- Locatie
16.30
- Voorzitter
- J.H. Oosters
Agendapunten
-
0.13.H
Essentie / samenvatting:
Deze brief aan de Staten is een afdoening op de actualiteitenmotie: Regie op communicatie wolf. De Statenbrief laat zien dat er verschillende vormen van communicatie zijn betreffende de wolf: incidentencommunicatie, het geven van handelingsperspectieven en een brede voorlichtingscampagne. Gezien het feit dat het Landelijk Informatiepunt Wolf (voorlopig) nog niet operationeel is, wordt publiekscommunicatie vanuit de provincie voortgezet met een verschuiving van het communiceren van incidenten en handelingsperspectieven naar het brede verhaal en voorlichting over de wolf. Zodra het Landelijk Informatiepunt Wolf operationeel is, zal de voorlichtingscampagne vanuit de provincie weer worden afgeschaald.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “Afdoening motie regie op communicatie wolf” vast te stellen en ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.
-
0.20.H
Essentie / samenvatting:
Dit betreft het ontwerp Actieplan geluid provincie Utrecht 2024-2029. Het plan is een verplicht uitvoeringsprogramma binnen de Omgevingswet en gericht op het geluid van onze provinciale wegen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het ontwerp Actieplan geluid provincie Utrecht 2024-2029 vast te stellen;
2. het ontwerp Actieplan geluid provincie Utrecht 2024-2029 ter inzage te leggen van dinsdag 17 december 2024 t/m maandag 27 januari 2025;
3. de Statenbrief ontwerp Actieplan geluid provincie Utrecht 2024-2029 vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
4. de portefeuillehouder Milieu te mandateren ondergeschikte of redactionele wijzigingen aan te brengen in het ontwerp Actieplan geluid provincie Utrecht 2024-2029. -
0.29.H
Essentie / samenvatting:
Op 28 juni 2023 is motie 26 ‘Niet kakken tussen de takken’ aangenomen. In deze motie wordt het college verzocht om in overleg te gaan met gemeenten en terreinbeherende organisaties over sanitaire voorzieningen bij natuur- en recreatiegebieden. Daarnaast is het college verzocht om de subsidiemogelijkheden voor deze voorzieningen onder de aandacht te brengen bij deze organisaties. Als uitwerking van de motie is een onderzoeksbureau met gemeenten en terreinbeherende organisaties in gesprek gegaan om te inventariseren wat mogelijke locaties zijn voor openbare toiletten en wat belemmeringen zijn om tot realisatie over te gaan. Daarnaast heeft het bureau de organisaties op de hoogte gebracht van de subsidiemogelijkheden van de provincie Utrecht en het aanbod van de Maag Lever Darm stichting om in natura een composterend toilet te schenken. Het rapport dat het bureau heeft opgesteld maakt inzichtelijk wat geschikte locaties zijn voor openbare toiletten en welke belemmeringen worden ervaren voor het beheer en onderhoud. Het rapport levert concrete aanbevelingen op.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. akkoord te gaan met de beantwoording van de motie ‘Niet kakken tussen de takken’;
2. de Statenbrief vast te stellen en samen met het rapport ‘Kansen voor openbare toiletten in Utrechtse natuur- en recreatiegebieden’ door te sturen naar Provinciale Staten. -
0.32.H
Essentie / samenvatting:
Op 22 december 2022 hebben Gedeputeerde Staten ontheffing verleend in het kader van de Interim Omgevingsverordening provincie Utrecht voor de tijdelijke opvang Oekraïense vluchtelingen en statushouders op het perceel Amersfoortsestraat 91 te Soesterberg (recreatiepark Albertsdorp). Deze ontheffing is verleend voor de termijn van 18 maanden, geldend vanaf het verlenen van de omgevingsvergunningen voor het afwijkende gebruik door het college van burgemeester en wethouders van Soest. Deze omgevingsvergunningen zijn door het college van Soest verleend op 14 augustus 2023 en gelden in principe tot en met 14 februari 2025. Om verlenging van het gebruik mogelijk te maken moet opnieuw een tijdelijke omgevingsvergunning worden verleend voor na 14 februari 2025. Dit dient nu te gebeuren voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Om die reden wordt door de gemeente Soest verzocht om de door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing te verlengen tot en met 4 maart 2027 met in achtneming van de instructieregels zoals opgenomen in de Omgevingsverordening provincie Utrecht.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de gemeente Soest ontheffing te verlenen op basis van artikel 1.6 van de verordening ten behoeve van het Omgevingsplan voor de tijdelijke opvang van Oekraïense vluchtelingen en van statushouders in de recreatiewoningen op het recreatiepark Albertsdorp aan de Amersfoortsestraat 91 in Soesterberg tot en met 4 maart 2027 onder de voorwaarde dat er geen aantasting zal plaatsvinden van het Natuurnetwerk Nederland als bedoeld in afdeling 6 van de verordening;
2. de statenbrief over de ontheffing vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te zenden. -
0.33.H
Essentie / samenvatting:
Op 16 december 2024 vindt de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van de NV OMU plaats. In deze vergadering wordt door de NV OMU de begroting 2025 ter goedkeuring aan de provincie Utrecht voorgelegd. De begroting voor 2025 is deels gebaseerd op de lopende activiteiten van OMU (bestaande middelen), en deels op de uitvoering van de extra taken door NV OMU. Een groot gedeelte van de middelen in Herstructureringsfonds A is geïnvesteerd in verschillende projecten. Er ontstaat door verkopen meer ruimte voor nieuwe projecten in het Transformatiefonds. Herstructureringsfonds B wordt nog niet gebruikt in afwachting van definitieve helderheid over een EU-melding over staatssteun. In de begroting 2025 wordt rekening gehouden met een klein tekort in het Transformatiefonds (€ 0,2 miljoen), grotendeels door doorbelasting uit de holding. Daarnaast is er een tekort begroot in Herstructureringsfonds A (€ 2,6 miljoen), grotendeels door nieuwe acquisities en verliesneming. In Herstructureringsfonds B is er nog geen overschot/tekort, omdat dit nog niet in gebruik is.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. in te stemmen met de agenda voor de AVA OMU op 16 december 2024 en alle onderliggende stukken vast te stellen;
2. goedkeuring te verlenen aan het besluit van het bestuur van de NV OMU tot vaststelling van de Begroting 2025;
3. de Gedeputeerde Financiën te mandateren in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de NV OMU, de besluiten betreffende de Begroting 2025 goed te keuren;
4. ten aanzien van bijlage 2 (A. concept notulen AVA 24-06-24) geheimhouding op te leggen overeenkomstig artikel 84 van de Provinciewet en op grond van artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet Open Overheid (WOO). -
03
Essentie / samenvatting:
Het voornemen is om op de Nationale Woontop van 11 december 2024 een akkoord te tekenen met het Rijk, regiopartijen en private partijen voor de ontwikkeling van Groot Merwede-Rijnenburg.
Inzet is dat alle betrokken publieke partners (gemeenten Utrecht en Gemeente Nieuwegein, Provincie Utrecht, Ministeries van VRO, IenW en HDSR) én twee vertegenwoordigers van private partijen (BPD en Portaal) mee te laten tekenen.
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het Akkoord van Rijnenburg vast te stellen en aan te gaan;
2. de Statenbrief Akkoord van Rijnenburg vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te versturen met bijbehorende bijlagen. -
04
Essentie / samenvatting:
Vanaf begin 2024 heeft de provincie een participatief traject doorlopen om te komen tot een gezamenlijk streefbeeld (visie) voor landbouw en voedsel voor de provincie Utrecht in 2050. Uit dit streefbeeld komen ambities naar voren die aangeven hoe de provincie wil en kan bijdragen om tot dit streefbeeld voor 2050 te komen. Deze ambities zijn kaderstellend voor de provincie en worden daarom ter vaststelling aan Provinciale Staten (PS) aangeboden. Na het vaststellen van deze ambities als beleidskaders door PS, kunnen Gedeputeerde Staten het document ‘Toekomst landbouw en voedsel provincie Utrecht’ vaststellen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het concept visiestuk “Toekomst landbouw en voedsel Provincie Utrecht 2050” vast te stellen;
2. het Statenvoorstel ‘Ambities landbouw en voedsel provincie Utrecht 2050’ vast te stellen en dit samen met de kaderstellende notitie ter vaststelling te versturen aan Provinciale Staten. -
06
Essentie / samenvatting:
PS worden gevraagd om financiële middelen beschikbaar te stellen ten behoeve van de wettelijke taak van de provincie om te zorgen voor actuele Natura 2000-beheerplannen. Voor het actualisatie traject heeft provincie Utrecht een extern bureau gecontracteerd. Binnen de bestemmingsreserve Programma Landelijk Gebied is ruimte beschikbaar voor de financiering van het actualiseren van vijf Natura 2000-beheerplannen. Natura 2000- beheerplannen zijn verplichte uitvoeringsprogramma’s onder de Omgevingswet en actualisatie van deze vijf Natura 2000-beheerplannen is nodig om ons aan onze wettelijke taak te houden voor het treffen van maatregelen ten behoeve van natuurherstel en doelenbereik voor Natura 2000-gebieden. Een uitgebreide gebiedsparticipatie is onderdeel van de actualisatie. Daarnaast worden PS geïnformeerd over de globale planning van het traject en de werkwijze richting PS. De in februari 2022 vastgestelde werkwijze voor programma’s onder de Omgevingswet wordt daarbij gevolgd.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel : “financiering opdracht actualisatie van vijf Natura 2000-beheerplannen” (documentnummer UTSP-1794653814-8692)vast te stellen en ter besluitvorming aan Provinciale Staten toe te zenden.
-
07
Essentie / samenvatting:
Vrijdag 29 november heeft het Kabinet aan de hand van vijf Kamerbrieven een aantal besluiten genomen hoe het invulling wil geven aan de natuur, klimaat en wateropgaven in het landelijk gebied. Deze Statenbrief bevat een korte samenvatting van de brieven gevolgd door een reflectie hierop door Gedeputeerde Staten. Kortheidshalve wordt verwezen naar de Statenbrief.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “Kamerbrieven landelijk gebied dd. 29-11-2024” vast te stellen en te versturen aan Provinciale Staten.
-
08
Essentie / samenvatting:
Op grond van de door Provinciale Staten op 20 september 2023 vastgestelde Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht kunnen Gedeputeerde Staten (GS) van Utrecht openstellingen van subsidieregelingen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) vaststellen. De Openstellingsbesluiten GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025 en GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers provincie Utrecht 2025 worden na besluitvorming van GS opengesteld van 15 januari 2025 tot en met 31 maart 2025. De openstellingen zijn gericht op productieve fysieke investeringen door landbouwers of samenwerkingsverbanden van landbouwers. De maatregelen productieve investeringen groen-blauw zijn vooral bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te stimuleren waarmee landbouwers het eigen bedrijf kunnen verduurzamen. Dit doen zij door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025 met een subsidieplafond van € 1.966.013,60, dat gedekt wordt uit het meerjarendoel 2.4.1 ‘Landbouw meer circulair en rendabel’, vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad;
2. het Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers provincie Utrecht 2025 met een subsidieplafond van € 1.401.320,-, dat gedekt wordt uit het meerjarendoel 2.4.1 ‘Landbouw meer circulair en rendabel’, vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad. -
09
Essentie / samenvatting:
Met het oog op de overzichtelijkheid, uniformiteit en onderlinge samenhang is het wenselijk om verschillende subsidieregelingen voor activiteiten die bijdragen aan de provinciale doelen in het landelijk gebied, te bundelen in één subsidieregeling. Daartoe wordt de nieuwe Subsidieregeling Leefomgeving vastgesteld die zeven bestaande provinciale subsidieregelingen vervangt. Voor drie onderdelen is inwerkingtreding per 1 januari zeer wenselijk voor de betreffende doelgroepen. Het betreft de Utrechtse Monitor Duurzame Landbouw (UMDL) Melkveehouderij 2025-2028, de UMDL Fruitteelt 2025-2028 en Groen doet Goed. De overige onderdelen worden nog beoordeeld op vereenvoudigingsmogelijkheden en zullen in januari ter besluitvorming aan GS voorgelegd worden en naar verwachting per 1 februari in werking treden.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Subsidieregeling Leefomgeving provincie Utrecht, geregistreerd onder UTSP-814175531-628, vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad;
2. het wijzigingsbesluit Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland, geregistreerd onder nummer UTSP814175531-629 vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad;
3. subsidieplafonds beschikbaar te stellen voor de Subsidieregeling Leefomgeving, hoofdstuk 11, de Utrechtse Monitor Duurzame Landbouw Melkveehouderij 2025-2028 (4,49 miljoen), hoofdstuk 12, de Utrechtse Monitor Duurzame Landbouw Fruitteelt 2025-2028 (0,75 miljoen) en hoofdstuk 6, Groen doet Goed (0,15 miljoen) en voor de Subsidieregeling AVP voor artikel 2.1 Beleefbare natuur (0,30 miljoen) en artikel 4.1 Leefbaarheid en kleine kernen (0,30 miljoen). -
10
Essentie / samenvatting:
Met het voorgestelde openstellingsbesluit stellen Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling verplaatsingen landbouwbedrijven Utrecht open voor verplaatsingen uit een straal van 500 meter van het Natura 2000-gebied Kolland & Overlangbroek. Binnen dit gebied zijn met het kavelruilproject Kromme Rijn Oost de voorwaarden geschapen voor verplaatsingen, die voldoen aan de prestatie-eisen in de subsidieregeling. Met de prestatieeisen in de subsidieregeling is geborgd dat de verplaatsing van landbouwbedrijven daadwerkelijk bijdraagt aan het herstel van kwetsbare natuur in de Natura 2000-gebieden.Besluit
Gedeputeerde Staten voor te stellen te besluiten:
1. het openstellingbesluit ‘Subsidieregeling verplaatsing landbouwbedrijven Kolland & Overlangbroek vast te stellen en bekend te maken in het Provinciaal Blad met een subsidieplafond van € 500.000 tot 31 december 2024.;
2. het subsidieplafond in de begroting 2025 te dekken uit het beleidsdoel 2.2 Kwaliteit van natuur is goed/ divers voor € 250.000 en het beleidsdoel 2.1 Natuurnetwerk robuust (ontwikkeld) voor € 250.000. -
11
Essentie/samenvatting:
Gedeputeerde Staten zijn overgegaan tot afwijzende besluitvorming op het verzoek van MOB tot intrekking van de natuurvergunning voor de veehouderij aan de Tweede Velddwarsweg 2 te Waverveen.
Het betreft een veehouderij die door Rijkswaterstaat is opgekocht. Rijkswaterstaat wil de natuurvergunning onder andere inzetten ten behoeve van het gebruik van de eigen, door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verleende, natuurvergunning op basis van extern salderen voor de aanpassing van de A27/A12 Ring Utrecht.
Van Rijkswaterstaat is nog geen verzoek tot intrekking ontvangen. Dat het verzoek tot intrekking van MOB wordt afgewezen, betekent niet dat kan worden ingestemd met de plannen van Rijkswaterstaat. Op het nog te ontvangen verzoek tot intrekking van Rijkswaterstaat dient afzonderlijk te worden besloten.
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de afwijzende besluitvorming op het verzoek van MOB tot intrekking van de natuurvergunning voor de veehouderij gelegen aan de Tweede Velddwarsweg 2 te Waverveen, vast te stellen en te verzenden.
-
12
Essentie / samenvatting:
Gedeputeerde Staten zijn op 11 juni 2024 overgegaan tot instemmende besluitvorming op een verzoek van vergunninghouder tot intrekking van de natuurvergunning voor een veehouderij in Wilnis. Schiphol heeft deze veehouderij buiten medeweten van de provincie Utrecht opgekocht en wil de vergunde stikstofruimte inzetten ten behoeve van het gebruik van de eigen natuurvergunning, zoals verleend door de Minister van LVVN.
De instemmende besluitvorming bevat onder andere de voorwaardelijkheid dat deze niet eerder in werking treedt dan nadat de door de Minister van LVVN verleende natuurvergunning onherroepelijk wordt, hetgeen allerminst zeker is omdat deze natuurvergunning onderwerp is van een juridische procedure. Zodoende is de mogelijkheid opengehouden om de vrijkomende vergunde stikstofruimte alsnog ten goede te laten komen aan de natuur en/of (het legaliseren van) projecten, binnen onze provincie.
Omdat Schiphol het oneens is met de aan de instemmende besluitvorming verbonden voorwaardelijkheid, heeft Schiphol namens vergunninghouder bezwaar aangetekend. De Awb-adviescommissie heeft vervolgens geadviseerd dit bezwaar gegrond te verklaren en de aan de instemmende besluitvorming verbonden voorwaardelijkheid te laten vervallen.
Gedeputeerde Staten kunnen zich niet vinden in het advies van de Awb-adviescommissie. Het bezwaar wordt daarom door Gedeputeerde Staten, in tegenstelling tot het advies van de Awb-adviescommissie, in de beslissing op bezwaar ongegrond verklaard waarbij de instemmende besluitvorming in stand wordt gelaten
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het bezwaarschrift, in tegenstelling tot het advies van de Awb-adviescommissie, ongegrond te verklaren;
2. het bestreden besluit van 11 juni 2024 in stand te laten;
3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en in de motivering daarvan, overeenkomstig artikel 3:50 van de Algemene wet bestuursrecht, de redenen voor afwijking van het advies van 29 oktober 2024 van de Awb-adviescommissie aan te geven.
Aantekening: Gedeputeerde Van Schie is het eens met het advies van de Awb-commissie en vindt dat dit gevolgd had moeten worden. Hij stemt daarom niet in met dit besluit.
-
14
Essentie / samenvatting:
De provincie gaat in de Actie-agenda Vitale Samenleving gemeenten, (maatschappelijke) organisaties, ondernemers en burgers ondersteunen in de ontwikkeling van gemeenschappen om zo de vitaliteit in kernen te versterken. Grote maatschappelijke vraagstukken vragen van burgers en gemeenten een gezamenlijke inzet en bereidheid om veranderingen aan te gaan. Dit is een vernieuwende manier van samenwerken, waarvan participatie de basis is, en waarbij de provincie aanjaagt en enthousiasmeert. Gemeenschappen worden ondersteund via een zogenaamde dorpendeal. Door middel van deze dorpendeals wordt een duurzame impact gerealiseerd in kernen tot 10.000 inwoners. Een gemeenschapsalliantie wordt opgericht, die bestaat uit samenwerkende partners die zich richten op het ondersteunen van gemeenschappen. De provinciale rol is vooral het ondersteunen door middel van het stimuleren van vernieuwende methoden, het met elkaar leren en inzet van kennis en financiële middelen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Actie-agenda Vitale Samenleving vast te stellen en deze ter informatie mee te sturen aan Provinciale Staten (PS);
2.het Statenvoorstel ‘Actie-agenda Vitale Samenleving’ vast te stellen en ter besluitvorming te versturen aan Provinciale Staten;
3. PS een voorstel neer te leggen om de middelen uit de saldi-reserve, te weten € 4.400.000,- (materieel budget en subsidies) en € 750.000,- (uitvoeringskosten) over te hevelen naar de programmabegroting beleidsdoel 10.7., met een onderverdeling in de volgende jaarschijven: 2025 - € 1.400.000,-, 2026 - € 1.850.000,- en 2027 - € 1.900.000,-. -
15
Essentie / samenvatting:
De verduurzaming van het Provinciale Vastgoed is onderdeel van het programmaplan energietransitie 2020- 2025. Afgelopen periode is gewerkt aan drie verduurzamingsscenario’s voor het Huis voor de provincie waarbij één voorkeursvariant is ontstaan, ‘scenario 2’. Aan Provinciale Staten wordt gevraagd om het reeds verstrekte krediet in te zetten voor het verder uitwerken van het voorkeursscenario tot een definitief ontwerp en de Staten tevens te informeren over de voortgang van de Perceelontwikkeling, Verduurzaming en Huisvesting middels een Statenbrief.Besluit
Besluit:
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het Statenvoorstel “Renovatie en verduurzaming Huis voor de Provincie/ Ontwerpkrediet” vast te stellen en ter besluitvorming te versturen aan Provinciale Staten. -
16
Essentie / samenvatting:
In september 2021 is het beleid CO2-routekaart 2021-2030 vastgesteld. Hierin staan de doelen op het gebied van de reductie van de CO2-uitstoot door de eigen organisatie. De CO2-routekaart is geactualiseerd en voorzien van een nieuwe naam in het verlengde van De Utrechtse Klimaataanpak, namelijk Klimaataanpak provinciale organisatie. Het hoofddoel is: ‘in 2030 stoot de provincie Utrecht als organisatie netto nul CO2 uit’. De uitstoot van de organisatie is opgedeeld in zeven onderwerpen en per onderwerp is indicatief aangegeven hoeveel CO2 we in 2030 nog willen uitstoten en hoe we dit gaan aanpakken. Daarbij is ook de samenhang met andere duurzaamheidsthema’s in beeld gebracht, zoals circulaire samenleving, klimaatadaptatie en energietransitie.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Klimaataanpak provinciale organisatie vast te stellen, met als hoofddoel: in 2030 stoot de provincie Utrecht als organisatie netto nul CO2 uit;
2. de Statenbrief: “klimaataanpak provinciale organisatie” vast te stellen en te verzenden naar Provinciale Staten. -
17
Essentie / samenvatting:
Het coalitieakkoord ‘Aan de slag voor Utrecht’ is ambitieus als het gaat om innovatie. Innovatie door ondernemers gaat zorgen dat we maatschappelijke uitdagingen kunnen oplossen en onze economie toekomstbestendig maken. In het coalitieakkoord wordt aangegeven dat de bestaande inspanningen op innovatie worden gewaardeerd, voortgezet en uitgebreid met een extra budget van jaarlijks €1,1 miljoen. Deze ambitie is vertaald in de Strategische Collegeagenda1 die op 13 december 2023 met provinciale staten is gedeeld. De extra inzet van middelen is de directe aanleiding om een nieuw innovatiebeleidskader te formuleren voor alle beleidsinterventies op het terrein van innovatie. De huidige interventies2 worden geëvalueerd en er wordt een kader gesteld voor aanvullende beleidsinterventies. Het hoofddoel van het nieuwe innovatiebeleid is het ontwikkelen en opschalen van innovatie die niet alleen economisch kansrijk is, maar ook bijdraagt aan Utrecht als het kloppende hart van een gezonde samenleving. Ondernemers pakken maatschappelijke uitdagingen op een vernieuwende manier aan, zodat de regio verzekerd is van toekomstig werk en inkomen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel “Regionale Innovatiekracht” vast te stellen en ter besluitvorming naar Provinciale Staten te sturen.
-
18
Essentie / samenvatting:
De provincie Utrecht heeft een belangrijke rol in het stimuleren van de bouw van voldoende woningen. Deze rol is geconcretiseerd in het concept Programma Versnelling Woningbouw 2025-2028, dat via een separaat voorstel wordt aangeboden. De middelen voor de uitvoering van dit programma moeten beschikbaar worden gesteld door Provinciale Staten. Met bijgevoegd Statenvoorstel wordt een begrotingswijziging voorgesteld om de resterende € 18 miljoen uit het ‘Fonds Versnelling Woningbouw’ op te nemen in de meerjarenbegroting van het programma Versnelling Woningbouw.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel ‘Bestedingsvoorstel Versnelling Woningbouw’ vast te stellen en ter besluitvorming te verzenden aan Provinciale Staten.
-
19
Essentie / samenvatting:
Er is een groot tekort aan woningen, waardoor het vinden van passende woonruimte vooral voor specifieke aandachtsgroepen lastig is. In het coalitieakkoord, de omgevingsvisie en programmabegroting is de ambitie uitgesproken om te werken aan een passende woning voor iedereen. De provincie werkt aan deze ambitie vanuit drie verschillende rollen.
• Met het programma Versnelling Woningbouw wordt een stimulerende bijdrage geleverd aan de realisatie van woningen.
• Via het provinciale omgevingsbeleid worden kaders gesteld voor woningbouw en worden met gemeenten afspraken gemaakt over de woningbouwprogrammering (PPWW).
• Met de komst van de Wet versterking regie volkshuisvesting krijgt de provincie een rol om regie te voeren op de bouw van voldoende betaalbare en passende woningen voor alle woningzoekenden.
Het programma Versnelling Woningbouw 2025-2028 is een uitvoeringsprogramma dat concreet invulling geeft aan de stimulerende en passende rol van de provincie in de woningbouwopgave. Succesvolle instrumenten uit het voorgaande programma worden gecontinueerd en verbeterd. Samen met de stakeholders wordt een nieuwe aanpak ontwikkeld om de knelpunten in de woningbouw aan te pakken.
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Statenbrief Consultatie Programma Versnelling Woningbouw 2025-2028 vast te stellen en ter consultatie aan te bieden aan Provinciale Staten;
2. de gewijzigde Uitvoeringsverordening Versnelling Woningbouw 2021-2024 (ontwerp) vast te stellen. -
21
Essentie / samenvatting:
Het document ‘Stand van zaken aanpak huisvesting aandachtsgroepen en ouderen’ schetst hoe de provincie Utrecht invulling wil geven aan de aanpak van de huisvesting van aandachtsgroepen en ouderen. Ondanks dat nog veel onzeker is, beschrijft deze notitie een eerste richting en licht het toe waar de provincie Utrecht op dit thema ambitie, doelen, rollen en taken heeft.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Stand van zaken aanpak huisvesting aandachtsgroepen en ouderen’ vast te stellen en ter informatie naar PS te sturen.
-
22
Essentie / samenvatting:
Met het vaststellen van de Subsidieregeling Bereikbaarheid 2025-2029 provincie Utrecht worden de regels voor het verstrekken voor subsidies voor Fiets, Verkeersveiligheid, Publieke mobiliteit en Goederenvervoer vastgesteld.
De subsidies voor de lopende OV-concessies vallen niet onder deze subsidieregeling. Deze subsidieregeling vervangt de op 1 januari 2025 aflopende Uitvoeringsverordening subsidies Mobiliteit 2020-2023 provincie Utrecht.
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Subsidieregeling Bereikbaarheid 2025-2029 provincie Utrecht, geregistreerd onder UTSP390784346-826 vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal blad;
2. de Statenbrief over de Subsidieregeling Bereikbaarheid 2025-2029 provincie Utrecht vast te stellen en deze toe te zenden aan Provinciale Staten. -
23
Essentie/ samenvatting
Op 7 december 2023 besloten de gezamenlijke algemeen besturen van de ODRU en RUD Utrecht om te starten met fase 1 van het traject om één robuuste omgevingsdienst voor de hele provincie Utrecht op te richten. De eindproducten van fase in zijn inmiddels gereed. Samen geven deze producten de kaders van de nieuwe omgevingsdienst: de richting waarin de RUD Utrecht, de ODRU en de 27 beoogd deelnemers willen gaan met de oprichting van de nieuwe Omgevingsdienst Utrecht. Alle partijen zijn actief betrokkenen geweest bij de totstandkoming van de eindproducten. In de eindproducten is aandacht voor de kansen en risico’s van het traject. Alle colleges in de provincie Utrecht wordt nu gevraagd om in te stemmen met de ontwerp Gemeenschappelijke Regeling voor de Omgevingsdienst Utrecht en er wordt de mogelijkheid gegeven om zienswijzen in te dienen.
De start van de taakuitvoering door de nieuwe Omgevingsdienst Utrecht is voorzien per 1 januari 2026; op dat moment moet het proces van vaststelling conform de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn doorlopen. Op 17 oktober 2024 heeft het gezamenlijk algemeen bestuur de producten uit fase 1 goedgekeurd en ingestemd met de start van fase 2 ‘inrichten’.
Op basis van de Nota Samenwerkende partijen (11 mei PS2022BEM09) zijn Gedeputeerde Staten bevoegd om namens Provinciale Staten de zienswijzeprocedure te voeren. Besloten is de volgende zienswijze in te brengen op de ontwerp Gemeenschappelijke regeling.
Zienswijze
Gedeputeerde Staten kunnen zich vinden in de ontwerp Gemeenschappelijke regeling. Zowel vanuit Gedeputeerde Staten als Provinciale Staten is het al langer een wens om één omgevingsdienst binnen de provincie Utrecht te hebben. Wij zijn positief over de tot nu toe genomen stappen en voorliggende stukken. Wij zullen blijven bijdragen waar wij kunnen, in dat licht hebben wij €2 mlo vrijgemaakt als bijdrage in de frictiekosten. Wij kijken uit naar de verdere samenwerking in het fusieproces het komende jaar met de toekomstige deelnemers van de Omgevingsdienst Utrecht.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. in te stemmen met het uitvoeren van fase 2 ‘inrichten’, met de intentie per 1 januari 2026 één Omgevingsdienst in de provincie Utrecht te vormen, op basis van de vier eindproducten van fase 1 ‘richten’, te weten: richtingsplan, ontwerp-gemeenschappelijke regeling, routekaart fase 2 en rudimentaire begroting, alsmede het addendum 17 oktober 2024;
2. in te stemmen met de ontwerp-gemeenschappelijke regeling voor de voorgenomen oprichting van één Omgevingsdienst in de provincie Utrecht;
3. een zienswijze in te dienen;
4. de brief (UTSP-601059338-10720) vast te stellen en te sturen naar de stuurgroep Naar één omgevingsdienst in Utrecht.
5. de Statenbrief Voorgenomen oprichting van één Omgevingsdienst vast te stellen en deze toe te zenden aan Provinciale Staten. -
25
Essentie / samenvatting:
De accountant (PwC) heeft de Rapportage interim-bevindingen (hierna: Managementletter) en Boardletter 2024 uitgebracht. De Managementletter is bestemd voor het directieteam en Gedeputeerde Staten. De Boardletter, gericht aan Provinciale Staten, is een samenvatting van de Managementletter, maar heeft dezelfde kernboodschappen. De accountant geeft haar visie en bevindingen op de interne beheersing van de provincie. Daarnaast is er aandacht voor relevante ontwikkelingen voor de provincie en de status van voorbereiding op deze ontwikkelingen. Met dit voorstel en de Statenbrief wordt ingegaan op de belangrijkste kernboodschappen die de accountant meegeeft en de reactie vanuit de organisatie op deze kernboodschappen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “Boardletter 2024” vast te stellen en met de Boardletter ter informatie toe te sturen aan PS.
-
26
Essentie / samenvatting:
De drinkwatervoorziening staat onder toenemende druk. In 2030 is 15,6 miljoen m3/jaar meer vergunningsruimte nodig binnen de provincie Utrecht. Samen met de drinkwaterbedrijven zijn drie regionale actieplannen opgesteld. Er zijn, met name binnen het verzorgingsgebied van Vitens, net voldoende projecten om voor 2030 voldoende reserves op te bouwen in de operationele capaciteit. We werken daarom als aanvulling op de drie actieplannen aan een Regioplan Drinkwater Utrecht.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het Regionaal actieplan Oasen, voor zover dit betrekking heeft op het grondgebied van de Provincie Utrecht betreft, vast te stellen;
2. het Regionaal actieplan Vitens vast te stellen;
3. het Regionaal actieplan Waternet, voor zover dit betrekking heeft op het grondgebied van de Provincie Utrecht, vast te stellen;
4. de statenbrief “Regionaal actieplan beschikbaarheid drinkwaterbronnen” vast te stellen en met de regionale actieplannen ter informatie naar PS te sturen;
5. het Regioplan Drinkwater Utrecht verder uit te werken. -
27
Essentie / samenvatting:
Ter gelegenheid van het aflopen van het Beleidskader Sport en Bewegen 2021 – 2025 en het Omgevingswetprogramma Recreatie en Toerisme 2022 – 2025 is een Verkenning uitgevoerd, volgens de Werkwijze programma’s en projectbesluiten in het kader van de Omgevingsvisie. In het kader hiervan zijn er tussenevaluaties uitgevoerd naar het Beleidskader Sport en Bewegen 2021-2025 en het Omgevingswetprogramma Recreatie en Toerisme 2022-2025. Op basis van de Verkenning wordt geadviseerd een nieuw, gezamenlijk Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026 – 2029 op te stellen. De resultaten van de Verkenning zijn verwerkt in de Startnotitie, die ter bespreking geagendeerd wordt voor de Commissie Bestuur, Economie en Cultuur & Erfgoed van 22 januari 2025. Op basis van de Verkenning wordt ook een Nadere Kaderstelling geadviseerd. In de Commissie Bestuur, Economie en Cultuur & Erfgoed van 22 januari 2025, bij het zogenoemde Startgesprek, kunnen de Staten hun aanvullende input meegeven en op basis van consultatie akkoord gaan met een nadere Kaderstelling.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Startnotitie ten behoeve van het gezamenlijke Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029 vast te stellen en;
2. de Statenbrief ‘Startnotitie Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029’ vast te stellen en deze inclusief vier bijlagen (Startnotitie en rapporten Bureau Buiten en DSP-groep) ter bespreking aan PS te verzenden;
3. over te gaan tot het opstellen van de Nadere Kaderstelling indien PS, bij de bespreking van de Startnotitie in de Commissie BEC d.d. 22 januari 2025, aangeven dat een Nadere Kaderstelling ten behoeve van het gezamenlijke Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026 – 2029 gewenst is. -
28
Essentie/ samenvatting:
In de afgelopen periode is een nadere verkenning uitgevoerd naar de ontwikkeling van warmtenetten en een mogelijke rol daarin voor de provincie Utrecht. Hieruit blijkt dat Utrechtse gemeenten op termijn mogelijkheden zien voor circa 176.000 nieuwe aansluitingen op warmtenetten. Dat is een zeer omvangrijke operatie, waar gemeenten ondersteuning bij nodig hebben op het gebied van expertise, financiële middelen en operationele capaciteit. Gemeenten willen graag gebruik maken van ondersteuning door de provincie en publieke partners (EBN en Netverder). Uit de nadere verkenning blijkt ook dat de benodigde inbreng van eigen vermogen aanmerkelijk lager is dan eerder ingeschat. Via de Statenbrief uitkomsten nadere verkenning warmtenetten worden Provinciale Staten geïnformeerd over de uitkomsten van de nadere verkenning. Deze uitkomsten vormen de basis voor de voorlopige strategie voor het vervolg. Provinciale Staten worden gevraagd om aandachtspunten met betrekking tot de voorlopige strategie mee te geven aan Gedeputeerde Staten.
Besluitvorming door Provinciale Staten over het beschikbaar stellen van benodigde financiële middelen en het aangaan van een samenwerking met publieke partners, zal op zijn vroegst eind 2025 plaatsvinden, na de inwerkingtreding van de Wet collectieve warmte.
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief uitkomsten nadere verkenning warmtenetten vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
-
30
Essentie / samenvatting:
Om zorg te dragen voor voldoende ruimte voor woningen en voor voldoende ruimte voor bedrijventerreinen werkt de provincie met de systematiek van Provinciaal Programmeren. Dit is een cyclisch proces dat zich ongeveer elke 1,5 jaar herhaalt. Daarbij kijken gemeenten, regio’s en provincie samen welk deel van de verstedelijkingsopgave binnenstedelijk kan worden gerealiseerd en kunnen gemeenten waar nodig ook nieuwe woon- en werklocaties aandragen. Het afgelopen jaar is in afstemming met gemeenten en regio’s een ontwerp Provinciaal Programma Wonen en Werken 2025 opgesteld (Ontwerp PPWW25). Daarbij zijn nieuwe uitleglocaties ook beoordeeld in een PlanMER. Het Ontwerp Provinciaal Programma Wonen en Werken 2025, de bijbehorende PlanMER en de Passende Beoordeling worden vastgesteld ten behoeve van de ter inzagelegging.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het Ontwerp Provinciaal Programma Wonen en Werken 2025 vast te stellen;
2. het PlanMER en de passende beoordeling bij Ontwerp Provinciaal Programma Wonen en Werken 2025 vast te stellen;
3. het Ontwerp Provinciale Programma Wonen en Werken 2025, bijbehorende PlanMER en passende beoordeling ter inzage te leggen van dinsdag 17 december 2024 t/m maandag 27 januari 2025;
4. de Statenbrief Ontwerp Provinciaal Programma Wonen en Werken 2025 vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
5. de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening te mandateren ondergeschikte of redactionele wijzigingen aan te brengen in het Ontwerp Provinciale Programma Wonen en Werken 2025. -
31
Essentie / samenvatting:
De gemeente Stichtse Vecht verzoekt om ontheffing als bedoeld in artikel 1.6 van de Omgevingsverordening voor het realiseren van 40 tijdelijke woningen op sportpark De Heul, Loenen a/d Vecht. Op 10 0ktober 2023 is hiervoor ontheffing verleend o.g.v. artikel 1.5 van de Interim Omgevingsverordening (IOV). De aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt echter nu pas voorbereid door de gemeente. Omdat inmiddels de Omgevingsverordening (OV) in werking is getreden, kan van de verleende ontheffing op grond van de IOV geen gebruik meer worden gemaakt. Het plan voldoet niet aan de in artikel 9.14a OV- Instructieregel tijdelijke locaties voor flexwoningenopgenomen voorwaarde dat de woningbouw moet grenzen aan het stedelijk gebied. In artikel 9.16a zijn voorwaarden opgenomen om ontheffing van deze instructieregel te kunnen verlenen. Ook hierin is opgenomen dat de woningbouw moet grenzen aan het stedelijk gebied, maar met toevoeging ‘of als dat niet mogelijk is, nabij het stedelijk gebied'. De beoogde locatie ligt nabij het stedelijk gebied van de kern Loenen. Ook aan de overige voorwaarden van artikel 9.16a wordt voldaan. Voorgesteld wordt de gevraagde ontheffing te verlenen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. Burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht ontheffing te verlenen op basis van artikel 1.6 van de Omgevingsverordening provincie Utrecht ten behoeve van de tijdelijke omgevingsvergunning met een instandhoudingstermijn van 15 jaar voor het realiseren van 40 flexwoningen op de locatie Rijksstraatweg tussen 186 en 188 Loenen a/d Vecht (sportpark De Heul), gemeente Stichtse Vecht onder de voorwaarden dat:
- Er geen verkeersontsluiting komt vanaf het plangebied naar de provinciale weg;
- Er uitsluitend een inrit komt die structureel afgesloten is en alleen te openen en toegankelijk is voor hulpdiensten;
- Bewoners, bezoekers, bezorgers, fietsers, vuilnisophalers en dergelijke de bestaande ontsluiting van sportpark De Heul gebruiken;
- Het gemeentebestuur erop toe ziet dat de woningen na de termijn van 15 jaar verwijderd zullen worden.
2. de statenbrief over de ontheffing vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te zenden.