Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 14 mei 2024

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.06.H

    Essentie / samenvatting:
    Op maandagochtend 15 maart 2024 voerde een groep demonstranten actie op het Robert Kochplein in Utrecht. De VVD fractie heeft hierover schriftelijke vragen ex. art. 47 gesteld. Hiervoor is een beantwoording opgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Hossain van de VVD betreffende Wegblokkade Robert Kochplein door actievoerders vast te stellen en te verzenden.

  2. 0.10.H

    Essentie / samenvatting:
    Provincie Utrecht heeft de afgelopen vijftien jaar geïnvesteerd in Breukelen als Park-and-Ride-locatie. Met de ingebruikname van de parkeergarage zijn er circa 950 parkeerplekken nabij treinstation Breukelen waarvan 86 carpoolplekken en 865 P+R-parkeerplekken. Met de invoering van betaald parkeren op P+R Breukelen ontstaat er voor de provincie een unieke situatie waarbij zij exploitant van een betaalde parkeervoorziening wordt. Gedeputeerde Staten zijn gerechtigd de parkeertarieven en de algemene gebruiksvoorwaarden vast te stellen. Maatwerk is noodzakelijk waarbij de interne en externe belangen zijn afgewogen, omdat de provincie geen eigen parkeerbeleid heeft.


    De tariefstelling is gericht op het aantrekkelijk houden van parkeren voor forensen die een deel van hun reis met het openbaar vervoer reizen. Langparkeren, carpoolen, parkeren op doordeweekse dagen als overloop van de parkeervoorzieningen van de bedrijven en gebruik door reizigers met een redelijk alternatief voor de auto wordt ontmoedigd. Daarbij is er oog voor het voorkomen van ondergraving van de opbrengstverantwoordelijkheid die de provincie per december 2025 heeft voor beide OV-concessies door exploitatie van de P+R.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. tot invoering van betaald parkeren op P+R Breukelen per maandag 26 augustus 2024;
    2. de reactiebrief aan de gemeente Stichtse Vecht vast te stellen;
    3. het Tarievenplan 2024-2025 P+R Breukelen vast te stellen;
    4. de Algemene gebruiksvoorwaarden P+R Breukelen vast te stellen;
    5. de portefeuillehouder Mobiliteit te mandateren tot het vaststellen van kleine aanpassingen op het Tarievenplan in de loop van 2024 en 2025 om in geval van ongewenste bijeffecten de tariefstelling bij te sturen;
    6. het Statenvoorstel Invoering Betaald parkeren P+R Breukelen inclusief onderbouwing vast te stellen en ter besluitvorming aan PS voor te leggen.

  3. 0.16.H

    Essentie / samenvatting:
    Najaar 2024 is het concept Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) 1.0 rondgestuurd naar alle betrokken organisaties om de mogelijkheid te bieden een reactie hierop in te dienen. Daar zijn in totaal 159 schriftelijke reacties op gekomen die verwerkt zijn in een reactienota. Deze reactienota wordt verstuurd naar alle organisaties en personen die een reactie op het concept-UPLG hebben ingediend.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Reactienota UPLG met bijbehorende aanbiedingsbrief vast te stellen en te versturen naar alle organisaties en personen die najaar 2023 een reactie hebben ingediend op het concept-UPLG;
    2. de Statenbrief ‘Reactienota UPLG’ vast te stellen en te versturen aan Provinciale Staten;
    3. het versturen van deze drie documenten zo snel mogelijk te doen en daarmee niet te wachten totdat de UPLG-Kaderstellende notitie door PS is vastgesteld.

  4. 0.24.H

    Essentie / samenvatting:
    Al geruime tijd wordt gewerkt aan het toegankelijker maken van het openbaar vervoer (OV). In het najaar 2022 is het Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2022-2032 (hierna: bestuursakkoord) gepubliceerd. Een overeenkomst tussen het Rijk, gedeputeerde staten van de provincies en vervoerbedrijven. Met het ondertekenen hiervan heeft provincie Utrecht (hierna: de provincie) toegezegd het behaalde niveau van toegankelijkheid in het OV te behouden en te verbeteren zodat zoveel mogelijk mensen gebruik kunnen maken van het OV. Met het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma Toegankelijkheid (hierna: uitvoeringsprogramma) beschrijven Gedeputeerde Staten hoe de provincie uitwerking geeft aan de gemaakte afspraken uit het bestuursakkoord. Veelal gebeurt dit door verstrekking van subsidies voor verbetering van toegankelijkheid van het OV, maar het speelt ook een rol bij het verlenen van concessies voor openbaar vervoer in de provincie.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten: 
    1. het Uitvoeringsprogramma Toegankelijkheid vast te stellen en ter informatie aan de Provinciale Staten te versturen; 
    2. de Statenbrief “Uitvoeringsprogramma Toegankelijkheid" vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te versturen.

  5. 001

    Essentie / samenvatting:
    De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Met het overleggen van de jaarstukken aan Provinciale Staten legt Gedeputeerde Staten verantwoording af over het gevoerde bestuur en de daarmee gepaard gaande gerealiseerde baten en lasten. Het gerealiseerde resultaat over het jaar 2023 bedraagt € 13,4 miljoen positief en is € 19,5 miljoen hoger dan het bedrag dat op basis van de bijgestelde begroting werd verwacht. Bij de jaarstukken worden ook de Bestemmingsvoorstellen aangeboden, het Accountantsverslag en het Statenvoorstel.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel behorend bij de jaarstukken, met inbegrip van daarin opgenomen bestemmingsvoorstellen en de bevindingen en conclusies inzake rechtmatigheid, vast te stellen en ter besluitvorming aan Provinciale Staten te sturen.

  6. 002

    Essentie / samenvatting:
    De Kadernota maakt deel uit van onze planning en controlcyclus. Met de Kadernota 2025 – 2028 stellen Provinciale Staten de kaders vast voor de Begroting 2025 met een vooruitblik op de financiële ontwikkelingen tot en met 2028. Conform het gestelde in de financiële verordening (artikel 5) bieden Gedeputeerde Staten deze Kadernota aan Provinciale Staten aan vóór het zomerreces. In deze Kadernota is een divers aantal voorstellen opgenomen, waarvan een aantal middels statenvoorstellen eerder met Provinciale Staten zijn gedeeld. Bij de reeds met Provinciale State gedeelde voorstellen is steeds het voorbehoud opgenomen dat de vaststelling van dergelijke voorstellen qua financiële dekking ‘onder voorbehoud is van de integrale afwegingen bij de Kadernota 2025-2028’. In de Kadernota zijn wij tot een integrale afweging van de door de organisatie naar voren gebrachte voorstellen gekomen. Deze wordt voorgelegd aan Provinciale Staten ter besluitvorming voor, zodat dit vervolgens financieel vertaald kan worden naar de door Gedeputeerde Staten op te stellen Begroting 2025.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel Kadernota 2-25-2028 vast te stellen en ter besluitvorming naar Provinciale Staten te sturen.

  7. 03

    Essentie / samenvatting:
    Het Gemeenschappelijk Orgaan siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies (GO HWL) heeft Ontwerpkadernota 2025, de voorlopige Jaarstukken 2023 en de Ontwerpbegroting 2025 vastgesteld en aan de Provinciale Staten van de vier aan het GO HWL deelnemende provincies voorgelegd ter kennisname. Over de Ontwerpbegroting 2025 kunnen Provinciale Staten vóór 7 juli 2024 een zienswijze indienen. In Utrecht is deze bevoegdheid aan Gedeputeerde Staten gedelegeerd. Aan GS wordt geadviseerd om geen gebruik te maken van de mogelijkheid van het indienen van een zienswijze op de Ontwerpbegroting 2025 omdat in de stukken een passend financieel meerjarenperspectief is geschetst, dat inhoudelijk aansluit bij de kaders en taken zoals omschreven in de Gemeenschappelijke Regeling siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies. Voor de komende vier jaar is de (meerjaren)begroting sluitend door tijdelijke inzet van de reserve met instemming van de toezichthouder. In de Kadernota 2025 geeft het GO HWL aandacht aan het passend combineren van het behoud van de universele waarde van het werelderfgoed met de ontwikkelingen die in Nederland noodzakelijk zijn, zoals herstel biodiversiteit, woningbouw, waterbeheer, energietransitie, klimaatadaptatie en landbouwtransitie. Het GO zal het vormen van visie hierop en daaruit voortkomende strategieën bevorderen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. geen gebruik te maken van de mogelijkheid om namens Provinciale Staten een zienswijze in te dienen bij het Gemeenschappelijk Orgaan op de Ontwerpbegroting 2025;
    2. de Statenbrief “Ontwerpbegroting, -kadernota 2025 en voorlopige jaarstukken 2023 van het Gemeenschappelijk Orgaan Siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies” vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    3. de antwoordbrief over de Ontwerpbegroting 2025 vast te stellen en toe te zenden aan het Gemeenschappelijk Orgaan siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies.

  8. 04

    Essentie / samenvatting:
    Het dagelijks bestuur van Het Utrechts Archief (HUA) heeft op 11 april jl. de ontwerpmeerjarenbegroting 2025- 2028 goedgekeurd. Op grond van artikel 59 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) ontvangen Provinciale Staten (PS) als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling HUA de ontwerpbegroting en worden in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Met het vaststellen van de Nota Samenwerkende partijen, hebben PS aan het college de bevoegdheid gedelegeerd om de aangeboden ontwerp programmabegroting te behandelen, inclusief de zienswijzeprocedure. Op basis van de voorliggende ontwerpprogrammabegroting wordt voorgesteld om een zienswijze in te dienen en zo een aantal punten onder de aandacht van het algemeen bestuur HUA te brengen. De voorliggende begroting voor 2025 van HUA is sluitend, net zoals het meerjarenperspectief voor de periode 2025-2028. Daarnaast past deze binnen het budget van het Domein Strategie & Bestuur en daarmee binnen de programmabegroting van de provincie Utrecht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. kennis te nemen van de ontwerpprogrammabegroting 2025-2028 HUA, de jaarrekening HUA 2023 en de kadernota HUA 2024;
    2. de zienswijze op de ontwerpprogrammabegroting 2025-2028 vast te stellen en deze bij het dagelijks bestuur van HUA in te dienen;
    3. de bijgevoegde statenbrief 'Zienswijze ontwerpprogrammabegroting 2025-2028 Het Utrechts Archief (HUA)’ vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  9. 05

    Essentie/ samenvatting:
    Per 1 januari 2024 is de aangepaste Huisvestingswet 2014 van kracht. Hierin zijn aanpassingen opgenomen die gemeenten meer ruimte geven om specifieke doelgroepen, eigen inwoners en mensen met bepaalde beroepen te ondersteunen bij het vinden van een betaalbare huurwoning of nieuwbouwkoopwoning. Een andere, meer procedurele, aanpassing betreft de verplichting voor gemeenten om voortaan bij het opstellen of wijzigen van hun huisvestingsverordening de provincie om advies te vragen.


    Gemeente Utrecht vraagt als eerste Utrechtse gemeente een advies op haar huisvestingsverordening aan Gedeputeerde Staten. De U10 gemeenten hebben de wijzigingen m.b.t. de huisvestingsverordeningen regionaal afgestemd. De komende tijd zullen de andere gemeenten van de U10 volgen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het advies van de provincie op de huisvestingsverordening van de gemeente Utrecht vast te stellen en te verzenden aan gemeente Utrecht.

  10. 08

    Essentie / samenvatting:
    Provinciale Staten hebben via Amendement 22 ´Lokaal eigendom´ aangegeven dat de provincie bij mogelijke planvorming van windenergieprojecten minimaal 50% lokaal eigendom als uitgangspunt hanteert en streeft naar maximale participatie door omwonenden. In de Omgevingsvisie is het streven naar 50% lokaal eigendom bij energieprojecten opgenomen. Echter om goed te kunnen sturen op lokaal eigendom is beleid nodig. Er is daarom een Beleids- en toetsingskader Lokaal Eigendom en Participatie bij windenergieprojecten opgesteld dat ter vaststelling aan Provinciale Staten wordt aangeboden. Daarnaast worden Provinciale Staten geïnformeerd over de uitvoering van Motie 58 ‘Iedereen kan meedoen’ en Motie 59a ‘Coöperatief provinciaal eigendom’ en worden ze met een memo geïnformeerd over het vervolgproces meest kansrijke gebieden windenergie.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel Beleidskader Lokaal Eigendom en Participatie bij windenergieprojecten vast te stellen en samen met het memo Proces meest kansrijke gebieden windenergie, memo uitvoering Motie 58 Iedereen kan meedoen en memo uitvoering Motie 59a Coöperatief provinciaal eigendom toe te zenden aan Provinciale Staten.

  11. 09

    Essentie / samenvatting:
    De Utrechtse Klimaataanpak: Naar Netto Nul is gericht op het versnellen van de klimaattransitie en maakt het volgende mogelijk: 1. Meer sturing en versnelling geven aan de doelstellingen op het gebied van broeikasgasreductie. 2. In beeld te krijgen of de klimaatmitigatie-doelen voor 2030 en 2050 worden gehaald en daarmee het creëren van momentum om bij te sturen. 3. Vaststellen van (indicatieve) provinciale klimaatstreefdoelen voor 2030 en 2050. De basis vormen de klimaattafels die ook landelijk worden gehanteerd: Elektriciteit, Mobiliteit, Gebouwde Omgeving, Landbouw & Landgebruik en Industrie. Daaraan zijn nu indicatieve restemissiedoelstellingen gekoppeld die gelden voor het grondgebied van de provincie Utrecht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel "de Utrechtse Klimaataanpak: Naar Netto Nul" vast te stellen en ter besluitvorming voor te leggen aan Provinciale Staten, met in dit statenvoorstel de volgende beslispunten:
    a. vaststellen van de Utrechtse Klimaataanpak: Naar Netto Nul onder voorbehoud van vaststelling van het benodigde budget in de Kadernota 2025;
    b. de kaders van de Utrechtse Klimaataanpak mee te nemen in de wijziging van de Omgevingsvisie.
    c. De motie 100: ‘Klimaat Centraal’ en motie 79: ‘Code Rood voor het Klimaat’ zijn hiermee afgedaan.

  12. 11

    Essentie / samenvatting:
    Er is een monitoringsrapportage energie en klimaat opgesteld. Deze geeft inzicht in de stand van zaken en de voortgang van de beide opgaven. De scope van deze rapportage betreft zowel de gehele provincie als de Utrechtse gemeenten. Het lijkt daarmee op, en leunt tevens voor de data op, de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).


    Met de statenbrief en de monitoringsrapportage wordt tevens uitvoering gegeven aan motie 46 Scan en beleidsvoorstel energiebesparingsdoelen Gemeenten. Er is een scan uitgevoerd om energiebesparing bij Utrechtse gemeenten te inventariseren en de voortgang is via de monitoringsrapportage inzichtelijk gemaakt. In de statenbrief is toegelicht hoe invulling wordt gegeven aan het beleidsvoorstel.


    Belangrijkste bevindingen monitoringsrapportage Uit de monitoringsrapportage blijkt o.a. dat de provincie Utrecht een significant ander profiel heeft dan Nederland als geheel. Zo zijn de sectoren gebouwde omgeving en vooral mobiliteit in Utrecht relatief groot, terwijl de sectoren elektriciteit en industrie juist relatief klein zijn. De prognose, op basis van de KEV 2023, is dat de provincie Utrecht in 2030 een emissiereductie van 42-54 procent t.o.v. 1990 kent. Hiermee valt de gewenste 55% reductie net buiten bereik. Uit de rapportage blijkt ook dat het aandeel hernieuwbare energie de laatste jaren sterk toeneemt. Zo zat de provincie Utrecht in 2021 op 8,2% hernieuwbare energie in relatie tot het totale verbruik. Dit betreft alle vormen van energie: elektriciteit, warmte en vervoer. In het bijzonder kent elektriciteit een grote groei: 13,3% van alle elektriciteit was hernieuwbaar in 2021. Het aandeel hernieuwbare elektriciteit is daarmee nog wel ver verwijderd van het doel om in 2030 minimaal 55% van het elektriciteitsgebruik hernieuwbaar op te wekken. Er wordt echter een significante groei tot 2030 voorzien. Wanneer de 2,4 TWh hernieuwbare elektriciteit uit de RES-doelstellingen wordt gehaald komt de provincie Utrecht waarschijnlijk net onder de 55% in 2030. Het restant zal gevuld moeten worden door een realistische autonome groei van kleinschalig zon op dak (wat niet meetelt in de RES-doelstelling). Hiermee komt 55% in 2030 binnen bereik.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Monitoringsrapportage energie en klimaat vast te stellen;
    2. de Statenbrief Monitoringsrapportage energie en klimaat; uitwerking motie 46 vast te stellen en – met de Monitoringsrapportage energie en klimaat als bijlage – toe te zenden aan Provinciale Staten.

  13. 13

    Essentie / samenvatting:
    De Nota grondbeleid 2024-2028 is het vervolg op de Nota grondbeleid 2020 waarmee een volgende stap wordt gezet in het vastleggen van het grondbeleid wat aansluit bij de beleidsopgaven, de huidige- en aankomende wetgeving en de keuze voor een meer actief grondbeleid. Sinds de Nota grondbeleid 2020 hebben de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de provincie Utrecht verder vorm gekregen, zoals beschreven in o.a. de Omgevingsvisie 2021. De Omgevingsvisie geeft de eerste richtinggevende doelen. De verdere uitwerking van het Utrechts Programma Landelijk Gebied (hierna: UPLG) en de Gebiedsgerichte Aanpak (hierna: GGA) zijn van invloed op de invulling van het grondbeleid. Daarmee is het grondbeleid opgavegericht en grond een middel om de beleidsdoelen mede te realiseren.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten: 
    1.  het statenvoorstel “Nota grondbeleid 2024-2028” vast te stellen en ter besluitvorming toe te te sturen aan Provinciale Staten;
    2. het Uitvoeringskader grondbeleid en pachtbeleid 2024-2028 vast te stellen;
    3. mandaat, volmacht en machtiging aan te passen zodanig dat deze bij aan- en verkopen tot 5 ha losse grond ligt bij de directeur Landelijke leefomgeving. Dit aan te passen bij de volgende wijziging mandaatbesluit secretaris.

  14. 14

    Essentie / samenvatting:
    In het Coalitieakkoord is afgesproken dat er aanvullende financiële instrumenten worden ontwikkeld om de energietransitie te versnellen. In de Strategische College Agenda (SCA) is dit initiatief als nummer 27 opgenomen. Daarover is afgesproken: “We maken een plan voor de verdeling van de middelen over de verschillende thema’s en bijbehorende financiële instrumenten. We zoeken daarbij naar mogelijkheden voor cofinanciering vanuit landelijke en Europese fondsen”.


    Het Plan inzet middelen versnelling energietransitie is ontwikkeld op basis van het onderzoek naar Financiële Instrumenten voor Versnelling van de Energietransitie (FIVET) dat in 2022 op initiatief van Provinciale Staten is uitgevoerd. In het plan worden keuzes gemaakt voor thema’s binnen de energietransitie waar de komende jaren het meeste effect kan worden bereikt met aanvullend financieel instrumentarium. Ook worden keuzes gemaakt voor het type instrument en de omvang van het instrument. Er wordt inzicht gegeven in de verwachte effecten, zowel maatschappelijk als financieel. Provinciale Staten wordt gevraagd om het plan vast te stellen en de middelen voor een deel van het instrumentarium beschikbaar te stellen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel inzet middelen versnelling energietransitie vast te stellen en samen met het Plan inzet middelen versnelling energietransitie, toe te zenden aan Provinciale Staten.

  15. 15

    Essentie / samenvatting:
    Als uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk Gebied hebben alle provincies begin juli 2023 de eerste concepten van hun Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) ingediend bij het Rijk. Voor Utrecht is dit het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG).


    In het najaar van 2023 is geconstateerd dat het UPLG gezien moet worden als een programma onder de Omgevingswet en dat tevens een Plan-MER noodzakelijk is. Op grond van de Omgevingswet is het de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten om deze programma’s vast te stellen, dit geldt dus ook voor het UPLG. Conform de ‘Werkwijze programma’s en projectbesluiten’ hebben de Staten de mogelijkheid om kaders te formuleren voor dit programma. In de voorliggende Kaderstellende notitie UPLG zijn deze kaders geformuleerd.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de kaderstellende notitie UPLG incl. Statenvoorstel vast te stellen en te versturen aan Provinciale Staten.

    I

  16. 18

    Essentie / samenvatting:
    Op 7 februari jl. hebben Provinciale Staten (PS) de eerste wijziging Omgevingsverordening vastgesteld met daarin de aanpassing van de instructieregels ter bescherming van het natuurnetwerk Nederland (hierna NNN) in de provincie Utrecht. Als hulpmiddel bij de toepassing van deze regels in gemeentelijke plannen is een handreiking opgesteld. Bij vaststelling van de eerste wijziging Omgevingsverordening hebben PS tevens een motie aangenomen waarin zij Gedeputeerde Staten (GS) verzoeken om bepaalde zaken in de handreiking op te nemen en de handreiking te bespreken in de commissie Ruimte, Groen en Wonen (RGW) voordat de handreiking wordt vastgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “Handreiking bij de regels natuurnetwerk Nederland” vast te stellen en inclusief bijlage (de concept-handreiking) toe te sturen aan de Provinciale Staten.

  17. 19

    Essentie / samenvatting:
    Provincie Utrecht is sinds 2020 partner van de Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven (DKH GSL), een samenwerkingsverband van kennisinstellingen, overheden en private organisaties. In de uitvoering wordt vaak samengewerkt met inwoners. In de Hernieuwde Samenwerkingsovereenkomst 2024-2027 wordt de bestaande samenwerking door de betrokken partijen opnieuw bevestigd. De ambitie van de Data- en Kennishub is stedelijk leven gezonder te maken door als community of practice data en kennis uit te wisselen en te verrijken, en samenwerking aan te jagen in Living Labs. Dit doen de samenwerkende partijen door wetenschappelijk onderbouwde, grensverleggende concepten en maatregelen die een positief effect hebben op de gezondheid van de inwoners te ontwikkelen, toe te passen, te valideren en te monitoren. De opbrengsten van de afgelopen jaren en de kansen om ontwikkeling van kennis en toepassing in (provinciaal) beleid en praktijk verder te brengen, is ook reden om door te gaan in de Data- en Kennishub. Het sluit ook aan bij de regionale agenda Utrecht, Heart of Health, waar we samenwerken aan een gezondere, duurzamere toekomst. Hier ontwikkelen we oplossingen en innovaties die ons in staat stellen fysiek, mentaal en sociaal gezonder te leven, in een omgeving die daaraan bijdraagt.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Hernieuwde Samenwerkingsovereenkomst Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven 2024-2027 vast te stellen en aan te gaan;
    2. de Statenbrief “Hernieuwde Samenwerkingsovereenkomst Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven 2024-2027” vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  18. 20

    Essentie / samenvatting:
    De provincie Utrecht heeft in het verleden acht aardkundige monumenten benoemd. Aardkundige monumenten zijn plekken in de provincie waar het verhaal van het ontstaan van het landschap nog duidelijk te herkennen is. Met dit besluit wordt het negende aardkundige monument benoemd: het Wiel van Bassa in de gemeente Vijfheerenlanden. Het op deze plek aanwezige water en de bocht in de Diefdijk weerspiegelen nog altijd de gevolgen van een dijkdoorbraak in 1573.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Wiel van Bassa te benoemen tot het negende aardkundige monument van de provincie Utrecht;
    2. de Statenbrief “Nieuw aardkundig monument Wiel van Bassa” vast te stellen en ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  19. 21

    Essentie / samenvatting:
    In de periode 4 maart tot en met 19 april 2024 heeft het Ontwerp Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029 ter inzage gelegen. In deze periode zijn ook een ambtelijke en bestuurlijke stakeholdersessie georganiseerd. De ontvangen zienswijzen zijn opgenomen in een Nota van beantwoording. In deze nota is geduid tot welke aanpassingen in het Definitieve Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029 de zienswijzen zullen leiden. De Staten worden met de brief geïnformeerd over deze Nota van beantwoording.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Nota van beantwoording Ontwerp Bereikbaarheidsprogramma vast te stellen;
    2. de reactie vragen Statencommissie Milieu en Mobiliteit van 28 februari 2024 vast te stellen;
    3. de Statenbrief “Nota van beantwoording Ontwerp Bereikbaarheidsprogramma” vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten toe te zenden.

  20. 22

    Essentie / samenvatting:
    Een weerbare en geloofwaardige overheid is een integere overheid die vrij is van criminele invloeden. Bovendien moeten bestuurders en ambtenaren hun werk op een veilige manier kunnen doen, zonder dat ze daarbij te maken krijgen met agressie en intimidatie. De provincie Utrecht besteedt dan ook zowel intern als extern uitdrukkelijk aandacht aan het thema ‘Weerbaar bestuur’. Dat doet zij vanuit de disciplines ‘Integriteit’, ‘Veilige Publieke Taak’ en via de ‘aanpak Ondermijning’. Daarmee draagt de provincie Utrecht bij aan de veerkracht van zowel het eigen bestuur, de lokale besturen als de samenleving.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Weerbaar Bestuur provincie Utrecht’ vast te stellen en ter informatie te versturen aan Provinciale Staten.

  21. 23

    Essentie / samenvatting:
    De Blauwe Agenda Utrechtse Heuvelrug is een gebiedsgerichte samenwerking rondom het watersysteem van de Utrechtse Heuvelrug. Met deze Blauwe Agenda wordt invulling gegeven aan het beleid voor een duurzaam en robuust bodem- en watersysteem, zoals is beschreven in de omgevingsvisie en het bodem- en waterprogramma (BWP). De Blauwe Agenda vormt voor de Utrechtse Heuvelrug een nadere uitwerking van diverse structurerende keuzes uit de kamerbrief Water en Bodem Sturend (IENW/BSK-2022/283041 d.d. 25-11- 22) en is ondersteunend aan het opstellen van het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG). Door middel van de statenbrief en jaarbericht worden de Staten op de hoogte gehouden van de voortgang en de uitgevoerde activiteiten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief “Stand van zaken Blauwe Agenda” vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te sturen.

  22. 25

    Essentie/ samenvatting:
    Provinciale Staten worden geïnformeerd over voortgang van het Programma Versnelling Woningbouw in 2023.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Voortgangsrapportage Programma Versnelling Woningbouw 2023 vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten toe te zenden.

  23. 26

    Essentie / samenvatting:
    De AWB-Adviescommissie heeft voor het eerst een geheel digitaal jaarverslag uitgebracht. Het verslag geeft een duidelijk beeld van de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepen en klachten over het jaar 2023. De trend van een lichte daling van het aantal ingediende bezwaren, administratieve beroepen en klachten heeft zich in 2023 voortgezet. Ook is sprake van een lichte stijging van het aantal procedures dat binnen wettelijke behandeltermijnen wordt afgehandeld. De commissie heeft geen nieuwe aanbevelingen gedaan.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief over het jaarverslag van de AWB-Adviescommissie vast te stellen en ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

  24. 27

    Essentie / samenvatting:
    De provinciearchivaris brengt verslag uit aan GS over zijn bevindingen als toezichthouder onder de Archiefwet. Dit jaarverslag gaat gepaard met een managementreactie, waarin de voornemens en huidige stand van zaken worden belicht. De belangrijkste aandachtspunten van het jaarverslag en de voorgenomen acties in de managementreactie, worden met bestuurlijk perspectief uitgelicht in de Statenbrief. De provinciearchivaris heeft twee nieuwe aanbevelingen gedaan, om meer structuur te krijgen in de IV-governance (waaronder informatiehuishouding) en om informatiebeheer onder de Omgevingswet beter te waarborgen. De managementreactie belicht de stand van zaken per openstaande aanbeveling van de provinciearchivaris. Deze worden samengevat in de Statenbrief, zodat de managementreactie niet separaat mee hoeft.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het jaarverslag van de provinciearchivaris over het toezicht op de informatiehuishouding in 2022-2023 vast te stellen;
    2. de managementreactie op het jaarverslag, de daarin uitgesproken prioriteiten en huidige stand van zaken vast te stellen;
    3. de Statenbrief 'Jaarverslag provinciearchivaris 2022-2023' vast te stellen en met het jaarverslag ter verantwoording aan te bieden aan Provinciale Staten, zoals voorgeschreven in de Archiefverordening provincie Utrecht 2014.