Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 4 februari 2025

09:30 - 12:30
Locatie

Provincie Flevoland

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.03.H

    Essentie / samenvatting:
    De stellers willen weten of er mogelijkheden zijn om mest uit te rijden op provinciale pachtgronden binnen de begrenzing van het Natuur Netwerk Nederland (kortweg NNN), die nog niet zijn ingericht voor natuur. Op Provinciale gronden binnen het NNN mag volgens de pachtvoorwaarden geen mest worden uitgereden. Reden hiervoor is dat deze gronden, vooruitlopend op inrichting, moeten verschralen (minder voedingsstoffen in de bodem). Mest uitrijden zorgt juist voor meer voedingsstoffen in de bodem en vertraagd daarmee de realisatie van nieuwe natuur. PS hebben deze beleidsregel (geen mest op NNN grond) onlangs opnieuw bekrachtigd in de Nota grondbeleid 2024-2028. Voor de lopende pachtuitgifte in 2025 zijn er binnen het huidige beleidskader dan ook geen mogelijkheden om mest uit te rijden op gronden binnen het NNN. De procedure voor de pachtuitgifte 2025 loopt op dit moment via het landelijke Pachtportaal. Naast inhoudelijke redenen is het praktisch gezien ook niet wenselijk om in dit stadium nog wijzigingen in de pachtvoorwaarden voor 2025 door te voeren. Daarmee zou de toewijzing van pachtgronden gestopt moeten worden en dit geeft extra onzekerheid voor de agrariërs die zich hebben ingeschreven voor de pachtgrond.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 51 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden Van Vuuren (van BBB) en Westerlaken (van CDA) betreffende tijdelijke mestplaatsingsruimte binnen de provincie Utrecht vast te stellen en te verzenden.

  2. 0.04.H

    Essentie/ samenvatting:
    Bezwaarmaker heeft op 26 september 2024 pro forma bezwaar aangetekend tegen het besluit van 19 september 2024 van Gedeputeerde Staten (GS) met betrekking tot een generieke gebiedsgerichte omgevingsvergunning op basis van het soortenmanagementplan van de gemeente Woudenberg. Namens de Awb-adviescommissie is om (een aanvulling van) bezwaargronden gevraagd. Er zijn geen bezwaargronden ontvangen en daarom is bezwaarmaker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn bezwaar.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. conform het advies van de Awb-adviescommissie het door bezwaarmaker ingediende bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren;
    2. het bestreden besluit van 19 september 2024, briefnummer D-PU-2024-00018669 in stand te laten;
    3. de beslissing op bezwaar, nummer D-PU-2025-00001246, vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie, d.d. 19 december 2024, nummer BZW.24.058.001.

  3. 05

    Essentie / samenvatting:
    Om de behandeling van aangenomen moties door Provinciale Staten te monitoren, wordt aan Provinciale Staten een lijst voorgelegd met een voorstel tot het afdoen van moties.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel ‘Motielijst’ vast te stellen en ter besluitvorming toe te sturen aan Provinciale Staten.

  4. 06

    Essentie / samenvatting:
    Bij besluit van 2 oktober 2024 hebben Provinciale Staten het provinciaal inpassingsplan 'Uitbreiding transformator-station Breukelen Kortrijk 380-150 kV’ vastgesteld PS-besluit 2-10-2024. Tegen dit plan zijn een tweetal beroepschriften bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) ingediend. Onze huisadvocaat is gevraagd om namens Provinciale Staten een verweerschrift op te stellen.


    Als bijlage 9 bij dit inpassingsplan is de aanmeldingsnotitie (Movares adviseurs & ingenieurs, projectnummer: MN004623, datum: 14-07-2023) vormvrije m.e.r.-beoordeling van 14 juli 2023 (“Aanmeldingsnotitie”) opgenomen. De conclusie van de Aanmeldingsnotitie is dat het opstellen en het in procedure brengen van een milieueffectrapportage (MER) niet noodzakelijk is. Deze conclusie is in paragraaf 4.14 van de toelichting van dit inpassingsplan overgenomen. Geconstateerd is dat Provinciale Staten heden per abuis nog geen expliciet m.e.r.-beoordelingsbesluit hebben genomen, ter zake het niet hoeven op te stellen van een milieueffectrapportage (MER). Dit puur technische gebrek dient hersteld te worden om het PS besluit van 2 oktober 2024 juridisch kloppend te maken.


    Het college van Gedeputeerde Staten stelt voor om dit besluit alsnog te nemen. Relevant in dit kader is dat voorliggend m.e.r.-beoordelingsbesluit in lijn is met conclusies hierover die zijn opgenomen in het inpassingsplan. Aan dit besluit ligt de Aanmeldingsnotitie ten grondslag, welke is opgenomen als bijlage bij voorliggend besluit en het inpassingsplan (bijlage 9).

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. Provinciale Staten voor te stellen om aanvullend op het besluit van 2 oktober 2024 tot vaststelling van het provinciaal inpassingsplan ‘Uitbreiding transformatorstation Breukelen Kortrijk 380-150 kV te besluiten dat het opstellen en in procedure brengen van een milieueffectrapportage (MER) voor de uitbreiding van het transformatorstation Breukelen Kortrijk niet noodzakelijk is;
    2. het statenvoorstel ‘M.e.r.-beoordelingsbesluit provinciaal inpassingsplan 'Uitbreiding transformator- station Breukelen Kortrijk 380-150 kV' vast te stellen en ter besluitvorming aan te bieden aan Provinciale Staten.

  5. 07

    Essentie / samenvatting:
    Per 14 december 2025 starten de nieuwe OV-concessies Utrecht Binnen en Utrecht Buiten. Net als voor de bestaande concessies geldt ook voor de nieuwe concessies dat er minimaal eenmaal per jaar door de concessiehouders een vervoerplan wordt opgesteld waarin de wijzigingsvoorstellen voor de dienstregeling zijn opgenomen. Om te komen tot vaststelling van deze plannen door Gedeputeerde Staten wordt een vervoerplanproces doorlopen dat begint met het delen van uitgangspunten door de provincie. De door Gedeputeerde Staten vastgestelde uitgangspunten bevatten procesmatige, inhoudelijke en financiële kaders waarbinnen de vervoerders hun vervoerplan moeten opstellen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de uitgangspunten vervoerplannen 2026 concessies Utrecht Binnen (Transdev) en Utrecht Buiten (Keolis) vast te stellen;
    2. de Statenbrief Uitgangspunten vervoerplannen 2026 concessies Utrecht Binnen (Transdev) en Utrecht Buiten (Keolis) vast te stellen en deze met de uitgangspunten vervoerplannen 2026 concessies Utrecht Binnen (Transdev) en Utrecht Buiten (Keolis) toe te zenden aan Provinciale Staten.

  6. 08

    Essentie / samenvatting:
    Voor het project Noordelijke Randweg Utrecht (NRU) hebben gemeente Utrecht (de gemeente) en provincie Utrecht (de provincie) drie varianten nader onderzocht. Deze drie varianten zijn onderzocht op diverse aspecten. Het tekort aan financiële middelen om het project te realiseren is groot. Daarover gaan provincie en gemeente in gesprek met het Rijk, waarbij ingezet wordt op het nemen van een besluit over de NRU in samenhang met een besluit over het Alternatief Ring Utrecht (ARU) en het Tracébesluit Ring Utrecht (TB).

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “voortgang project NRU” vast te stellen en ter informatie toe te zenden naar Provinciale Staten.

  7. 09

    Besluit

    SB wordt niet verzonden

  8. 10

    Essentie / samenvatting:
    Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (het hof) heeft op 3 september 2024 in hoger beroep uitspraak gedaan in een geschil tussen twee buren wonende in het buitengebied van Zeist, waarbij de één: A, de ander: B, verbiedt gebruik te maken van een gedeelte (strook) van de weg Lage Grond die dient als ontsluiting naar de bebouwde kom. De grootte van de strook is 13 are. Het hof stelt vast dat A geen eigenaar is van de strook en verbiedt haar - op straffe van een dwangsom- het gebruik dat van de strook maakt te belemmeren. Dat A ten onrechte in de veronderstelling verkeert dat zij de strook in eigendom heeft is volgens het hof terug te voeren op een fout van het Kadaster uit 1957. Het hof oordeelt dat het Kadaster deze fout moet herstellen op voorwaarde dat de provincie bereid is daaraan haar medewerking te verlenen. De provincie is daartoe bereid. Concreet betekent dit dat de provincie ermee akkoord is dat in de openbare registers wordt vermeld dat de strook haar eigendom is.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten medewerking te verlenen aan de grenscorrectie (aanwijzing) door het Kadaster en de verklaring ‘medewerking aanwijzing grenscorrectie’ te ondertekenen voor akkoord.