Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 15 maart 2022

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.05.H

    Essentie / samenvatting:
    De Provincie Noord-Holland heeft het ontwerp beheerplan Oostelijke Vechtplassen vastgesteld en vraagt GS Utrecht om instemming. Na vaststelling van het ontwerp beheerplan door GS Utrecht, start de procedure van terinzagelegging.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het ontwerp beheerplan Natura 2000 Oostelijke Vechtplassen 2022-2028 vast te stellen en de provincie Noord-Holland per brief te berichten zodat de terinzageleggingsprocedure kan starten;
    2. de Statenbrief 'Beheerplan Natura 2000 Oostelijke Vechtplassen 2022-2028' vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te versturen.

  2. 0.07.H

    Essentie/ samenvatting:
    Een inwoner van Breukelen (gemeente Stichtse Vecht) heeft bezwaar gemaakt tegen het op 18 november 2021 door Gedeputeerde Staten onder voorwaarden goedgekeurde deelsaneringsplan Broekdijk west 22-24 in Breukelen. Bezwaarde heeft daartegen, buiten de wettelijke indieningstermijn, een pro-forma bezwaarschrift ingediend en vervolgens niet onderbouwd waarom dat bezwaarschrift zeven dagen te laat ter post is bezorgd. De Awb adviescommissie is van mening dat het pro-forma bezwaarschrift om die reden als niet-ontvankelijk moet worden beoordeeld. Gedeputeerde Staten besluiten het advies van de Awbadviescommissie op te volgen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift d.d. 30-12-2021 tegen het onder voorwaarden goedgekeurde deelsaneringsplan Broekdijk west 22-24 (Breukelen) niet-ontvankelijk te verklaren;
    2. de bestreden beschikking d.d. 18-11-2021 niet te herroepen;
    3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, aangetekend te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 16 februari 2022.

  3. 0.09.H

    Essentie / samenvatting:
    Door een omwonende van de N201 bij Vreeland is bezwaar gemaakt tegen het gebruik van een provinciaal perceel door andere omwonenden. Vervolgens is er door dezelfde omwonende een klacht ingediend over de afhandeling van dit bezwaar door de provincie Utrecht (hierna: de provincie). De Awb-adviescommissie (hierna: de commissie) van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten adviseert het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, omdat het bezwaarschrift niet is gericht tegen een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Ook adviseert de commissie om de klacht kennelijk ongegrond te verklaren, omdat deze geen klacht in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaar niet- ontvankelijk en de klacht kennelijk ongegrond te verklaren;
    2. voor de motivering op het bezwaar, onder toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van de commissie;
    3. een afschrift van de beslissing op bezwaar aan de commissie en de bezwaarmaker toe te zenden.

  4. 0.10.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 1 februari 2022 heeft de heer B. de Jong zijn functie als hoogheemraad van De Stichtse Rijnlanden neergelegd. Op basis van het Instellingsbesluit Provincie Utrecht Kavelruilcommissie Kamerik-Harmelen, is het, indien wijziging van de leden noodzakelijk is, aan Gedeputeerde Staten om het huidige lid uit de functie te ontheffen en een nieuw lid te benoemen. De kavelruilcommissie Kamerik-Harmelen draagt mevrouw K.H. Sommer-de Vries, hoogheemraad van De Stichtse Rijnlanden, bij Gedeputeerde Staten voor als lid van de Kavelruilcommissie Kamerik-Harmelen. Op basis van het Instellingsbesluit is het aan Gedeputeerde Staten om het voorgedragen lid goed dan wel af te keuren.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de heer B. de Jong te ontheffen uit zijn functie als lid van de Kavelruilcommissie Kamerik-Harmelen;
    2. de voordracht door de Kavelruilcommissie Kamerik Harmelen van mevrouw K.H. Sommer - de Vries, hoogheemraad van De Stichtse Rijnlanden, als lid van de kavelruilcommissie, goed te keuren en haar als zodanig te benoemen;
    3. het bestaande instellingsbesluit in te trekken en een herzien instellingsbesluit te publiceren.

  5. 0.12.H

    Essentie / samenvatting:
    Aanvrager van POP3-subsidie heeft een bezwaar ingediend tegen de beslissing tot afwijzing van POP3-subsidie aan het project met als titel ‘Precisiebemesting met circulaire meststoffen: Utrecht kunstmestvrij’ in het kader van de Regeling Kennisoverdracht 2021 provincie Utrecht. De Awb-adviescommissie van PS en GS (hierna: commissie) heeft, nadat op 27 januari 2022 een hoorzitting heeft plaatsgevonden, het advies uitgebracht om het bezwaar ongegrond te verklaren. Voorliggend B-stuk bevat het voorstel om op basis van het advies van de commissie het bezwaar ongegrond te verklaren en voor de motivering van de beslissing op het bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 van de Algemene wet bestuursrecht, te verwijzen naar het advies van de commissie

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift gericht op het besluit van GS, ongegrond te verklaren;
    2. het bestreden besluit van GS tot afwijzing van POP3 subsidie met kenmerk 8238432E, in stand te laten;
    3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering – met toepassing van artikel; 3: 49 van de Algemene wet bestuursrecht – te verwijzen naar het advies d.d. 18 februari 2022 van de Awbadviescommissie van PS en GS.

  6. 01A
    Besluitenlijst GS-vergadering d.d. 8 maart 2022
  7. 03

    Essentie/ samenvatting:
    Het programma Vernieuwde regionale Tramlijn (VRT) bestaat uit vijf deelprojecten met elk een eigen scope en tijdpad.
    U wordt ieder kwartaal geïnformeerd over het VRT-project middels een kwartaalrapportage. In de meegestuurde begeleidende Statenbrief krijgt u een doorkijk naar de toekomst. Een van de deelprojecten van het programma VRT is de Spooromlegging Nieuwegein City. Vanwege de realisatiefase waarin het project nu verkeert gaan de ontwikkelingen snel. Op 20 april staat de kwartaalrapportage en Statenbrief over Q4 2021 geagendeerd in uw Commissie M&M. Een deel van de informatie in de begeleidende Statenbrief is op 20 april niet meer actueel. Daarnaast informeren wij u met deze update over de audit waarvoor recent opdracht is verleend. Wij hechten eraan, ook in het licht van de afspraken die op 12 januari 2022 zijn gemaakt in het Statendebat, u op dit moment nader te informeren over de audit en de stand van zaken rond de spooromlegging Nieuwegein City.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de ‘Bouwplaatsovereenkomst Blok B1 Nieuwegein’ tussen Bridges en de provincie Utrecht, inclusief 4 bijlagen, vast te stellen en aan te gaan:
    2. de Statenbrief ‘Bouwplaatsovereenkomst Blok B1 Nieuwegein en update VRT’ vast te stellen en ter informatie aan Provinciale Staten te versturen.

  8. 06

    Essentie / samenvatting:
    Gedeputeerde Staten ontvingen medio 2021 van Stichting Animal Rights op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) een verzoek tot het openbaar maken van informatie over het vergassen van ganzen in relatie tot de Wet natuurbescherming. Stichting Animal Rights was niet tevreden met de provinciale reactie. Er werd bezwaar aangetekend omdat Gedeputeerde Staten niet alle beschikbare informatie toegezonden zouden hebben. De Awb-adviescommissie van PS en GS bevestigt dat Gedeputeerde Staten bij dit WOB-verzoek niet voldoende zorgvuldig hebben gehandeld. Er ontbreken enkele documenten en de beantwoording is niet op alle punten genoegzaam onderbouwd. De Awb-adviescommissie adviseert Gedeputeerde Staten het bezwaarschrift van Stichting Animal Rights gegrond te verklaren, de geconstateerde omissies via de beslissing op bezwaar te herstellen en proceskosten te vergoeden. Gedeputeerde Staten besluiten het advies over te nemen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift d.d. 20-12-2021 van Stichting Animal Rights als gegrond aan te merken en proceskosten (€ 1.068,-) te vergoeden;
    2. de door de Awb-adviescommissie geconstateerde omissies in het WOB-besluit van 2-11-2021 via de onder beslispunt 3 genoemde beslissing op bezwaar te herstellen en het bestreden WOB-besluit niet te herroepen;
    3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS d.d. 21-02-2022.

  9. 08

    Essentie / samenvatting:
    GroenLinks heeft schriftelijke vragen gesteld over het plan om bomen te kappen langs het tramspoor in IJsselstein. Als eigenaar en beheerder van de bomen heeft de gemeente IJsselstein besloten om op korte termijn af te zien van het kappen van de bomen. In plaats daarvan wordt achterstallig onderhoud uitgevoerd, in de vorm van snoeiwerkzaamheden en het verwijderen van dood hout. Dit geeft voldoende garanties voor de veiligheid en beschikbaarheid van de naastgelegen trambaan. Tevens ontwikkelt de gemeente een visie op het groen langs het spoor voor de langere termijn.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van Elteren van GroenLinks betreffende Bomenkap langs het tramspoor in IJsselstein vast te stellen en te verzenden.

  10. 11

    Essentie / samenvatting:
    Na het besluit van het Werelderfgoedcomité om de Nieuwe Hollandse Waterlinie, als uitbreiding van de Stelling van Amsterdam, onder de naam ‘Hollandse Waterlinies’ op de UNESCO Werelderfgoedlijst te plaatsen, gaan Gedeputeerde Staten (met wettelijke toestemming van provinciale staten; voor de provincie Utrecht verleend op 8 juli 2020) van de provincies Utrecht, Noord-Holland, Gelderland en Noord-Brabant de gemeenschappelijke regeling siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies (hierna: GR) aan. Deze GR wordt aangegaan om aan de internationale verplichtingen te voldoen rondom het beschermen, beheren en uitdragen van het werelderfgoed. De Gedeputeerde Staten van de andere drie provincies zijn reeds de GR aangegaan. Naast het aangaan van de GR dienen thans de voorliggende besluiten te worden genomen. Het eerste besluit betreft de beëindiging van de thans geldende samenwerkingsovereenkomst tussen de vier provincies, die zag op de samenwerking bij het realiseren van de werelderfgoedstatus. De samenwerkingsovereenkomst zal van rechtswege verlopen zodra de GR in werking is getreden. Op dat moment gaat de onder de samenwerkingsovereenkomst functionerende Liniecommissie over in het Gemeenschappelijk Orgaan siteholder. Het andere besluit regelt het mandaat, de volmacht en machtiging aan het gemeenschappelijk orgaan. Een en ander als beoogd in de GR. De gedeputeerde dient als vertegenwoordiger van de provincie Utrecht aangewezen te worden alsmede de vervanger. De Gedeputeerde Staten en commissarissen van de Koning van de provincies verlenen tevens naast dit mandaat, ook mandaat, volmacht en machtiging aan de gedeputeerde van de provincie Utrecht om mede namens de andere provincies privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten ter uitvoering van besluitvorming van het gemeenschappelijk orgaan, aansluitend bij de positie van de provincie Utrecht als centrumprovincie.

    Besluit

    Gedeputeerde staten respectievelijk de commissaris van de Koning besluiten, ieder voor zover bevoegd:
    1. gelet op de toestemming van Provinciale Staten d.d. 8 juli 2020 de Gemeenschappelijke regeling siteholder werelderfgoed Hollandse Waterlinies aan te gaan met de colleges van Gedeputeerde Staten van NoordHolland, Gelderland en Noord-Brabant;
    2. het Beëindigingsbesluit samenwerkingsovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie vast te stellen;
    3. de portefeuillehouder Cultuur en Erfgoed aan te wijzen als lid van het Gemeenschappelijk Orgaan en de portefeuillehouder Financiën aan te wijzen als plaatsvervangend lid, en hen beiden mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor de vertegenwoordiging van het college van de provincie Utrecht in het gemeenschappelijk orgaan;
    4. het Besluit mandaat, volmacht en machtiging samenwerking werelderfgoed Hollandse Waterlinies vast te stellen;
    5. in te stemmen met het mandaat, de volmacht en de machtiging van de portefeuillehouder Cultuur en Erfgoed als lid van het Gemeenschappelijk Orgaan Hollandse Waterlinies, en de portefeuillehouder Financiën, als zijn vervanger in het Gemeenschappelijk Orgaan, om mede namens de andere provincies privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten ter uitvoering van besluitvorming van het gemeenschappelijk orgaan.

  11. 13

    Essentie / samenvatting:
    Het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) is verlengd met twee jaar. In het kader van deze verlenging, het POP3Plus 2021-2022, wordt de uitvoering voortgezet aan de hand van subsidieregelingen. GS neemt het besluit om subsidieaanvragen mogelijk te maken voor Samenwerking voor duurzame waardeketens in het kader van het Europees partnerschap voor Innovatie (EIP). Het voorstel is om de regeling open te stellen van 25 april tot en met 3 juni 2022 met een subsidieplafond van € 932.200,-. Het plafond is samengesteld met € 466.100,- afkomstig uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en € 466.100,- afkomstig van Agenda Vitaal Platteland. Door deze regeling open te stellen wil de provincie bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen voor duurzame landbouw en met een focus op duurzame (korte) waardeketens tussen landbouw en de consument. Het sluit aan bij de Samenwerkingsagenda Landbouw en bij de Voedselagenda.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het openstellingsbesluit, nr. UTSP-1557500171-12611, ‘POP3 Samenwerking voor duurzame waardeketens EIP provincie Utrecht 2022’ vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad.

  12. 14

    Essentie / samenvatting:
    De Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023 is een integrale subsidieregeling van het Programma Klimaatadaptatie (2020), het Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving (2021) en de Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp (2021). Deze gezamenlijke subsidieregeling stimuleert en maakt initiatieven mogelijk in verschillende fasen (onderzoek, planvorming of uitvoering) en op verschillende schaalniveaus.
    De subsidieregeling is in oktober 2021 opengesteld en een groot succes gebleken. De beschikbare budgetten voor met name groen-blauwe schoolpleinen en groene daken waren snel uitgeput. Met terugwerkende kracht wordt daarom het budget opgehoogd, om alle aanvragen uit 2021 toch te kunnen honoreren. Om in 2022 met het beschikbare budget zo veel mogelijk initiatieven een bijdrage te kunnen geven, wordt de regeling daarnaast op een aantal punten aangepast. Het maximale subsidiepercentage wordt onder andere verlaagd naar 50% om met hetzelfde budget meer initiatieven te kunnen ondersteunen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:

    1. het wijzigingsbesluit Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen vast te stellen;
    2. de Statenbrief Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    3. de portefeuillehouders te machtigen tot het aanbrengen van tekstuele en redactionele wijzigingen.
  13. 15

    Essentie / samenvatting:
    Er is een brochure “Aan de slag met OV (regio)” voor wegbeheerders en andere betrokkenen opgesteld die hen handvatten geeft om het Openbaar Vervoer (hierna: OV) op de juiste manier te faciliteren op de infrastructuur van deze wegbeheerders. In deze brochure is informatie te vinden over de organisatie van het OV, OV-vriendelijk wegontwerp, doorstroming en de beschikbare provinciale mobiliteitssubsidies en deze bevat concrete handreikingen aan gemeentelijk projectleiders, beleidsmedewerkers en ontwerpers.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de brochure “Aan de slag met OV (regio)” vast te stellen;
    2. de Statenbrief vast te stellen en deze met de brochure “Aan de slag met OV (regio)” toe te zenden aan Provinciale Staten.

  14. 16

    Essentie / samenvatting:
    Via een aantal routes en in verschillende samenwerkingsverbanden wordt gewerkt aan de verstedelijkingsopgave waar de provincie Utrecht voor staat. U Ned is het samenwerkingsverband waarin we met het Rijk (de ministeries van lenW, BZK en EZK) en de U10-gemeenten de ambitie hebben uitgesproken om een gezonde groei van wonen, werken en bereikbaarheid in de regio Utrecht mogelijk te maken. In het programma U Ned werken we als regio samen met het Rijk aan verschillende programmalijnen met elk een eigen tijdshorizon.


    Met deze brief informeren wij u over voortgang van de programmalijn No Regret. Met No Regretmaatregelen worden maatregelen bedoeld die altijd nodig zijn, ongeacht de nog te maken keuzes voor verstedelijking. De maatregelen zijn binnen alle toekomstscenario’s nuttig en staan de scenario’s niet in de weg. Het maatregelpakket focust zich op uitvoering voor 2025 en draagt bij aan de bereikbaarheid van USP, het ontlasten van Utrecht CS en het mogelijk maken van de huidige woningbouwplannen.


    Voor de uitvoering van maatregelen uit het No Regretpakket is € 38,1 miljoen (ex. BTW) beschikbaar. Het ministerie van I&W, de provincie Utrecht en de gemeente Utrecht financieren gezamenlijk het pakket. Het No Regretmaatregelenpakket maakt onderdeel uit van het programma onderdeel binnen U Ned dat gericht is op korte termijn. Afspraken over het pakket zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst (BOK) No Regretmaatregelen U Ned in juli 2021 (doc nr. B23BC63B). De partijen die de maatregelen gaan uitvoeren zijn de gemeente de Bilt, de gemeente Utrecht, de gemeente Bunnik, de gemeente Zeist en Rijkswaterstaat. De provincie Utrecht heeft een kassier-rol waarvoor met de gemeenten de bestuursovereenkomst is afgesloten. Alle uitvoerende partijen hebben een inspanningsverplichting om het maatregelenpakket uit te voeren. De provincie Utrecht is uitvoerende partij voor de fietsbrug over de A12.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Statenbrief betreffende No Regretmaatregelen vast te stellen en ter informatie te versturen aan Provinciale Staten;
    2. akkoord te gaan met de rectificatie van het B-stuk Vaststelling addendum BOK No Regretmaatregelen UNed 2021 (823C9767).

  15. 17

    Essentie / samenvatting:
    Het IPO-bestuur vergadert op 17 maart 2022 en vanuit de provincie Utrecht is er een annotatie voor deze bestuursvergadering opgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de annotatie over de volgende punten vast te stellen:
    1. 4a. ‘Actualiteiten werkgeverszaken’;
    2. 4b. ‘Afsprakenkader hergebruik effluent’;
    3. 4c. ‘Coronaschade tweede helft 2021’;
    En vooralsnog niet in te stemmen met agendapunt:
    4. 4d. ‘Standpuntbepaling wet collectieve warmtevoorziening’.

  16. 18

    Essentie/ samenvatting:
    Het infraproject Stationsgebied Driebergen-Zeist is bouwkundig en technisch afgerond. Het nieuwe station is begin 2020 opgeleverd en in gebruik genomen. Een aantal kleine opdrachten en de planschadeperiodes lopen nog door. Daardoor kan het project administratief nog niet volledig worden afgerond. Voorgesteld wordt om decharge te verlenen voor de uitgaven in de periode 2015 t/m 2020. Daarvoor is een controleverklaring van de accountant ontvangen. Voor de administratieve afronding en risico’s resteert daarna nog een, naar verwachting ruim voldoende, budget. Voor de realisatie van de P+R-voorziening kan volledige decharge worden verleend. De P+R-voorziening is in 2017 opgeleverd en inmiddels financieel afgerekend, er zijn geen kosten of uitgaven meer. Het project sluit af met een positief resultaat. De regiopartijen ontvangen elk hun aandeel van dat positieve saldo volgens de verdeling die in het regioconvenant is afgesproken.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. tot décharge van het Infraproject Herstructurering station Driebergen - Zeist voor de uitgaven uit de periode 2015-2020;
    2. tot décharge van het volledige project P+R-voorziening Driebergen – Zeist;
    3. het positieve resultaat van het P+R project ad € 1.142.939,40 vrij te laten vallen aan het begrotingssaldo 2022 (algemene middelen);
    4. de Gedeputeerde Mobiliteit te mandateren om beide déchargedocumenten te ondertekenen en kleine redactionele wijzigingen aan te brengen.