Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 18 juni 2024

09:30 - 12:30
Locatie

Kasteel Amerongen Drostestraat 20, 3958 BK Amerongen

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 02A

    Essentie / samenvatting:
    Het college van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) heeft Provinciale Staten per brief van 11 juni jl. geïnformeerd over haar besluit op een intrekkingsverzoek van Schiphol. Het betreft de intrekking van een natuurvergunning en het benutten van de daardoor vrijkomende stikstofruimte voor een vergunningaanvraag door Schiphol. De SGP heeft art. 47 vragen gesteld over het bericht van GS. Met het voorliggende stuk stelt GS de beantwoording van die vragen vast.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van den Dikkenberg van SGP betreffende ‘Provincie Utrecht geeft stikstofruimte aan Schiphol’ vast te stellen en te verzenden.

  2. 03

    Essentie / samenvatting:
    Met de gemeente Utrecht en gemeente Amersfoort is er in april een werkbezoek naar Groningen geweest op het thema Openbaar Vervoer. Naar aanleiding van dit werkbezoek zijn er door Statenleden schriftelijke vragen gesteld over vier verschillende onderwerpen, te weten:
    - tarieven (het reisproduct voor minima)
    - lijnvoering
    - hubs
    - reizigerwerving
    In de bijlagen worden deze vragen beantwoord.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de statenleden de heer Harinck (D66), mevrouw Flink (PvdA), heer Hossain (VVD), heer Oude Wesselink (GroenLinks), heer Vermaat (SGP) en mevrouw Rikkoert (ChristenUnie) betreffende het werkbezoek naar Groningen vast te stellen en te verzenden.

  3. 04

    Essentie / samenvatting:
    Op 5 april heeft het Algemeen Bestuur van de Regio Foodvalley ingestemd met het Regionaal Perspectief Landelijk Gebied Foodvalley (Verder RPLG). Op dezelfde datum heeft het bestuur het RPLG aangeboden aan GS. In de aanbiedingsbrief wordt aan GS gevraagd om een reactie op het RPLG en hoe Provincie Utrecht het RPLG betrekt bij het opstellen van het UPLG. Via een brief wordt inhoudelijk gereageerd op het RPLG van Regio Foodvalley en het verzoek deze te betrekken bij het UPLG.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de reactiebrief op het Regionaal Perspectief Landelijk Gebied Foodvalley vast te stellen, aan de Regio Foodvalley te versturen en PS een afschrift van deze brief te sturen.

  4. 05

    Essentie / samenvatting:
    Na het besluit van Provinciale Staten (hierna PS) van 14 december 2022 (PS2022MM106) over het Programma Toekomst N201 zijn samenwerkingsafspraken nader uitgewerkt tussen de provincie Utrecht (hierna: de provincie) en de gemeenten De Ronde Venen en Stichtse Vecht voor verdere voorbereiding en realisatie van het maatregelenpakket. In de overeenkomst staan afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de provincie en de gemeente. Daarin worden dan ook afspraken geregeld over ruimtelijke procedures, zoals bestemmingsplanwijzigingen. Op 14 december 2023 ondertekenden de provincie en de gemeente De Ronde Venen al een realisatieovereenkomst (hierna: ROK) om het Programma Toekomst N201 te kunnen realiseren. Op 4 juli 2024 staat ondertekening van de ROK met de gemeente Stichtse Vecht ingepland. Er is afgesproken een feestelijk moment te koppelen aan de ondertekening. Verder worden PS geïnformeerd over de stand van zaken van het project N201; specifiek over afronding van de studie naar de fietstunnel Mijdrecht, optimalisaties van het ontwerp, stikstofregels en de verdere voortgang van het Programma Toekomst N201. Het eerste deel van het maatregelenpakket gaat in 2025 in uitvoering.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de overeenkomst Toekomst N201 met de gemeente Stichtse Vecht, inclusief bijlagen, vast te stellen en aan te gaan;
    2. de Statenbrief stand van zaken Toekomst N201 vast te stellen om Provinciale Staten op de hoogte te stellen van de overeenkomst en te informeren over de stand van zaken van het Programma Toekomst N201.

  5. 06

    Essentie / samenvatting:
    De jaarstukken 2023 geven een betrouwbaar beeld van de financiële situatie van de NV Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (NV OMU) en de behaalde financiële, ruimtelijke en maatschappelijke resultaten in 2023. Het financiële resultaat is in 2023 meer negatief dan begroot (€ -5,2 miljoen vs.€ -3,0 miljoen begroot). Dit financieel resultaat is tot stand gekomen, doordat NV OMU - meer dan begroot - heeft geïnvesteerd in het aankopen van (4) verouderde bedrijfslocaties. De ruimtelijke en financiële resultaten van het Transformatiefonds worden grotendeels bepaald door het afronden van lopende projecten, hetgeen voor nieuwe investeringsruimte zorgt. Het Transformatiefonds kende een licht positief resultaat (€ 0,1 miljoen). Voor het Herstructureringsfonds A geldt dat de ruimtelijke resultaten van de investeringen uit 2023 nog tot stand moeten komen. In dit fonds is inmiddels € 24 miljoen geïnvesteerd (van de € 30 miljoen aan nieuwe middelen) met een voorzien tekort van € 4,7 miljoen. Herstructureringsfonds B is nog niet in gebruik, in afwachting van EU-goedkeuring op staatssteun.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. goedkeuring te verlenen aan het besluit van het bestuur van de NV OMU tot vaststelling van de Jaarstukken 2023, onder voorbehoud van een positieve controleverklaring door accountant Eshuis;
    2. de Gedeputeerde Financiën te mandateren in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de NV OMU, de besluiten betreffende de Jaarstukken 2023 (incl. Jaarrekening 2023) goed te keuren en daarmee decharge te verlenen aan directie en Raad van Commissarissen van NV OMU;
    3. de Statenbrief over de jaarcijfers 2023 van NV OMU vast te stellen en met de Jaarstukken 2023 ter informatie aan Provinciale Staten toe te zenden, na goedkeuring in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 24 juni 2024.

  6. 07

    Essentie / samenvatting:
    Conform het coalitieakkoord 2023-2027 is het provinciaal kantorenbeleid geëvalueerd. In deze evaluatie is geconcludeerd dat de keuze van de provincie Utrecht voor het gebruik van een inpassingsplan logisch was. Ook droeg het kantorenbeleid (plancapaciteit reduceren en transformatie faciliteren) bij aan het terugdringen van de leegstand. Daarmee is het beleid doeltreffend gebleken. Het beleid is in principe doelmatig geweest, al kan niet worden uitgesloten dat een andere aanpak tot dezelfde of betere resultaten had geleid. Feitelijk heeft het beleid zijn werking gehad en zijn in de evaluatie belangrijke inzichten voor toekomstig kantorenbeleid gedeeld. Op 3 juli volgt er een informatiesessie over de resultaten. Op basis van de behoefteraming kantoren (2023), de vastgoedmonitor en deze evaluatie, wordt bezien hoe het kantorenbeleid aangepast wordt. Naar verwachting wordt eind dit jaar een Statenvoorstel voor aanpassing van het kantorenbeleid aan PS voorgelegd.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het eindrapport Evaluatie beleid planreductie en kantorentransformatie provincie Utrecht vast te stellen;
    2. de statenbrief Resultaten evaluatie kantorenbeleid vast te stellen en samen met het eindrapport ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  7. 08

    Essentie / samenvatting:
    Met de ondertekening van het convenant zeggen de provincie, gemeente Zeist, Stichting Utrecht Science Park en Newcastle Investment BV (eigenaren terrein) hun medewerking toe om de voormalige TNO-locatie in Zeist te ontwikkelen tot een volwaardige satellietlocatie van Utrecht Science Park. Het convenant is gekoppeld aan een samenwerkingsovereenkomst tussen Stichting Utrecht Science Park en de eigenaar van de locatie. Het voornemen is het convenant op 24 juni 2024 te ondertekenen tijdens het Bestuurlijk Overleg USP.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het convenant met Stichting Utrecht Science Park, Newcastle Investment BV en gemeente Zeist vast te stellen en aan te gaan;
    2. de Statenbrief Convenant voor de ontwikkeling van Utrecht Science Park Zeist vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten na ondertekening van het convenant.

  8. 09

    Essentie / samenvatting:
    Met het landelijke programma Werklandschappen van de Toekomst wordt ingezet op toekomstgerichte groene, gezonde en klimaatbestendige bedrijventerreinen. Meer specifiek richt het programma zich op vergroening en het klimaatadaptief maken van bedrijventerreinen. Dit sluit aan bij de provinciale ambities om te werken aan Werklandschappen van de Toekomst. Om als provincie deel te nemen aan het programma en de gevraagde cofinanciering te leveren is het wenselijk om een samenwerkingsovereenkomst te tekenen, in dit geval een Green Deal. De provincie Utrecht onderschrijft de ambities die omschreven staan in de Green Deal Werklandschappen van de Toekomst. De ondertekening van de Green Deal is gepland op 21 juni 2024. Daarnaast wordt vanuit de provincie ingezet op het stimuleren van samenwerking/ organisatiegraad op bedrijventerreinen en zijn recentelijk de middelen vanuit de Specifieke Uitkering Bedrijfsmatig Vastgoed (die begin dit jaar door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is opengesteld) toegekend.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de overeenkomst Green Deal Werklandschappen van de Toekomst met Stichting Werklandschappen van de Toekomst, vast te stellen en aan te gaan;
    2. de portefeuillehouder Economie te machtigen om de overeenkomst mede namens de andere portefeuillehouders ieder voor hun portefeuille te ondertekenen, en voor zover nodig op ondergeschikte onderdelen of redactioneel te wijzigen;
    3. de Statenbrief ‘Werklandschappen van de Toekomst’ vast te stellen en deze ter informatie aan Provinciale Staten te sturen.

  9. 10

    Essentie / samenvatting:
    Op 25 maart 2024 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan inzake een namens Gedeputeerde Staten op grond van de Interim Omgevingsverordening opgelegde last onder dwangsom voor het plaatsen van een reclamebord. De rechtbank heeft eiseres in het gelijk gesteld en het beroep gegrond verklaard omdat het reclamebord niet is geplaatst in de periode dat de Interim Omgevingsverordening van toepassing was, in het desbetreffende verbod in de Interim Omgevingsverordening het woord 'behouden' dan wel de zin 'in stand houden' ontbreekt en daarom geen last had kunnen worden opgelegd. Ook in de Omgevingsverordening, zoals in werking getreden op 1 januari 2024, ontbreekt in het desbetreffende verbod het woord 'behouden' dan wel de zin 'in stand houden'. Gedeputeerde Staten besluiten daarom om het toezicht en de handhaving, voor zover sprake is van het plaatsen van een bord, spandoek, vlag, informatiezuil of vergelijkbaar object waarvan niet is vastgesteld door wie of namens wie op te schorten totdat dit gebrek in de omgevingsverordening is hersteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. Niet langer te handhaven voor zover niet is vast te stellen door wie of namens wie borden, spandoeken, vlaggen, informatiezuilen of vergelijkbare objecten zijn geplaatst in het ‘Gebied landschappelijke waarden’, totdat in de Omgevingsverordening provincie Utrecht naast het plaatsen ook het behouden of in stand houden of woorden van gelijke strekking zijn opgenomen in de verbodsbepaling van artikel 7.16;
    2. het toezicht en de handhaving voort te zetten in die gevallen waarvan is vastgesteld door wie of namens wie borden, spandoeken, vlaggen, informatiezuilen en vergelijkbare objecten zijn geplaatst in het ‘Gebied landschappelijke waarden’ (zoals beschreven in artikel 7.16 van de Omgevingsverordening provincie Utrecht) ongeacht of er sprake is van een zogenaamde ‘heterdaad’.