GS-Besluiten

Essentie / samenvatting:
Op 15 augustus 2024 hebben GS van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (hierna: KGG) het verzoek ontvangen om in het kader van de Omgevingswet advies te geven over de aanvraag omgevingsvergunning milieubelastende activiteit voor de wetenschappelijke boring aardwarmte De Bilt. De locatie waar de vergunningaanvraag op van toepassing is ligt aan de Utrechtseweg in de gemeente De Bilt.

GS beschouwen aardwarmte als een warmtebron, die de potentie heeft om in de provincie Utrecht een belangrijke bijdrage te leveren aan de transitie naar schone energie en een duurzaam alternatief kan zijn om verder van het aardgas af te gaan. De kennis over de (diepe) ondergrond en de potentie van aardwarmte in de provincie Utrecht is nog beperkt. GS zijn voorstander van verder onderzoek naar aardwarmte en van het uitvoeren van deze wetenschappelijke boring. De resultaten geven een beter beeld van onze ondergrond en informatie over geschiktheid voor het duurzaam en veilig winnen van aardwarmte. Wel vraagt het onderzoek naar aardwarmte om zorgvuldigheid. In het advies aan KGG geven GS hierover enkele aandachtspunten mee.

Essentie / samenvatting:
Tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 8 november 2023 is bij de behandeling de Programmabegroting 2024 motie 50 ‘Concernbrede opgaven’ aangenomen. In de motie wordt verzocht om:
• De concernbrede thema’s zoals die terug te vinden zijn bij programmadoel 9.7 (Sociale Agenda, Circulaire Samenleving, Klimaat Centraal en datagestuurd werken) als sturingsmechanisme te evalueren, bijvoorbeeld in de vorm van een doelmatigheidsonderzoek (art. 217a PW);
• Indien nodig op basis van de evaluatie de wijze van sturing op concernbrede thema’s in de organisatie opnieuw te bezien;
• Indien nodig op basis van de evaluatie bij de Kadernota 2025 voorstellen te doen aan PS voor de plaats van de concernbrede thema’s in de programmabegroting.
De motie wordt beantwoord door middel Statenbrief, waarin een reflectie wordt geven op het werken met concernbrede opgaven binnen de provinciale organisatie.

Essentie / samenvatting:
Het inzetten van subsidies is een belangrijk instrument van de provincie om maatschappelijke doelen te realiseren. Daarbij is het van belang dat de subsidieregelgeving en de uitvoering van het subsidieproces:
• goed aansluiten op de behoefte van subsidieaanvragers en
• de nodige controles kennen ten aanzien van de juiste besteding van publiek geld. In de praktijk is gebleken dat een aantal wijzigingen van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 nodig is om het daarin belegde proces te optimaliseren. Ten behoeve daarvan worden GS gevraagd om een conceptvoorstel tot wijziging van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (AsvpU 2022) vast te stellen en voor te leggen aan PS voor definitieve besluitvorming.

Daarnaast worden GS geïnformeerd over de voortgang van het subsidieproces, waaronder de resultaten van een eind 2023 gehouden externe enquête subsidieregelgeving en de aanpak voor afhandeling van subsidieaanvragen.

Essentie / samenvatting:
De vervoerders U-OV en Syntus stellen minimaal eenmaal per jaar een vervoerplan op met daarin wijzigingsvoorstellen voor de dienstregeling. De vervoerplannen moeten leiden tot een nieuwe dienstregeling die ingaat op 15 december 2024. Op 23 januari 2024 zijn de uitgangspunten voor de vervoerplannen 2025 door Gedeputeerde Staten vastgesteld met hierin een Basispakket, qua omvang gelijk aan de vervoerplannen 2024, en een Pluspakket, dat gefinancierd wordt uit boetes en ingehouden dienstregelinguren vanwege het rijden van een afgeschaalde dienstregeling door aanhoudende personeelstekorten. Op basis van deze uitgangspunten hebben de vervoerders concept vervoerplannen opgesteld die uitgebreid ter consultatie zijn gelegd bij gemeenten, de U10, Regionaal Overleg Consumentenorganisaties Openbaar Vervoer Utrecht en inwoners van de provincie Utrecht. Gedeputeerde Staten worden verzocht de definitieve vervoerplannen vast te stellen en Provinciale Staten hierover met een Statenbrief te informeren.

Beide vervoerders hebben aangegeven dat ze gezien de aanhoudende personeelstekorten, die niet alleen in onze regio maar ook landelijk spelen, waarschijnlijk slechts beperkt maatregelen van het Pluspakket (per december 2024) uit zullen kunnen voeren.

Essentie / samenvatting:
Op 21 juni 2024 ontving GS art 51-vragen. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van het werkbezoek aan Vitens op 12 juni 2024. Tijdens dit werkbezoek hebben de statenleden meer inzicht gekregen in de problematiek van het zuiveren van grondwater waarin bestrijdingsmiddelen zitten. De vragen zijn mede gesteld in het verlengde van de vragen die op 16 mei zijn gesteld naar aanleiding van de berichtgeving op NOS.nl dat Natuur&Milieu een klacht heeft neergelegd bij de Europese Commissie omtrent het in Nederland geldende beleid rond de toepassing van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden.

Essentie/ samenvatting:
De subsidieregeling AVP wordt op drie punten gewijzigd:
 - er wordt een nieuw artikel Groen doet Goed ingevoegd;
- het budgetplafond voor de subsidie Beleefbare Natuur wordt opgehoogd met €100.000 naar € 270.000.
 - de formulering van de subsidiabele kosten voor de subsidie Leefbaarheid en kleine kernen wordt aangepast, zodat deze beter strookt met de intentie van de regeling.

Essentie/ samenvatting:
In Utrecht hebben 160 bedrijven zich gemeld voor het legalisatieprogramma Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De bedrijven die in aanmerking komen voor het legalisatieprogramma PAS-melders en zij die daarvoor niet in aanmerking komen worden middels een brief op de hoogte gebracht van de uitkomst voor hun bedrijf. De melders die niet in aanmerking komen voor legalisatie zijn vooraf persoonlijk op de hoogte gebracht van de inhoud van de brief.

B-stuk Motie Bikker en Motie Krul gelden voor OV
Essentie / samenvatting:
Als gevolg van de Motie-Bikker ontving de provincie Utrecht in de meicirculaire van het Provinciefonds € 17,64 miljoen om prijsstijgingen in 2024 in het regionaal OV te voorkomen en de beschikbaarheid van het OV te verbeteren. Dit bedrag is opgebouwd uit twee delen. De compensatie van de tariefverhoging van 11,7% in 2024 kost de provincie structureel € 9,34 miljoen. Voor de instandhouding van het OV is vanuit de motie-Bikker vanaf 2024 ook een structureel budget van € 8,30 miljoen beschikbaar. Daarnaast ontving de provincie Utrecht in de meicirculaire eenmalig 8,26 miljoen als gevolg van de Motie- Krul, bedoeld om het negatieve effect van de herijking van de vergoeding voor het gebruik van het studenten OVreisproduct in 2024 tegen te gaan. Deze gelden zijn in de algemene reserves gestort. Met dit besluit wordt vastgelegd dat deze gelden vanuit de algemene middelen naar de Reserve OV concessies worden overgezet.

B-stuk Stand van zaken herstel OV na corona
Essentie / samenvatting:
De coronacrisis uit begin 2020 heeft gedurende enkele jaren tot een forse terugval in het aantal reizigers in het OV geleid. Nu vier jaar later is het OV nog bezig zich te herstellen. Vanaf 2021 stijgt het aantal reizigers bijna continu en loopt dit nu dicht naar het niveau van voor de coronapandemie. Met de Statenbrief wordt teruggeblikt naar de coronapandemie en de gevolgen die het heeft gehad op het OV in de provincie Utrecht en worden Provinciale Staten hierover geïnformeerd. Recente cijfers over het huidige aantal reizigers in de Utrechtse OV-concessies en het aanbod van OV worden gedeeld. Daarnaast bevat de brief een stand van zaken rond de laatste steunmaatregelen van het Rijk voor het regionaal OV.

Essentie/ samenvatting:
In het Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029 is opgenomen dat het fietsnetwerk in de provincie moet worden versterkt en nieuwe doorfietsroutes worden aangelegd. Daartoe zijn op basis van een afweegkader 14 nieuwe kansrijke doorfietsroutes bepaald. In de gelden bij het coalitieakkoord is € 60 miljoen opgenomen voor fietsmaatregelen. Voorgesteld wordt om dat budget vooral in te zetten voor een aantal nieuwe doorfietsroutes en voor de afronding van de negen doorfietsroutes die al in voorbereiding of aanleg zijn. De verwachting is dat met de huidige beschikbare middelen drie tot vijf nieuwe doorfietsroutes kunnen worden gerealiseerd. De prioritering uit het afweegkader is daarbij het uitgangspunt. Voor een aantal nieuwe doorfietsroutes zijn fietsbruggen nodig en zijn financiële bijdragen van het Rijk of bijvoorbeeld een andere provincie nodig. Afhankelijk van de bereidheid van andere partijen om financieel bij te dragen zal nader worden bepaald voor welke routes studies worden gestart en kunnen worden uitgevoerd. Met dit B-stuk worden Gedeputeerde Staten gevraagd de Statenbrief “Uitbreiding netwerk doorfietsroutes” vast te stellen en deze hierna ter informatie aan Provinciale Staten (hierna PS) te sturen.