgangsnotitie Jong Utrecht aan Zet' vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te sturen.

  22. 24

    Essentie / samenvatting:
    Het uitvoeringsprogramma invasieve exoten van de provincie Utrecht is naar aanleiding van een motie van fracties ChristenUnie, PvdA, VVD, D66 en SGP vroegtijdig geëvalueerd en herijkt. Gedeputeerde Staten worden geadviseerd in te stemmen met het schrappen van de cofinancieringsvereiste voor zover het de aanpak van invasieve exoten in geprioriteerde gebieden betreft. Met bijgevoegde Statenbrief worden Provinciale Staten geïnformeerd over de beleidswijziging en daarmee de invulling van de wens tot intensivering van de aanpak van invasieve exoten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de cofinancieringsvereiste te schrappen, voor zover het bestrijdings- en beheersingsprojecten in het kader van de biodiversiteit betreft in geprioriteerde gebieden;
    2. de Statenbrief “Evaluatie, herijking en intensivering aanpak invasieve exoten” vast te stellen en met de evaluatie ter informatie toe te sturen aan PS.

  23. 26

    Essentie / samenvatting:
    Gedeputeerde Staten van Utrecht (GS) hebben op 8 juli 2025 een omgevingsvergunning verleend voor het uit de populatie halen van wolf GW3237m, een en ander op basis van een aanvraag van de Faunabeheereenheid (FBE) Utrecht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten op basis van een aanvraag een omgevingsvergunning te verlenen aan de Faunabeheereenheid Utrecht voor het uit de populatie nemen van wolf GW3237m.