Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 27 mei 2025

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.04.H

    Essentie / samenvatting:
    Het Gemeenschappelijk Orgaan siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies (GO HWL) heeft de Ontwerpkadernota 2026, de voorlopige Jaarstukken 2024 en de Ontwerpbegroting 2026 vastgesteld en aan de Provinciale Staten van de vier aan het GO HWL deelnemende provincies voorgelegd ter kennisname (kadernota, jaarstukken) respectievelijk ter zienswijze (ontwerpbegroting). Over de Ontwerpbegroting 2026 kunnen Provinciale Staten vóór 7 juli 2025 een zienswijze indienen. In Utrecht is deze bevoegdheid aan Gedeputeerde Staten gedelegeerd. Aan GS wordt geadviseerd om een compacte zienswijze op de Ontwerpbegroting 2026 in te dienen waarin provincie Utrecht oproept om oog te houden voor het financiële duurzaam evenwicht van het Gemeenschappelijk Orgaan. De stukken schetsen een passend financieel meerjarenperspectief, dat inhoudelijk aansluit bij de kaders en taken zoals omschreven in de Gemeenschappelijke Regeling siteholderschap Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. Voor de komende vier jaar is de (meerjaren)begroting sluitend door tijdelijke inzet van de reserve met instemming van de toezichthouder. In de Kadernota 2026, evenals in de voorgaande Kadernota’s, geeft het GO HWL aandacht aan het passend combineren van het behoud van de universele waarde van het UNESCO Werelderfgoed met de ontwikkelingen die in Nederland noodzakelijk zijn, zoals herstel van biodiversiteit, woningbouw, waterbeheer, energietransitie, klimaatadaptatie en landbouwtransitie. Het GO bevordert het vormen van visie hierop en daaruit voortkomende strategieën en werkt daarbij samen met het Rijk

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de zienswijze op de Ontwerpbegroting 2026 vast te stellen en in te dienen bij het Gemeenschappelijk Orgaan waarin provincie Utrecht oproept om oog te houden voor het financiële duurzaam evenwicht van het Gemeenschappelijk Orgaan;
    2. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten tezamen met de antwoordbrief over de zienswijze over de Ontwerpbegroting 2026, Ontwerpbegroting, -kadernota 2026 en voorlopige jaarstukken 2024 van het Gemeenschappelijk Orgaan siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies;
    3. de antwoordbrief met de zienswijze over de Ontwerpbegroting 2026 vast te stellen en toe te zenden aan het Gemeenschappelijk Orgaan siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies.

  2. 0.06.H

    Essentie / samenvatting:
    Van het Recreatieschap Stichtse Groenlanden is de ontwerpbegroting 2026 ontvangen, met de mogelijkheid hierop een zienswijze in te dienen. Met het vaststellen van de nota Samenwerkende Partijen (PS2022BEM09), hebben PS het college van GS gedelegeerd om de financiële stukken te behandelen, inclusief de zienswijzeprocedure.
    De ontwerpbegroting 2026 van het recreatieschap kent uitsluitend als gevolg van indexering een stijgende deelnemersbijdrage van 5,31%. In de begroting van de provincie is hierin voorzien. Met de deelnemende gemeenten is in het DB van het recreatieschap afgesproken om met het oog op het ‘ravijnjaar’ 2026 de deelnemersbijdragen niet meer te laten toenemen dan de indexering. Daarnaast is in het bestuur van het recreatieschap besloten om de concept Toekomstvisie 2040 aan de deelnemers vrij te geven zodat raden en staten geïnformeerd kunnen worden en aan de bestuurders in het DB en AB van het recreatieschap een reactie kunnen meegeven.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Statenbrief 'zienswijze begroting 2026 en concept Reactie GS op Toekomstvisie 2040 Recreatieschap Stichtse Groenlanden' vast te stellen en met de bijlagen ter informatie naar Provinciale Staten te sturen; 2. de zienswijze bij de ontwerpbegroting 2026 vast te stellen en toe te sturen aan het bestuur van het Recreatieschap Stichtse Groenlanden en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    3. de reactiebrief op de Toekomstvisie 2040 van het Recreatieschap SGL vast te stellen en deze toe te sturen aan Provinciale Staten;
    4. Provinciale Staten ten aanzien van de Toekomstvisie de mogelijkheid te geven om aandachtspunten aan de gedeputeerde mee te geven, die de gedeputeerde zal inbrengen bij de bespreking in het DB en AB van het recreatieschap.

  3. 0.07.H

    Essentie / samenvatting:
    Het dagelijks bestuur van Het Utrechts Archief (HUA) heeft op 24 maart 2025 de ontwerpprogrammabegroting 2026-2029 goedgekeurd en het op 4 april 2025 ons toegestuurd. Op grond van artikel 59 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) ontvangen Provinciale Staten (PS) als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling HUA de ontwerpbegroting en worden in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Deze bevoegdheid is binnen de provincie Utrecht gedelegeerd aan Gedeputeerde Staten.
     Op basis van de voorliggende ontwerpprogrammabegroting wordt voorgesteld om een zienswijze in te dienen en zo een aantal punten onder de aandacht van het algemeen bestuur HUA te brengen. De voorliggende begroting voor 2026 van HUA is sluitend, net zoals het meerjarenperspectief voor de periode 2026-2029. Daarnaast past deze binnen het budget van het Domein Strategie & Bestuur en daarmee binnen de programmabegroting van de provincie Utrecht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de zienswijze op de ontwerpprogrammabegroting 2026-2029 HUA vast te stellen en deze bij het dagelijks bestuur van HUA in te dienen;
    2. de Statenbrief 'Zienswijze ontwerpprogrammabegroting 2026-2029 Het Utrechts Archief (HUA)’ met de bijlagen vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  4. 0.14.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 21 september 2022 hebben Provinciale Staten (hierna: PS) het principebesluit (PS2022MM39) genomen om een provinciale beheerorganisatie Trambedrijf als aparte juridische entiteit in te richten. Dit zal in de vorm van één of meerdere besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn, waarbij de provincie Utrecht (hierna: de provincie) 100% aandeelhouder is. PS hebben aan Gedeputeerde Staten (hierna: GS) de opdracht gegeven tot het opstellen van een implementatieplan voor de inrichting van een provinciale beheerorganisatie. Het implementatieplan bevat de relevante informatie om een definitief besluit te nemen en de vervolgstappen te zetten in de voorbereiding van de daadwerkelijke implementatie. Aan GS worden gevraagd om het (concept)implementatieplan vast te stellen en PS hierover met een Statenbrief te informeren. Na behandeling in de Statencommissie Bereikbaarheid en Energie zal het definitieve implementatieplan door GS worden vastgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het concept-implementatieplan Ontvlechting provinciale beheerorganisatie OV-assets provincie Utrecht d.d. 7 februari 2024, inclusief addendum d.d. 19 mei 2025 vast te stellen en deze ter informatie met Provinciale Staten te delen;
    2. de Statenbrief “Implementatieplan ontvlechting provinciale beheerorganisatie OV-assets provincie Utrecht” vast te stellen en met het concept-implementatieplan, de adviesaanvraag OR d.d. 8 februari 2024 en het voorlopig advies OR inzake adviesaanvraag verzelfstandiging Trambedrijf d.d. 4 april 2025 ter informatie aan Provinciale Staten toe te zenden.

  5. 0.15.H

    Essentie / samenvatting:
    In samenwerking met de omgevingsdiensten is invulling gegeven aan toezeggingen aan Provinciale Staten over toezicht op energiebesparing bij bedrijven en maatschappelijk vastgoed. Doel is om energiebesparing te versnellen én de naleving van wettelijke verplichtingen te vergroten. Tegelijkertijd zijn gemeenten bevoegd gezag voor circa 6700 locaties, de provincie is dat voor minder dan 50. Het is van belang om de beperkte middelen die via de gemeentelijke opdrachten beschikbaar zijn voor de omgevingsdiensten, zo efficiënt mogelijk in te zetten. Via een planmatige aanpak kunnen zowel provinciale stimuleringsprogramma’s als de controles door de omgevingsdiensten effectiever zijn. Ook kan gerichter samenwerking en kennisuitwisseling met gemeenten gezocht worden. Momenteel zijn twee pilotprojecten gestart waarin provincie, gemeenten en omgevingsdiensten samenwerken aan gerichter toezicht. Bij succes volgt opschaling naar meer gemeenten. Een totaaloverzicht van acties staat in Bijlage 1 in de Statenbrief. Hierbij is het cruciaal dat voldoende middelen beschikbaar zijn én blijven zoals de Specifieke Uitkering "Regeling specifieke uitkering additionele capaciteit voor toezicht en handhaving energiebesparing" die eind 2026 eindigt. Daarnaast heeft PS op 23 april 2025 Motie M25-26 Planmatige aanpak Energiebesparen ten behoeve van kosteneffectieve realisatie energiedoelen aangenomen. Hierin wordt gevraagd om een planmatige strategische aanpak voor energiebesparing, o.a. bij kantoren en bedrijven. De invulling hiervan zal worden opgenomen in het Beleidsprogramma Energietransitie 2026-2030 waarvan het ontwerp na de zomer wordt vastgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief 'invulling toezeggingen energiebesparingsplicht' met bijlagen vast te stellen en ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

  6. 0.16.H

    Essentie / samenvatting:
    Sinds de inschrijving van de Neder-Germaanse Limes op de UNESCO Werelderfgoedlijst in 2021, is de zorg voor de Limes een structurele taak van de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland als gezamenlijk siteholder. De provincies werken samen in een centrumregeling; het beleidskader ‘Trots op Limes Werelderfgoed’ geeft voor de jaren 2024-2027 sturing aan deze samenwerking. Aansluitend op het beleidskader, zet de provincie Utrecht, naast haar wettelijke taken op het gebied van bescherming en interbestuurlijk toezicht, ook regionaal in op het zichtbaar en beleefbaar maken van de Limes.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief ‘Stand van zaken UNESCO Werelderfgoed Neder-Germaanse Limes’ vast te stellen en deze - met bijlagen - ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

  7. 0.24.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 1 januari 2025 zijn de nieuwe contracten voor het OV-vangnet vervoer in Rhenen, Renswoude en Veenendaal ingegaan. De Bedrijfsvoering organisatie Valleihopper (hierna: BVO Valleihopper) heeft mede namens de provincie Utrecht (hierna: de provincie) de aanbesteding “vraagafhankelijk vervoer Valleihopper” aanbesteed. De provincie sluit hierbij aan voor het OV-Vangnet in de drie Utrechtse gemeenten Renswoude, Rhenen en Veenendaal waar de Valleihopper opereert. De samenwerkingsafspraken tussen de BVO Valleihopper en de provincie zijn vastgelegd in een privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkovereenkomst beoogt een stabiele samenwerking teneinde de uitvoering van het vangnet, het contractmanagement, inkoop en innovatie effectief en efficiënt vorm te geven. De samenwerkingsovereenkomst gaat met terugwerkende kracht in op 1 januari 2025.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de samenwerkingsovereenkomst OV-Vangnet Valleihopper 2025 – 2029 vast te stellen en aan te gaan.

  8. 05

    Essentie / samenvatting:
    De afgelopen periode heeft provincie Zuid-Holland in samenwerking met provincie Utrecht en de betrokken gebiedspartijen (waterschappen, terreinbeheerders en- eigenaren, gemeenten, belangenvertegenwoordigers) het Natura 2000-beheerplan Nieuwkoopse Plassen & De Haeck geactualiseerd. Ambtelijk is door beide provincies de wens geuit om uw college om instemming te vragen. Wij verzoeken u dan ook middels de bijgevoegde brief om in te stemmen met het ontwerp Natura 2000-beheerplan Nieuwkoopse Plassen & De Haeck en ons hiervan in kennis te stellen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. in te stemmen met het Natura 2000-ontwerp beheerplan Nieuwkoopse Plassen & De Haeck;
    2. de Statenbrief “Ontwerp Beheerplan Nieuwkoopse Plassen & De Haeck 2025-2031” vast te stellen en met de bijlagen ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  9. 08

    Essentie / samenvatting:
    Voor de realisatie van een hoogspanningsstation (HSS) 150 kV van TenneT in Amersfoort-Noord werken betrokken gemeenten, provincie en TenneT nauw samen. Het project omvat naast het TenneT station ook nog drie stations van regionale netbeheerders Stedin (in Soest óf Baarn + waarschijnlijk in Amersfoort) én Liander (Nijkerk te Gelderland). Partijen zijn voor de TenneT ontwikkeling medio zomer 2024 een locatie overeengekomen gelegen in Bunschoten. Deze blijkt bij nader inzien ongeschikt waardoor er verder in dat zoekgebied gekeken zal worden. Daarnaast is er nog een potentieel geschikte zoeklocatie gelegen in Amersfoort. Omdat hier mogelijk een impasse ontstaat over de beoordeling door gemeenten van locaties en dus waar het station het beste lijkt te kunnen komen, heeft TenneT de voorkeur uitgesproken voor een projectbesluit voor het planologisch mogelijk maken van een HSS met benodigde kabeltracés. Daartoe heeft zij ook een formeel verzoek per brief bij Gedeputeerde Staten (GS) neergelegd. Een overweging daarbij is een efficiënte en effectieve voortgang van plan- en besluitvorming ten behoeve van het project beoogd om zodoende een impasse te voorkomen. Dit besluit ziet toe op de keuze voor de rol van bevoegd gezag en met Provinciale Staten hierover het startgesprek te voeren, zoals is afgesproken in de werkwijze programma's en projectbesluiten. Na het zomerreces heeft TenneT het voornemen en de participatie zodanig beschreven en ingericht dat provincie Utrecht een kennisgeving kan doen en de projectprocedure formeel kan worden gestart. Dit besluit ziet niet toe op de andere stations van Stedin en Liander.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. ten behoeve van het project nieuwbouw hoogspanningsstation Amersfoort-Noord 150 kV/50kV, inclusief de benodigde aansluitende tracéverbindingen een projectprocedure te doorlopen;
    2. de statenbrief ‘Startgesprek toepassing projectprocedure hoogspanningsstation Amersfoort-Noord’, kenmerk UTSP-1457258195-8691 vast te stellen en ter bespreking aan Provinciale Staten toe te zenden;
    3. de brief “Bevoegd gezag t.b.v. hoogspanningsstation Amersfoort-Noord”, nummer: UTSP1457258195-8700 vast te stellen en te verzenden.

  10. 09

    Essentie / samenvatting:
    Het college van Gedeputeerde Staten informeert Provinciale Staten jaarlijks over verschillende ecologische rapportages, waarover is afgesproken de informatie zoveel mogelijk gebundeld te leveren. Het gaat hierbij om:


    • Tiende Voortgangsrapportage Natuur (VRN);
    • Resultaten flora- en faunakartering provincie Utrecht 2023;
    • Resultaten flora- en faunakartering provincie Utrecht 2024;
    • Vogelmonitoring in Utrecht in 2024; • Weidevogels in de provincie Utrecht - Inventarisatie 2024;
    • Voorkeursgebieden grauwe gans in Utrecht;
    • Kwabaal in de Vinkeveense Plassen;
    • Argusvlinder in de Bethunepolder.


    Gezien de uitkomsten van de ecologische rapportages, kan gesteld worden dat over de gehele linie de kwaliteit van de natuur de afgelopen jaren achteruit is gegaan. De uitkomsten vormen belangrijke input voor de Rapportage Natuur en mede daarop gebaseerd het Beleidsprogramma Natuur.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de opgeleverde ecologische rapportages vast te stellen:
    • Tiende Voortgangsrapportage Natuur (VRN);
    • Resultaten flora- en faunakartering provincie Utrecht 2023;
    • Resultaten flora- en faunakartering provincie Utrecht 2024;
    • Vogelmonitoring in Utrecht in 2024;
    • Weidevogels in de provincie Utrecht - Inventarisatie 2024;
    • Voorkeursgebieden grauwe gans in Utrecht;
    • Kwabaal in de Vinkeveense Plassen;
    • Argusvlinder in de Bethunepolder;
    2. de Statenbrief “Ecologische rapportages 2024” vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  11. 10

    Essentie / samenvatting:
    In de Rapportage Natuur 2021-2024 is de voortgang van de uitvoering van het provinciale natuurbeleid in de periode 2021-2024 beschreven. Ook is de ontwikkeling en de stand van zaken van de biodiversiteit in de provincie Utrecht voor deze periode beschreven. In de rapportage zijn een managementsamenvatting -die ook integraal is opgenomen in de Statenbrief- en, voor zover mogelijk per paragraaf, conclusies opgenomen. Deze conclusies worden onder meer meegenomen in de uitvoering van het beleid, het UPLG en het proces van de ontwikkeling van het Beleidsprogramma Natuur en de wijziging van de Omgevingsvisie. Ook kunnen de conclusies leiden tot aanpassing in de Omgevingsverordening.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de “Rapportage Natuur 2021-2024” vast te stellen;
    2. de statenbrief “Rapportage Natuur 2021-2024” vast te stellen en deze met de Rapportage Natuur 2021-2024 en het memo Beantwoording vraag Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) uit de commissie RGW ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  12. 11

    Essentie / samenvatting:
    De AWB-Adviescommissie heeft haar digitale jaarverslag over 2024 uitgebracht. Het jaarverslag geeft een duidelijk beeld van de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepen en klachten over het jaar 2024. Er zijn geen nieuwe trends of ontwikkelingen te melden. De commissie heeft een aanbeveling gedaan om de registratie en de bewaking van de behandeltermijnen te verbeteren. Deze aanbeveling zal worden meegenomen in de evaluatie van de bezwaarschriftprocedure die in het 2e semester van dit jaar zal plaatsvinden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief 'aanbieding jaarverslag 2024 AWB-Adviescommissie' met het digitale jaarverslag vast te stellen en ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

  13. 12

    Essentie / samenvatting:
    Op 24 januari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het gemeentelijk besluit over het bestemmingsplan Landgoed Paleis Soestdijk vernietigd. Naar aanleiding van de vernietiging van het bestemmingsplan is een drieledige evaluatie gestart:
    1. Evaluatie van het proces.
    2. Evaluatie over toepassing van de regels en beleid.
    3. Hoe verder met de ontwikkeling van het landgoed.
    De statenbrief gaat over deze evaluatie en wordt ter informatie naar de statenleden gestuurd.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief ‘Evaluatie uitspraak Raad van state bestemmingsplan Landgoed Paleis Soestdijk’ vast te stellen en aan Provinciale Staten ter informatie aan te bieden met het memo ‘Evaluatie uitspraak Paleis Soestdijk over regels en beleid provincie’.

  14. 13

    Essentie / samenvatting:
    Met de statenbrief en de HNP-lobbyfiches (van het Huis van de Nederlandse Provincies) worden de Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten geïnformeerd over actuele en toekomstige ontwikkelingen in Brussel. De lobbyfiches geven een overzicht van de lobbydoelen op de zeven dossiers waaraan de provincies in Brussel gezamenlijk werken, conform het HNP-werkplan 2025. In de lobbyfiches staat een beschrijving van de lobbydoelen, afgeronde acties en geplande acties voor de gezamenlijke provinciale dossiers Klimaat & Energie, Regionale Economie, Industrie, Digitalisering, Landbouw Natuur & Milieu, Circulaire Economie en Mobiliteit.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de HNP-lobbyfiches (van het Huis van de Nederlandse Provincies) vast te stellen;
    2. de statenbrief “HNP-lobbyfiches” vast te stellen en met als bijlage de HNP Lobbyfiches ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

  15. 17

    Essentie / samenvatting:
    Op 11 mei 2022 is het Strategisch Bosbeleid vastgesteld door Provinciale Staten (PS). Drie jaar na vaststelling van het Strategisch Bosbeleid is er een aantal redenen voor een evaluatie en actualisatie van de uitvoeringsmaatregelen. Op basis van de uitgangspunten van de Kaderstellende Notitie voor het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) en de aanbevelingen uit de Evaluatie Strategisch Bosbeleid 2022-2024, is het Uitvoeringsprogramma Strategisch Bosbeleid 2025-2028 opgesteld, inclusief een actualisatie van de begroting. Als inhoudelijke focus voor het beleidsprogramma is gekozen voor het continueren van de inzet op ‘Meer bos en bomen’ en het verbreden van de inzet naar de thema's ‘vitaal bos’ en natuurbrandbeheersing, waaraan we het thema ‘bescherming van bos’ toevoegen op basis van een sessie met externe stakeholders. De benodigde middelen voor het Uitvoeringsprogramma tot 2028 (€13.283.000,00) zijn voorzien in de begroting 2025-2028. Naast de financiering van meer bos zijn deze middelen ook nodig voor de uitvoering van revitaliseringsmaatregelen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het  Uitvoeringsprogramma Strategisch Bosbeleid 2025-2028 (inclusief Evaluatie Strategisch Bosbeleid 2022-2024) vast te stellen;
    2. de Statenbrief Uitvoeringsprogramma Strategisch Bosbeleid 2025-2028 vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  16. 18

    Essentie / samenvatting:
    Uitvoeringskracht bij decentrale overheden staat onder druk door een krappe arbeidsmarkt, gebrek aan expertise, financiële onzekerheden, decentralisaties van taken en de toenemende complexiteit van opgaven. Het College van Gedeputeerde Staten nam in het najaar van 2024 het initiatief tot een Verkenning naar uitvoeringskracht en samenwerking binnen provincie Utrecht. Als een eerste stap in deze verkenning zijn interviews afgenomen met bestuurders van gemeenten, waterschappen, de bestuurlijke regio’s en de provincie zelf. De resultaten van de interviewronde zijn samengevat in een rapportage. Tijdens een bestuurlijke bijeenkomst op 14 oktober gaat de provincie in gesprek met partners over het versterken van uitvoeringskracht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de portefeuillehouder Bestuur mandaat te geven de aanbiedingsbrief over de rapportage ‘Samen werken aan uitvoeringskracht voor Utrecht’ mee te sturen met de rapportage richting gemeenten, waterschappen en regio’s;
    2. de Statenbrief ‘Verkenning Uitvoeringskracht en Samenwerking in Provincie Utrecht - uitkomsten interviewronde’ vast te stellen en deze samen met de rapportage ‘Samen werken aan uitvoeringskracht voor Utrecht’ ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  17. 19

    Essentie / samenvatting:
    Afschot van katten is in de provincie Utrecht niet toegestaan. De vraag binnen twee moties (2020) was onder meer om een alternatief voor afschot in te zetten. Dit werd de Trap (vangen), Neuter (neutraliseren), Relocate (plaatsen) - Care (zorg), ofwel TNR-C aanpak. Deze aanpak is 3 jaar ingezet binnen de provincie Utrecht en afgerond in maart 2025. De doelstelling van het project was ‘het voorkomen van predatie van beschermde soorten door verwilderde katten zonder daarvoor afschot als middel in te zetten’. De provincie zet het project niet voort. Dit ondanks de goede resultaten zoals: het aantal behandelde katten en meer inzicht in de rol van de kat als predator. De voornaamste reden hiervoor is dat er in de praktijk sprake is geweest van TNR-C bij katten met in bijna alle gevallen een eigenaar. Het neutraliseren en de goede verzorging van gehouden dieren is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zelf. De tweede belangrijke reden is dat de rol van de kat als predator van beschermde soorten zeer beperkt lijkt te zijn. De provincie blijft de komende jaren verwilderde katten in weidevogelkerngebieden monitoren zodat indien nodig TNR-C alsnog, lokaal, kan worden toegepast. Mocht er een landelijke aanpak ter bestrijding van verwilderde katten komen dan wordt deze aanpak onderstreept, mits deze aansluit bij door de provincie te behalen natuurdoelen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Trap (vangen), Neuter (neutraliseren), Relocate (plaatsen) - Care (zorg) project, ofwel TNR-C project, verwilderde katten niet voort te zetten;
    2. de aanwezigheid van verwilderde katten in weidevogelkerngebieden te blijven monitoren en daarop te acteren wanneer natuurdoelen daardoor in het geding zijn;
    3. de Statenbrief ‘Verwilderde katten’ vast te stellen en deze inclusief zeven bijlagen (1. Notitie verwilderde katten, aanpak en resultaten, 2. Rapportage TNR-C 2022, 3. Rapportage TNR-C 2023, 4. Rapportage TNR-C 2024, 5. Eindrapportage TNR-C, totaalcijfers, 6. Monitoring dichtheid katten polder Polsbroek, 7. Onderzoek rol kat als predator) ter informatie naar Provinciale Staten te versturen.

  18. 20

    Essentie / samenvatting:
    Op 8 februari 2023 is het Initiatiefvoorstel Slavernijverleden aangenomen. In het Initiatiefvoorstel is opgenomen dat Provinciale Staten elk half jaar op de hoogte worden gebracht van de vorderingen van de zestal besluiten in dit voorstel. Om aan deze wens te voldoen ligt het besluit voor om de Statenbrief Voortgang Q1 en Q2 2025 Uitvoering Initiatiefvoorstel Slavernijverleden vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Voortgang Q1 en Q2 2025 Uitvoering Initiatiefvoorstel Slavernijverleden vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  19. 21

    Essentie/samenvatting:
    In bijgevoegde Statenbrief leest u de stand van zaken over het halen van de klimaatdoelen waaraan de provincie Utrecht zich heeft gecommitteerd, zowel qua ontwikkelingen in provinciebeleid als qua maatregelen binnen de organisatie. De belangrijkste ontwikkelingen zijn:
    1. Op de thema's CO2-beprijzing en CO2-verwijdering & -vastlegging zetten we stappen in respectievelijk het uitbouwen van het gebruik van CO2-prijzen binnen de eigen organisatie en in aanbestedingen en daarnaast in beleidsvorming op het gebied van CO2-verwijdering. Dit laatste doen we vooralsnog met drie andere provincies.
    2. We gaan werken met een klimaatberaad, onder de naam 'Klimaatverkenners'. Hierin vragen we aan een representatieve vertegenwoordiging van maatschappelijke partijen, bedrijven en medeoverheden met ons mee te denken over wat nodig is om te komen tot een klimaatneutrale provincie Utrecht in 2050.
    3. Een nieuwe werkwijze waarbij we de organisatie uitdagen om de klimaatdoelen nog steviger te verankeren in zowel beleid als capaciteit, gestuurd vanuit een bestuurlijke opdracht. Hiervoor gaan we een interactieve methodologie gebruiken om klimaateffecten van maatregelen te kunnen voorspellen en dwarsverbanden te leggen tussen beleidsvelden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Voortgangsrapportage uitvoering De Utrechtse Klimaataanpak’ met bijbehorende bijlagen vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  20. 22

    Essentie / samenvatting:
    Het Ruimtelijk Arrangement is een uitwerkingsonderdeel van het nationale programma NOVEX (versnelling uitvoering Nationale Omgevingsvisie), spoor regie per provincie. Tijdens het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving (BOL) Noordwest van 3 juni 2025 wordt het eerste Ruimtelijk Arrangement Rijk – provincie Utrecht gesloten, o.a. op basis van het Ruimtelijk Voorstel provincie Utrecht. Het Ruimtelijk Arrangement is een set aan wederkerige bestuurlijke afspraken tussen Rijk en provincie Utrecht over de ruimtelijke vertaling van nationale en provinciale opgaven in en rond het provinciale grondgebied. Met als doel om de ruimtelijke vertaling van opgaven op nationaal en provinciaal niveau op elkaar af te stemmen. Dit instrument kent een cyclisch verloop, is nooit ‘’af” en wordt periodiek geactualiseerd tijdens het jaarlijkse BOL Noordwest. De totstandkoming van het eerste Ruimtelijk Arrangement is vanuit Rijkszijde rommelig verlopen. Ook is er sprake geweest van een gebrek aan wederkerigheid en een beperkte inhoudelijke lading door een afhoudende houding van het Rijk. Potentieel kan het Ruimtelijk Arrangement wel een waardevol instrument worden in de samenwerking tussen provincie Utrecht en het Rijk aan de ruimtelijke opgaven.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. in te stemmen met het eerste Ruimtelijk Arrangement Rijk – provincie Utrecht;
    2. de Statenbrief ‘Eerste Ruimtelijk Arrangement Rijk - provincie Utrecht’ vast te stellen en met bijlage toe te sturen aan Provinciale Staten;
    3. gedeputeerde Ruimtelijke Ordening te mandateren om het eerste Ruimtelijk Arrangement tijdens het BOL Noordwest van 3 juni 2025 namens Gedeputeerde Staten te ondertekenen.

  21. 23

    Essentie / samenvatting:
    De provincie Utrecht kijkt bij het invullen van de grote vraag naar woonruimte naast nieuwbouw ook steeds nadrukkelijker naar de mogelijkheden voor het beter benutten van de bestaande voorraad (Coalitieakkoord 2023-2027, Programmaplan Versnelling Woningbouw). Op 5 februari 2025 is de Motie 25-10 “Onderzoek kansrijke mogelijkheden om extra woonruimte te creëren” aangenomen. Met deze brief worden Provinciale Staten op de hoogte gesteld van de bevindingen uit een inventarisatie van mogelijkheden. Daarnaast gaat deze brief in op de activiteiten die de provincie Utrecht op dit onderwerp wil ondernemen (of reeds onderneemt) in de komende periode: de focus van de provincie Utrecht bij het beter benutten van de bestaande voorraad ligt bij die maatregelen die woningen toevoegen aan de voorraad (optoppen (inclusief aanplakken en uitplinten), splitsen en transformeren).

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief betreffende de afhandeling van Motie 25-10 vast te stellen en ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  22. 25

    Essentie/ samenvatting:
    Met de Samenwerkingsovereenkomst Zuidelijke Eemvallei Verkenningsfase 2025-2026 gaan provincie Utrecht en de gemeenten Amersfoort, Baarn en Soest de gebiedsgerichte samenwerking aan voor het Groen Groeit Mee voorbeeldgebied Zuidelijke Eemvallei. Doel van de samenwerking is het opstellen van een integrale gebiedsuitwerking voor het gebied met een perspectief op de lange termijn tot 2050, een uitvoeringsprogramma en uitvoeringsstrategie met projecten, fasering, bekostigingsvoorstellen en wijze van organiseren van de gebiedssamenwerking in de volgende fase. Hiernaast heeft de samenwerking als doel om lessen te trekken die breder kunnen worden uitgewisseld met en toegepast in andere gebieden die voor het programma Groen Groeit Mee relevant zijn. Tenslotte willen partijen de ontwikkelingen op Rijks- en regioniveau met als ambitie het versterken van groen in en om de stedelijke omgeving optimaal benutten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning besluiten, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft:
    1. de Samenwerkingsovereenkomst Zuidelijke Eemvallei Verkenningsfase 2025-2026 vast te stellen en aan te gaan;
    2. aan het college van B&W en de burgemeester van de gemeente Amersfoort mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor de inkoop en het contractmanagement in de verkenningsfase, middels de bij de samenwerkingsovereenkomst gevoegde bijlage.