Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 8 november 2022

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 03

    Essentie / samenvatting:
    Om inzicht te krijgen in de werkbeleving van medewerkers heeft de provincie Utrecht in het najaar een medewerkersbelevingsonderzoek uitgevoerd. Bijna alle thema’s/modules worden neutraal tot positief gewaardeerd. Werkdruk, de daarmee samenhangende herstelbehoefte en de transparantie over besluitvorming door het CMT, vormen daar een uitzondering op. Op acht modules wordt gebenchmarkt met het gemiddelde van andere provinciale overheden. De resultaten op sociale veiligheid, ongewenste omgangsvormen en herstelbehoefte zijn in lijn met de benchmark. Op bevlogenheid, betrokkenheid, samenwerking, inzetbaarheid en werkdruk zijn lagere scores te zien dan het gemiddelde van de andere provincies (de benchmark). Op de aanvullende maatwerk onderdelen over ‘het goede gesprek’, hybride werken, leiderschap en integriteit worden de scores vrijwel allemaal neutraal tot positief gewaardeerd. Ter verbetering van onderdelen zijn acties in gang gezet en hebben de continue doorontwikkeling op deze onderwerpen en op de organisatie de aandacht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief betreffende medewerkersbelevingsonderzoek 2022 vast te stellen en samen met de resultaten van het medewerkersbelevingsonderzoek 2022 op organisatie- en domeinniveau en het intranetbericht ter informatie te verzenden aan Provinciale Staten.

  2. 03A

    Essentie / samenvatting:
    Op 2 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna Raad van State) een tussenuitspraak gedaan in de zaak over het zogenoemde Porthos project. Voor het project is gebruik gemaakt van de partiële bouwvrijstelling, wat betekent dat bij de vergunningaanvraag geen rekening gehouden hoeft te worden met de stikstofuitstoot in de bouwperiode. De Raad van State heeft geconcludeerd dat de partiële bouwvrijstelling stikstof niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht.
    De uitspraak van de Raad van State raakt aan verschillende beleidsdoelstellingen van de provincie Utrecht. In zijn algemeenheid zal de uitspraak bijdragen aan herstel van de natuur en leiden tot vertraging van bouwprojecten voor infrastructuur, woningen, werklocaties, energie-infrastructuur en dijken. In de statenbrief worden deze geduid. Nog niet alle gevolgen van de uitspraak van de Raad van State zijn scherp in beeld. Er wordt een zo goed mogelijke inschatting gegeven van de gevolgen die we op dit moment overzien. Op een later moment kunnen meer precies de effecten geduid worden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief over de gevolgen van de Porthos-uitspraak van de Raad van State vast te stellen en te verzenden.

  3. 04

    Essentie / samenvatting:
    Na de vernieuwing van de tramhalte Nieuwegein City rijden de trams sinds 9 juli weer door naar Nieuwegein Zuid en IJsselstein. Vanuit de fracties van Belang van Nederland en JA21 in Provinciale Staten zijn opnieuw schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van de overlast door booggeluid van de trams, met name in IJsselstein. Bij de beantwoording wordt ingegaan op de werking van de smeerinstallatie en de pilot met een andere leverancier. De provincie treft diverse maatregelen om het booggeluid te reduceren. Zo worden er momenteel wieldempers gemonteerd op alle trams en wordt de smering van de trambaan verder geoptimaliseerd. Op grond van ervaringen en metingen is de verwachting dat het booggeluid hiermee tot een acceptabel niveau kan worden teruggebracht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden Dinklo en Dercksen van respectievelijk JA21 en Belang van Nederland betreffende geluidsoverlast tram vast te stellen en te verzenden.

  4. 05

    Essentie / samenvatting:
    Er is een klacht ingediend over het niet correct afhandelen van ingediende klachten over de geluidsoverlast van de trams in Nieuwegein Zuid. Over de klacht heeft de Awb-Adviescommissie van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) en Provinciale Staten (hierna: PS) advies uitgebracht. GS heeft dit advies overgenomen en op 13 september 2022 besloten de klacht ongegrond te verklaren. De betrokkene heeft GS een reactie gestuurd en geeft aan het niet eens te zijn met het genomen besluit. Tegen het besluit van GS staan geen rechtsmiddelen meer open binnen de provincie. Daarom verwijst GS de betrokkene door naar de Nationale Ombudsman.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de antwoordbrief vast te stellen en te versturen.

  5. 06

    Essentie / samenvatting:
    Het openbaar vervoer is er voor iedereen. Daar hoort bij dat alle reizigers, ook als zij een beperking hebben, zelfstandig gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Het ministerie van IenW is sinds 2020 met vervoerders, decentrale overheden, ProRail en de belangenbehartigers van mensen met een beperking in gesprek over een Bestuursakkoord Toegankelijkheid OV. Daarmee streeft IenW ernaar om ervoor te zorgen dat het openbaar vervoer in 2040 volledig toegankelijk is conform het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De provincie Utrecht is als concessieverlener en eigenaar en beheerder van provinciale bus- en tramhaltes verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van het Utrechtse openbaar vervoer-netwerk. Met het Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2022-2032 maken partijen, waaronder de provincie, afspraken om het behaalde niveau van toegankelijkheid in het openbaar vervoer te behouden en te verbeteren. Doel hiervan is dat zoveel mogelijk mensen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Het Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2022-2032 bevat een brede set afspraken over samenwerking (met elkaar en met mensen met een beperking), eenduidigheid en duidelijkheid in reisinformatie en toegankelijkheidsvoorzieningen, toegankelijke infrastructuur en materieel en toegankelijkheid bij innovaties. Partijen zijn daarin ambitieus: met deze afspraken streven zij ernaar om in 2032 een aanzienlijke bijdrage te hebben geleverd aan een volledig toegankelijk openbaar vervoer in 2040. Zij gaan ervanuit dat de uitwerking van deze afspraken al op veel kortere termijn voor de reiziger merkbaar is.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar vervoer 2022-2032 vast te stellen en te laten tekenen door de gedeputeerde Mobiliteit;
    2. de Statenbrief met als onderwerp “Bestuursakkoord Toegankelijkheid OV” vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  6. 07

    Essentie / samenvatting:
    De provincie Utrecht stelt jaarlijks een rapportage op over het openbaar vervoer waarvan de provincie Utrecht concessieverlener is. Hierin worden de staat en ontwikkeling van het openbaar vervoer met feiten en cijfers in kaart gebracht. De rapportage over 2021 is nu opgeleverd. Naast een verslag aan PS wordt de rapportage breed gedeeld (via de provinciale website) en is voor een ieder toegankelijk. Hiermee wordt beoogd de kennis uit de rapportage op publieksvriendelijke wijze ook buiten het provinciehuis te delen. Een samenloop van omstandigheden heeft er voor gezorgd dat de rapportage over 2021 helaas erg laat na afloop van het betreffende jaar tot stand is gekomen. Onder andere de sterk afwijkende financiële regelingen voor 2021 heeft voor veel meer uitzoekwerk gezorgd, waarna later er problemen bleken te zijn met dataproblemen rondom de registratie van de OV-ritten. Dit is uiteraard eerst goed uitgezocht. Deze Jaar- en Trendrapportage staat net zoals voorgaande editie in het teken van de gevolgen van de coronapandemie. Zo goed als alle cijfers worden hierdoor beïnvloed waardoor historische trends doorbroken zijn en overschaduwd door de (ook) voor het openbaar vervoer ingrijpende gevolgen van corona. Cijfers over reizigerswaardering ontbreken omdat men het onderzoek wegens aangescherpte corona-maatregelen niet af heeft kunnen ronden. Niettemin wordt zo veel als mogelijk op dezelfde wijze als voorgaande jaren gerapporteerd over het openbaar vervoer.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Jaar- en Trendrapportage OV 2021 vast te stellen;
    2. de Statenbrief Jaar- en Trendrapportage OV 2021 vast te stellen en te verzenden;
    3. de Jaar- en Trendrapportage OV 2021 te verspreiden onder relaties.

  7. 08

    Essentie / samenvatting:
    Op verzoek van Provinciale Staten (Motie 48-2019 ‘Kwaliteit Regiotaxi staat voorop’) wordt over de overdracht van de regiotaxi dossiers van de provincie naar gemeenten halfjaarlijks een stand van zaken rapportage opgesteld die inzicht geeft in de kwaliteit van dienstverlening die minimaal op het niveau van het vierde kwartaal 2019 gehandhaafd dient te blijven. Deze zesde rapportage geeft inzicht in de gereden ritten en geregistreerde klachten regiotaxi in het tweede en derde kwartaal 2022. Daarnaast bevat de rapportage informatie over het programma Vernieuwing Doelgroepenvervoer en Aanvullend openbaar vervoer dat de provincie samen met gemeenten uitvoert om te zorgen voor een goede overdacht eind 2023.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief betreffende de zesde halfjaarrapportage regiotaxi vast te stellen en te versturen aan Provinciale Staten.

  8. 09

    Essentie / samenvatting:
    Op verzoek van Provinciale Staten van Utrecht heeft de Randstedelijke Rekenkamer een onderzoek gedaan naar de wijze waarop de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hun fietsbeleid hebben vormgegeven en in hoeverre de uitvoering van de doorfietsroutes aansluit op het behalen van de doelen. De Randstedelijke Rekenkamer heeft Gedeputeerde Staten op 12 oktober de bestuurlijke nota met conclusies en aanbevelingen ter reactie toegestuurd. De Rekenkamer heeft hierin conclusies staan en vijf aanbevelingen gedaan. Deze conclusies en aanbevelingen worden herkend en - voor zover al niet het geval - worden de aanbevelingen benut voor verdere verbetering van het fietsbeleid en de realisatie van doorfietsroutes. In de reactiebrief aan de Randstedelijke Rekenkamer gaat de provincie in op de conclusies en aanbevelingen. De Randstedelijke Rekenkamer stuurt de bestuurlijke nota in november 2022 naar Provinciale Staten. Hierin zal de bestuurlijke reactie van Gedeputeerde Staten worden opgenomen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de reactie op de bestuurlijke nota Fietsbeleid in Utrecht vast te stellen en deze te versturen aan de Randstedelijke Rekenkamer.

  9. 10

    Essentie / samenvatting:
    Het programma Toekomst N201 met voorkeursalternatief fase 3 voorziet in een adaptieve aanpak met bijbehorend kosteneffectief dekkingsvoorstel. Het pakket aan maatregelen draagt bij aan een verbetering op de aspecten leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in het gebied waarbij de landschappelijke en natuurlijke waarden worden behouden. Op grond van de onderzoeken, het gevolgde participatietraject, de aangetoonde financiële haalbaarheid en maatschappelijke kosten baten-analyse (MKBA) kan het voorkeursalternatief gepromoveerd worden naar de voorbereidingsfase. Hier wordt de realisatie voorbereid voor het oplossen van de knelpunten op de N201, verbeteren van de verkeersveiligheid, het oppakken van de bouwstenen inclusief fietsmaatregelen, maatregelen voor het openbaar vervoer en het oppakken van de hotspots ter verbetering van de leefbaarheid door het treffen van bovenwettelijke geluidsmaatregelen. Ten behoeve van deze verdere uitwerking wordt een uitvoeringskrediet gevraagd om voorbereidingen te treffen voor de realisatie van de voorkeursalternatief conform de Nota Investeren, waarderen en exploiteren. De voorbereiding en uitvoering, op basis van een adaptieve benadering, wordt verwacht in de periode 2023-2030 afhankelijk van de noodzakelijke procedures en benodigde vergunningen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Statenvoorstel Ontwerpbesluit Voorkeursalternatief Programma Toekomst N201 - fase 3 vast te stellen en aan te bieden aan Provinciale Staten;
    2. de gedeputeerde Mobiliteit te mandateren om indien nodig tekstuele aanpassingen te doen aan het Statenvoorstel ten aanzien van de m.e.r verplichting en de financiële bijdrage van de gemeente De Ronde Venen.

  10. 12

    Essentie / samenvatting:
    In juni jongstleden heeft Provinciale Staten tijdens de behandeling van het ‘Netwerkperspectief Provinciale wegen 2040’ de moties 60 ‘Knelpunten op fietsroutes middelbare scholieren’ en 65 ‘Knelpunten op type 1 wegen’ aanvaard. Beide moties gaan over de verkeersveiligheid van oversteekplaatsen en de programmering van verbetermaatregelen om gevaarlijke oversteekplaatsen op het wegennet van de provincie veiliger te maken. Voor de beantwoording van deze moties grijpt de provincie terug op de verkeersveiligheidsanalyse van alle oversteekplaatsen uit het ‘Netwerkperspectief provinciale wegen 2040’. Hierbij gaat bijzondere aandacht uit naar de ligging op type 1 wegen en het gebruik van oversteekplaatsen door middelbare scholieren. Uit de verkeersveiligheidsanalyse blijkt dat de provincie veel oversteekplaatsen met een verhoogd verkeersveiligheidsrisico op routes van middelbare scholieren of op type 1 wegen de komende jaren aanpakt of hier een studie naar start. De provincie kiest ervoor om in te zetten op het verkeersveilig(er) maken van alle oversteekplaatsen, maar houdt vast aan de programmering uit het Meerjaren Investeringsplan Mobiliteit (MIPM). Vooruitlopend op de permanente verbetermaatregelen plaatst de provincie waarschuwingsborden bij oversteekplaatsen met een verhoogd verkeersveiligheidsrisico. Het doel is om het verkeer te attenderen op de oversteekplaats.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief ‘Beantwoording motie 60 en 65 verkeersveiligheid oversteekplaatsen’ vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  11. 13

    Op 11 november 2022 worden in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
    (BO MIRT) afspraken gemaakt tussen Rijk en Regio over de versnellingsafspraken en grootschalige woningbouw in
    relatie tot de bereikbaarheid. Met de Statenbrief betreffende de Uitkomst BO MIRT november 2022 worden
    Provinciale Staten geïnformeerd over de uitkomst. Deze brief sluit aan bij de “inzet BO MIRT” brief van 20 oktober
    jl. Met deze brief worden de staten tegelijkertijd met de Tweede Kamer en gemeenteraden geïnformeerd over de
    gemaakte afspraken.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. in te stemmen met de conceptbesluiten MIRT 2022, als provinciale inzet voor het BO MIRT van 11
    november 2022.
    2. de Statenbrief “Uitkomst BO MIRT najaar 2022” vast te stellen en op het moment dat de Tweede Kamer
    brief beschikbaar is (naar verwachting op 14 november2022), te verzenden naar Provinciale Staten.
    3. de portefeuillehouder Mobiliteit en portefeuillehouder Ruimtelijke ontwikkeling te mandateren in
    afstemming met regiopartners tekstuele aanpassingen in de Statenbrief toe te passen.

  12. 14

    Essentie/ samenvatting:
    In dit stuk wordt het college van Gedeputeerde Staten (GS) geïnformeerd over (1) de gedragscode integriteit politieke ambtsdragers 2023-2026, (2) het agressieprotocol politieke ambtsdragers en (3) het protocol omgang vermoeden van integriteitsschendingen politieke ambtsdragers provincie Utrecht. Daarnaast stelt het college van Gedeputeerde Staten het statenvoorstel vast waarmee (1) de gedragscode integriteit politieke ambtsdragers 2023- 2026, (2) het agressieprotocol politieke ambtsdragers en (3) het protocol omgang vermoeden van integriteitsschendingen politieke ambtsdragers provincie Utrecht ter besluitvorming worden voorgelegd aan Provinciale Staten (PS). De gedragscode integriteit politieke ambtsdragers 2023-2026 vervangt de Gedragscode integriteit statenleden provincie Utrecht 2017 en de Gedragscode integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden provincie Utrecht 2017.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:

    1. kennis te nemen van de Gedragscode Politieke Ambtsdragers Provincie Utrecht 2023-2026 en deze ter besluitvorming voor te leggen aan Provinciale Staten (bijlage 1);
    2. het protocol omgang vermoeden van integriteitsschendingen Provincie Utrecht en het agressieprotocol politieke ambtsdragers vast te stellen voor zover dit het College van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning betreft;
    3. het statenvoorstel ‘Integriteit’ vast te stellen en de Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers 2023-2026, het protocol omgang vermoeden van integriteitsschendingen Provincie Utrecht en het agressieprotocol politieke ambtsdragers ter besluitvorming (bijlagen 1, 2 en 3) aan Provinciale Staten toe te sturen.
  13. 15

    Essentie / samenvatting:
    Zodra de Omgevingswet in werking treedt, vervalt de grondslag voor de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) omgevingsrecht provincie Utrecht 2017. Deze verordening vormt het juridische kader voor het beoordelen, borgen en verbeteren van de kwaliteit van de taken op het gebied van uitvoering en handhaving op grond van het omgevingsrecht. Op grond van artikelen 18.20 en 18.23 van de Omgevingswet dient een nieuwe kwaliteitsverordening te worden vastgesteld. Bij het opstellen van deze nieuwe verordening kwaliteit VTH is gebruik gemaakt van de door IPO en VNG opgestelde modelverordening. De teksten in de modelverordening zijn ter vergelijking met de vorige modelverordening gemoderniseerd en aangepast naar de terminologie van de Omgevingswet.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel Verordening kwaliteit uitvoering en handhaving omgevingsrecht provincie Utrecht 2023 vast te stellen en ter besluitvorming toe te sturen aan Provinciale Staten.

  14. 16

    Essentie / samenvatting:
    De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld. Deze brief geeft informatie aan PS over hoe GS naar het uitstel kijkt en de voortgang van de implementatie.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Stand van zaken implementatie Omgevingswet vast te stellen en ter informatie naar Provinciale Staten te verzenden.

  15. 18

    Essentie / samenvatting:
    In de aanvraag voor de Regio Deal Gezonde mensen in een Groene en Gezonde Leefomgeving werken gemeenten, regio’s, provincie samen met kennisinstellingen, natuur en milieuorganisaties en ondernemers aan versterking van de brede welvaart in de Regio Utrecht. Hierbij gaat het primair om het grondgebied van de provincie Utrecht en de regio’s Utrecht en Amersfoort met verbindingen naar de regio Gooi en Vechtstreek en de regio Food Valley. De Regio Deal beoogt gezondheidsverschillen in de regio terug te dringen en gezond leven bevorderen. Ook ondersteunt de deal bij het op peil houden en verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, met als doel een gezonde leefomgeving voor iedereen. De aanvraag moet uiterlijk 14 november worden ingediend. Het mandaat voor indiening ligt, na afstemming met de regio op het BO Regiodeals van 11 november aanstaande, bij één gemandateerde van Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de aanvraag Regio Deal ‘Gezonde mensen in een Groene en Gezonde Leefomgeving’ te ondersteunen;
    2. portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling te mandateren voor het ondertekenen van de Letter of Support;
    3. de Statenbrief “Regio Deal Gezonde Mensen in een Groene en Gezonde Leefomgeving” vast te stellen en deze na het BO Regiodeals op 11 november ter informatie te verzenden aan Provinciale Staten.

  16. 19

    Essentie / samenvatting:
    Met een Statenbrief wordt Provinciale Staten geïnformeerd over het proces om te komen tot een Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029. Dit programma zal de uitwerking van het bereikbaarheidsbeleid van de provincie voor de komende jaren bevatten. Onderdeel van het proces is participatie met inwoners en stakeholders.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Proces Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029 en verkenning voor startgesprek PS’ vast te stellen en ter informatie te verzenden aan Provinciale Staten.

  17. 20

    Essentie / samenvatting:
    In de Provinciale Staten (hierna: PS) vergadering van 11 mei 2022 is een motie aanvaard die betrekking heeft op het jaarlijkse vervoerplanproces. Verzocht wordt om een extra informatiesessie voor de Statencommissie Milieu en Mobiliteit te organiseren over de uitgangspunten voor de vervoerplannen en de data van alle informatiesessies aan het begin van het jaar te communiceren. Tevens wordt verzocht een voorstel te doen om gemeenteraadsleden op een gestructureerde en passende manier te betrekken bij het leveren van input aan de Staten. Er zal zoals wordt verzocht aan het begin van het jaar een extra informatiesessie worden ingepland. Het betrekken van gemeenteraadsleden om PS van input te voorzien is met name iets dat PS zelf naar behoeve in kunnen richten. Bij de start van de consultatie van de concept-vervoerplannen worden colleges van B&W van gemeenten in de gelegenheid gesteld om hun reactie te geven binnen de zes weken die daarvoor staan. Dan zal de colleges van B&W worden geattendeerd op de mogelijkheid om het plan met de gemeenteraad te delen. Hoe vervolgens gemeenten zelf al dan niet komen tot een reactie op het concept-vervoerplan is uiteraard een zaak van colleges en raden zelf. Daarnaast wordt aan reizigers/burgers zelf altijd al de mogelijkheid geboden om rechtstreeks op de concept-vervoerplannen te reageren. De provincie Utrecht is hier redelijk uniek in binnen Nederland.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de afhandeling van de motie 49 Helder betrokkenheid volksvertegenwoordiging goed te keuren;
    2. de Statenbrief met als onderwerp “Afhandeling motie 49 Helder betrokkenheid volksvertegenwoordiging” vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  18. 21

    Essentie / samenvatting:
    Hierbij wordt ter informatie de tussenrapportage 2022 van het programma Hart van de Heuvelrug (HvdH) en Vliegbasis Soesterberg (VBS) aangeboden. Het doel van de tussenrapportage is om Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten, Colleges van B&W en de gemeenteraden van Zeist en Soest te informeren over de voortgang van de ontwikkelingen binnen beide programma’s welke hebben plaatsgevonden tot en met september 2022. Met deze rapportages worden er vroegtijdig nieuwe kansen en risico’s gesignaleerd. Gezien het feit dat de programma’s Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg nauw met elkaar verbonden zijn en gezien de samenwerkingsovereenkomsten dat voor beiden halverwege het jaar een tussenrapportage dient te worden opgesteld, presenteren we beiden in voorliggend document. In de tussenrapportage worden de hoofdlijnen van de voortgang in het gebiedsprogramma HvdH en het project VBS nader toegelicht. Daarnaast is per deelproject een meer uitgebreidere voortgang beschreven.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief met als onderwerp “tussenrapportage Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg, oktober 2022” vast te stellen en de Statenbrief met de tussenrapportage op 9 november 2022 ter informatie toe te zenden aan GS.

  19. 22

    Essentie / samenvatting:
    In een geamendeerd besluit van PS op 17 november 2021 heeft PS GS verzocht nader onderzoek te doen naar op welke manier de uitvoeringsorganisatie van de woningbouwlocaties Woonwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en Kavels Westflank ingericht kan worden, zowel intern als extern. Uit het Adviesrapport ‘Uitvoeringsorganisatie woningbouwlocaties Woonwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en kavels Westflank komt als voorkeursvariant de externe uitvoeringsorganisatie naar voren. Op basis van ditAdviesrapport wordt voorgesteld een voorgenomen besluit te nemen om een externe uitvoeringsorganisatie in te richten, in de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarbij de provincie Utrecht 100% aandeelhouder zal zijn. Anders dan in november 2021 wordt nu voorgesteld om het eigendom van de gronden tot het moment van levering aan een marktpartij of particulier bij de provincie te houden. Met de bijgevoegde statenbrief worden Provinciale Staten op de hoogte gebracht van dit voorgenomen besluit en de verdere vervolgstappen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. ter uitvoering van het geamendeerd besluit van PS op 21 november 2021 een voorgenomen besluit te nemen op de volgende zaken:
    a. Om de uitvoeringsorganisatie voor de woningbouwlocaties Woningwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en kavels Westflank als aparte juridische entiteit in te richten, in de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarbij de provincie Utrecht 100% aandeelhouder is.
    b. Om het project Woonwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en kavels Westflank te blijven classificeren als “complex investeringsproject” zoals bedoeld in de regeling grote en complexe investeringsprojecten van de Nota Investeren, Waarderen en Exploiteren (PS2022FAC03).
    2. om het adviesrapport “Uitvoeringsorganisatie woningbouwlocaties Woonwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en kavels Westflank” (18-10-2022) incl. bijlagen vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    3. kennis te nemen van het Expert Judgement van APPM ‘Organisatievorm Vliegbasis Soesterberg (20-10- 22) en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    4. om de statenbrief uitvoeringsorganisatie woningbouwlocaties Woonwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en Kavels Westflank vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  20. 23

    Essentie / samenvatting:
    Jaarlijks rapporteren provincie en waterschappen over de voortgang en uitvoering van het waterbeleid. De Waterrapportage 2021–2022 gaat over de realisatie van het waterbeleid in 2021 en geeft aandacht aan de actualiteit in 2022. Deze voortgangsrapportage is de laatste in de planperiode van het Bodem, Water en Milieuplan 2016-2021. Via dit beleidsplan geeft de provincie Utrecht regionale kaders voor het waterbeleid van de vier Utrechtse waterschappen. Uit deze rapportage blijkt dat de voortgang en uitvoering van het waterbeleid door provincie en waterschappen overwegend conform planning verlopen is.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Waterrapportage 2021 - 2022 vast te stellen;
    2. de statenbrief “Waterrapportage 2021-2022” vast te stellen en met de Waterrapportage 2021–2022 ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  21. 24

    Essentie / samenvatting:
    Groene Energie Kromme Rijn en Heuvelrug B.V. (hierna: initiatiefnemer) heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een inrichting met covergisting en digistaatverwerking (hierna: covergistingsinstallatie). Daarnaast heeft de initiatiefnemer een Wet natuurbeschermingsvergunning aangevraagd vanwege de stikstofdepositie. Beide vergunningen zijn in 2017 verleend en onherroepelijk. De covergistingsinstallatie is nog niet in werking, maar wordt op dit moment gebouwd en naar verwachting op korte termijn conform de omgevingsvergunning voltooid. Van Hoof Advies heeft namens 37 cliënten verzocht de omgevingsvergunning en de Wet natuurbeschermingsvergunning in te trekken. Op 9 september hebben GS het verzoek tot intrekking van de Wet natuurbeschermingsvergunning afgewezen. Op dit moment ligt het besluit inzake de afwijzing van dit verzoek in hoger beroep ter beoordeling voor bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is nog geen uitspraak. Op 17 november 2021 hebben GS besloten (eerste ontwerpbeschikking) het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning af te wijzen. Op 21 december 2021 hebben GS naar aanleiding van dit besluit een zienswijze van Van Hoof Advies ontvangen. Naar aanleiding van deze zienswijze hebben GS op 3 juni 2022 besloten (tweede ontwerpbeschikking) het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning af te wijzen. Op 12 juli 2022 hebben GS naar aanleiding van dit besluit een zienswijze van Van Hoof Advies en een zienswijze van een bewoner uit Langbroek ontvangen.
    Na beoordeling van de ingediende zienswijzen besluiten GS om het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning af te wijzen. Dit betreft een definitief besluit.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning van 30 maart 2017 af te wijzen;
    2. het definitieve besluit ter inzage te leggen.

  22. 25

    Essentie / samenvatting:
    Middels dit document wordt toestemming gevraagd voor de verkoop van 3.87.91 ha landbouwgrond (hierna: de grond/het perceel) nabij de Onderweg te Ederveen aan de provincie Gelderland. De grond is gelegen in Gelderland en ligt niet binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Wel is de grond in beeld voor het zoekgebied voor de te ontwikkelen woningbouw rondom Veenendaal-De Klomp (Foodvalley-Zuid). Het is onzeker op welke termijn en in welke precieze omvang hier ontwikkeld gaat worden. De gemeenten Veenendaal en Ede concluderen daarom gezamenlijk om alsnog te besluiten tot overdacht aan de provincie Gelderland. Volgens de nota grondbeleid wordt ''overtollig bezit'' allereerst aangeboden aan medeoverheden, de zogenaamde reallocatieprocedure. In dit geval heeft de provincie Gelderland concrete interesse getoond in de aankoop van de grond ten behoeve van ruilgrond voor het realiseren van nieuwe natuur binnen het Gelders Natuurnetwerk. Het voorstel is om de grond tegen de getaxeerde marktwaarde aan de provincie Gelderland te verkopen. Na besluitvorming wordt de voorgenomen verkoop aan Gelderland gepubliceerd op de provinciale website, waarbij andere serieuze gegadigden zich kunnen melden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. akkoord te gaan met de verkoop van 3.87.91ha agrarische cultuurgrond - kadastraal bekend als Ede G 3424 - tegen de taxatiewaarde aan de provincie Gelderland, indien geen andere serieuze gegadigde zich meldt die gekoppeld aan de aankoop van de grond tevens provinciale (natuur)doelen kan realiseren;
    2. team GEB opdracht te geven deze transactie binnen de kaders van de vastgestelde Nota Grondbeleid 2020 en het Uitvoeringskader Grondbeleid 2020 uit te voeren en notarieel af te laten handelen;
    3. het positieve resultaat van deze transactie (verkoopwaarde minus balanswaarde) te verantwoorden via beleidsdoel 2.1 ‘Het natuurnetwerk (NNN) is robuust ontwikkeld’.