Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 15 februari 2022

09:30 - 12:45
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.03.H

    Essentie/ samenvatting:
    Op 12 mei 2021 is namens meerdere partijen verzocht tot intrekking van de door GS op 25 januari 2017 verleende PAS-vergunning voor de realisatie en het in werking hebben van een biovergister in Cothen. Door GS is op 9 september 2021 besloten tot afwijzing van het verzoek tot intrekking van de PAS-vergunning, tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 30 september 2021 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft op 18 november 2021 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS. Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 4 januari 2022 geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren. Omdat GS zich niet kunnen vinden in de conclusie in het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS dat de PAS-vergunning in 2017 in strijd met wettelijke voorschriften is verleend, wordt het bezwaar door GS, in tegenstelling tot het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS, in de beslissing op bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van GS van 9 september 2021 in stand gelaten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift, in tegenstelling tot het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS, ongegrond te verklaren;
    2. niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding;
    3. het bestreden besluit van 9 september 2021 in stand te laten;
    4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en in de motivering daarvan, overeenkomstig artikel 3:50 van de Algemene wet bestuursrecht, de redenen voor afwijking van het advies van 4 januari 2022 van de Awb-adviescommissie van PS en GS aan te geven.

  2. 0.05.H

    Essentie/ samenvatting:
    Bij besluit van 22 juli 2021 hebben GS op grond van de 'Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017’ en ‘Interim Omgevingsverordening provincie Utrecht 2021’ ontheffing geweigerd voor de gedeeltelijke, over een lengte van 560 meter, reeds uitgevoerde demping van een historische watergang, zijnde een lengtesloot, op de locatie nabij Broeksdijk 9 te Benschop, in de gemeente Lopik. Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 3 september 2021 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 9 december 2021 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS. Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 10 januari 2022 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren, het besluit in stand te laten en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS. De reden om te adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren, is erin gelegen dat de Awb-adviescommissie van PS en GS tot de conclusie is gekomen dat GS, gelet op de ter plaatse aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden, in redelijkheid de ontheffing heeft geweigerd.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift ongegrond te verklaren;
    2. het bestreden besluit van 22 juli 2021 in stand te laten;
    3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van 10 januari 2022 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

  3. 0.06.H

    Essentie / samenvatting:
    In 2017 heeft de provincie Utrecht het Platform Kleine landschapselementen (KLE) opgericht om de aanleg en het herstel van kleine landschapselementen zoals poelen, houtwallen, knotwilgen en hagen te stimuleren. In het platform werkt de provincie samen met gemeenten, agrarische collectieven, Landschap Erfgoed Utrecht en Utrechts Particulier Grondbezit. Het Platform KLE is gegroeid van 7 partijen bij de start in 2017, naar 23 partijen op dit moment. De provincie stelt subsidie beschikbaar aan de agrarische collectieven om de doelen van het platform samen met de andere partijen te realiseren. De subsidie wordt via een openstellingsbesluit beschikbaar gesteld. Dit openstellingsbesluit is gericht op het grondgebied van de gemeenten Stichtse Vecht en De Ronde Venen. Voor andere gebieden volgen de openstellingsbesluiten later, omdat daar nog voldoende budget aanwezig is uit eerdere openstellingen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de openstelling van de Subsidieregeling voor de stimulering aanleg en herstel kleine landschapselementen, geregistreerd onder UTSP-1862610101-1177 vast te stellen;
    2. dit besluit te publiceren in het Provinciaal Blad.

  4. 0.07.H

    Essentie / samenvatting:
    De gemeente Utrecht is voornemens een bestemmingsplan vast te stellen waarin plancapaciteit van zelfstandige kantoren wordt gereduceerd. De gereduceerde plancapaciteit wenst gemeente te verplaatsen in een nog op te stellen ruimtelijk besluit. Dit is op dat moment in strijd met de Interim omgevingsverordening, waarin verplaatsing van kantoorvloeroppervlakte binnen een transformatie- of herstructureringsgebied alleen gelijktijdig kan plaatsvinden. Om van deze voorwaarde af te wijken kan ontheffing van de Interim omgevingsverordening worden aangevraagd. Omdat de beoogde verplaatsing wel in overeenstemming is met het provinciale kantorenbeleid, heeft de provincie bij gemeente aangegeven in principe bereid te zijn deze ontheffing te verlenen. Voorliggend besluit ziet toe op de schriftelijke bevestiging richting gemeente Utrecht van dit voornemen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten bijgevoegde brief met titel “Rechtszekerheid verschuiven kantoorvloeroppervlakte Merwedekanaalzone” en kenmerk 82422B45 te ondertekenen en te verzenden aan het college van B&W van gemeente Utrecht.

  5. 0.09.H

    Essentie / samenvatting:
    Gedeputeerde Staten hebben medio 2021 een vergunningaanvraag van een vleesverwerkend bedrijf in IJsselstein voor het onttrekken van ruim 600.000m3 grondwater buiten behandeling gesteld. Reden hiervoor was dat de Waterwet een ongecoördineerde behandeling van zo’n vergunningaanvraag niet toestaat. Het bedrijf heeft bezwaar aangetekend. De Awb-adviescommissie van PS en GS stelt vast, dat de eis in de Waterwet om in situaties als deze de vereiste vergunningen op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet gecoördineerd te behandelen, van dwingendrechtelijke aard is. Gedeputeerde Staten konden daar niet van afwijken. De Waterwet liet hen geen andere keus. Daarom adviseert de Awb-adviescommissie om de bezwaren als ongegrond aan te merken. Gedeputeerde Staten besluiten het advies over te nemen en geen proceskosten te vergoeden. Inmiddels heeft het bedrijf alsnog een gecoördineerde vergunningaanvraag opgestart.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift van Westfort Vleesproducten B.V. d.d. 14-10-2021 tegen het besluit tot het buiten behandeling stellen van een watervergunningaanvraag als ongegrond aan te merken;
    2. het bestreden besluit d.d. 07-09-2021 niet te herroepen;
    3. geen proceskosten te vergoeden;
    4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, aangetekend te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 14 januari 2022.

  6. 0.10.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 21 december 2021 hebben GS besloten dat ze voornemens zijn mee te werken aan een verzoek van Zuid Holland om het aantal geborgde zetels bij waterschap Rivierenland te wijzigen van acht naar zeven. Op 19 januari is dit voorstel consulterend in de commissie RGW besproken. Deze bespreking heeft geen aanleiding gegeven tot wijziging van het voorgenomen besluit. Het besluit kan daarom nu definitief worden genomen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. in te stemmen met het verzoek van GS van Zuid-Holland om de reglementswijzigingsprocedure op te starten met als doel het aantal geborgde zetels voor waterschap Rivierenland te wijzigen van acht naar zeven, waarbij het aantal zetels voor de categorie ongebouwd met één wordt verminderd;
    2. GS van Gelderland te verzoeken om mede namens GS van Utrecht de voorbereidingsprocedure te doorlopen;
    3. de brieven aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelderland en Noord-Brabant vast te stellen en te verzenden.

  7. 0.11.H

    Essentie / samenvatting:
    De uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2020-2023 (nr. 82115C57, vastgesteld d.d. 14 juli 2020) dient uitvoering te geven aan de subsidieverlening volgens het cultuur- en erfgoedbeleid zoals dat is vastgesteld in het Cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023 ‘Voor Jong & Altijd’ (verder te noemen CEP). Op een aantal onderwerpen is het beleid binnen het CEP nader uitgewerkt. Om daar uitvoering aan te geven dient de een aantal regelingen binnen de uitvoeringsverordening gewijzigd te worden. Het gaat om de onderwerpen “museumbeleid”, “kwaliteit van de leefomgeving” en “Neder-Germaanse Limes”. Daarnaast behoeft de huidige uitvoeringsverordening een aantal wijzigingen om de verordening meer SMART te maken. Tot slot is het gewenst het subsidieplafond voor talentontwikkeling te verhogen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    Het wijzigingsbesluit Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2020-2023, geregistreerd onder nummer 8242AA4E, vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal blad van Utrecht.

  8. 0.14.H

    Essentie / samenvatting:
    Het IPO bestuur vergadert op 17 februari 2022 en vanuit de provincie Utrecht is er een annotatie voor deze bestuursvergadering opgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de annotatie over de volgende punten vast te stellen:

    1. ‘Strategische sessie rol in de ruimte (transities in de fysieke leefruimte);
    2. 4a. ‘Regeling sanering verkeerslawaai 2022’;
      En portefeuillehouder een standpunt in te laten nemen m.b.t. agendapunt:
    3. 4b. ‘HNP-position paper Krachtenkaart Circulaire economie’.
  9. 0.18.H

    Essentie / samenvatting:
    Van 26 februari 2022 tot en met 15 juni 2022 is er geen tramverkeer mogelijk tussen P+R Westraven en Nieuwegein / IJsselstein in het kader van het project City Nieuwegein. Vervoerder U-OV (Qbuzz) heeft hiervoor een vervangend vervoerplan met tramvervangende bussen opgesteld om de reiziger toch te voorzien van goed openbaar vervoer tussen Nieuwegein, IJsselstein en Utrecht. Met voorliggend besluit wordt dit Plan Tramvervangend Vervoer vastgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Plan Tramvervangend Vervoer Nieuwegein City vast te stellen;
    2. de Statenbrief Tramvervangend Vervoer Nieuwegein City + bijlage (Routekaarten Tramvervangend Busvervoer) vast te stellen en aan Provinciale Staten te sturen;
    3. aan bijlage 1 bij het GS-besluit (Plan Vervangend Vervoer City Nieuwegein) geheimhouding op te leggen op basis van artikel 55 lid 1 van de Provinciewet in samenhang met artikel 10, eerste lid onder c van de Wob (vertrouwelijke bedrijfsgegevens).

  10. 0.26.H

    Essentie / samenvatting:
    Middels dit document wordt toestemming gevraagd voor de verkoop van stukje opslagterrein kadastraal bekend als Oudewater D 730 ter grootte van ca 718m2. Verkoop geschiedt op verzoek van aangrenzend eigenaar Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) die het wil gebruiken voor onderhoud/opslag. HDSR wil het bij hun bestaand eigendom betrekken waardoor zij een rechtstreekse ontsluiting hebben op de aangrenzende provinciale weg N228. Provincie gebruikt de betreffende grond slechts incidenteel voor opslagdoeleinden. Met HDSR zijn afspraken gemaakt dat de provincie het als zodanig zal mogen blijven gebruiken. De koopsom is door grondzaken getoetst en in lijn met het speciaal hiervoor opgestelde onafhankelijke taxatierapport.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. akkoord te gaan met de verkoop van een stukje opslagterrein kadastraal bekend als Oudewater D 730 ter grootte van ca 718m2 aan HDSR;
    2. team grondzaken en bedrijfsvoering opdracht te geven om deze transacties binnen de kaders van het vastgestelde grondbeleid en uitvoeringskader 2020 notarieel af te laten handelen;
    3. de verkoopopbrengst ten gunste te laten komen van de algemene middelen.

  11. 04

    Essentie/ samenvatting:
    Bij besluit van 2 september 2021 hebben GS op grond van de 'Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017’ en ‘Interim Omgevingsverordening provincie Utrecht 2021’ ontheffing geweigerd voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig op de locatie Angstelpad 22 te Loenersloot, in de gemeente Stichtse Vecht. Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 17 september 2021 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 18 november 2021 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS. Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 3 januari 2022 geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren. GS geven aan zich niet te kunnen vinden in de conclusies in het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS dat het gehanteerde beoordelingskader te eng is, dat de aantasting van landschappelijke waarden dusdanig gering is dat de ontheffing niet mocht worden geweigerd en dat ten onrechte geen ruimte wordt gezien voor het rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van aanvrager. Het bezwaar wordt daarom door GS, in tegenstelling tot het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS, in de beslissing op bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van GS van 2 september 2021 in stand gelaten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het bezwaarschrift, in tegenstelling tot het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS, ongegrond te verklaren;
    2. het bestreden besluit van 2 september 2021 in stand te laten;
    3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en in de motivering daarvan, overeenkomstig artikel 3:50 van de Algemene wet bestuursrecht, de redenen voor afwijking van het advies van 3 januari 2022 van de Awb-adviescommissie van PS en GS aan te geven.

  12. 08

    Essentie / samenvatting:
    Het CDA heeft schriftelijke vragen gesteld over de ongevallen met trams in Nieuwegein. Op 4 januari 2022 heeft zich op de Richterslaan in Nieuwegein een verkeersongeval voorgedaan als gevolg waarvan de betreffende tram ontspoord is. Mede door de lage snelheid bleef de schade gelukkig beperkt. Vorig jaar hebben zich vergelijkbare ongevallen voorgedaan. Naar aanleiding daarvan is vastgesteld dat het aantal ongevallen niet zozeer afwijkt van de trend, maar dat de gevolgen groter zijn doordat de betrokken trams ontspoord zijn en dat de ongevallen telkenmale zijn veroorzaakt door het negeren van het rode licht door weggebruikers. Naar aanleiding van de ongevallen voert de provincie een onderzoek uit naar alle tramoverwegen om te bepalen of en hoe de risico’s daar nog verder kunnen worden beperkt.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Bikker, betreffende de ongevallen met trams in Nieuwegein, vast te stellen en te verzenden.

  13. 12

    Essentie / samenvatting:
    Het Steunpakket Cultuur en Erfgoed COVID-19, dat in 2020 is ingesteld, heeft in de afgelopen 2 jaar meer dan 200 instellingen in de gehele provincie op diverse manieren kunnen ondersteunen. Van de oorspronkelijke 6 miljoen euro resteerde op 1 januari 2022 nog 800.000 euro in de projectreserve. Deze middelen zijn toegekend aan een uitbreiding van de regeling voor jonge makers, het ondersteunen van de partnerinstellingen in de eerste helft van 2022 en het heropenen van de Programmeringsregeling, zoals ook beschreven in de Statenbrief 'Terugblik eerste twee tranches Steunpakket en voorstel derde tranche' d.d. 21 december 2021. Gezien het voortduren van de pandemie en de zeer zorgelijke situatie waar de culturele sector zich momenteel in bevindt, lijken deze middelen niet toereikend voor de komende periode en wordt voorgesteld het Steunpakket op korte termijn uit te breiden. De kosten voor deze uitbreiding worden op basis van extern onderzoek, evaluatie en intensief overleg met sector, rijk, gemeenten en fondsen geschat op 2 miljoen euro voor de komende twee jaar.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel ‘Uitbreiding Steunpakket Cultuur & Erfgoed COVID-19' vast te stellen en ter besluitvorming aan Provinciale Staten voor te leggen.

  14. 13

    Essentie / samenvatting:
    In de afgelopen jaren is gebleken dat voor steeds meer maatschappelijke opgaven samenwerking nodig is. Doordat er vaker wordt samengewerkt ontstaan naast de bekende samenwerkingsrelaties, zoals gemeenschappelijke regelingen, stichtingen, verenigingen, Besloten Vennootschappen en Naamloze Vennootschappen, ook andere typen samenwerkingsrelaties. Daarnaast zijn samenwerkingsrelaties dynamischer, waardoor zij vaker van gedaante of samenstelling veranderen. Het met elkaar verbinden van deze relaties én het regelmatig evalueren ervan vergroot het probleemoplossend vermogen voor complexe opgaven. In de nieuwe nota Samenwerkende partijen, de opvolger van de nota verbonden partijen ‘elkaar vasthouden 2017’ (PS2018BEM01), worden kaders en handvatten aangeboden om effectief om te gaan met samenwerkingsrelaties. In de nieuwe nota worden handelingsperspectieven geboden die zowel toepasbaar zijn op de samenwerkingsrelaties vallend onder het regiem van de Wet gemeenschappelijke regelingen als wel nieuwere vormen van samenwerking.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:

    1. de Nota Samenwerkende partijen vast te stellen;
    2. Provinciale Staten voor te stellen om het indienen van zienswijze te delegeren naar Gedeputeerde Staten;
    3. de Nota Verbonden partijen ‘Elkaar vasthouden’ uit 2017 (PS2018BEM01) in te trekken;
    4. Provinciale Staten voor te stellen om met het vaststellen van de nota Samenwerkende partijen de motie 27 uit 2019 ‘Bezinnen op rol provincie’ als afgedaan te beschouwen;
    5. het statenvoorstel Nota Samenwerkende partijen vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten (Documentnummer 8229E1C0).
  15. 15

    Essentie / samenvatting:
    Provincie Utrecht gaat een “Intentieovereenkomst Goederenvervoer over Water Provincie Utrecht” ondertekenen met publieke en private bedrijven en kennisinstellingen. De deelnemende partijen hebben een gezamenlijke ambitie om schoon, duurzaam en efficiënt goederenvervoer te stimuleren door beter gebruik te maken van de bestaande vaarwegen met duurzame vaar- en voertuigen (inclusief voor- en natransport) door te verbinden en te doen. Het behouden en waar nodig realiseren van nieuwe laad- en losplekken aan water is hiervoor essentieel. Hierbij wordt het motto: ‘Varen waar het kan, rijden als het moet’ gehanteerd voor plekken of bestemmingen die over water goed bereikbaar zijn.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de “Intentieovereenkomst Goederenvervoer over Water Provincie Utrecht” vast te stellen en aan te gaan;
    2. de Statenbrief “Intentieovereenkomst Goederenvervoer over Water Provincie Utrecht” vast te stellen en ter informatie te sturen aan Provinciale Staten.

  16. 16

    Essentie / samenvatting:
    Bijgaand treft u de nota investeren, waarderen en exploiteren. De Nota investeren, waarderen en exploiteren (hierna: Nota investeren) is een geactualiseerde versie van de nota die in 2017 is vastgesteld. In de financiële verordening van de provincie Utrecht is opgenomen dat het college eens per vier jaar de nota actualiseert. Deze nota betreft een uitwerking hiervan. Met behulp van bijgevoegde Statenbrief wordt deze nota aan de FAC van 23 februari aangeboden voor een eerste lezing. Daarna zal een mogelijk gewijzigde versie met een Statenvoorstel in GS worden gebracht om op 11 mei in PS te worden besproken.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de uitgangspunten opgenomen in de conceptversie van de nota investeren, waarderen en exploiteren vast te stellen;
    2. kennis te nemen van het concept-Statenvoorstel;
    3. de Statenbrief Nota investeren, waarderen en exploiteren vast te stellen en ter informatie te verzenden aan Provinciale Staten.

  17. 17

    Essentie / samenvatting:
    Provinciale Staten worden met kwartaalrapportages structureel op de hoogte gehouden van de voortgang van het programma Vernieuwde Regionale Tramlijn (hierna: VRT). De kwartaalrapportage betreft het vierde kwartaal van 2021 (standlijn 31 december 2021), met de Statenbrief wordt aanvullend de stand van zaken op moment van schrijven weergegeven. Bij afronding van het vierde kwartaal is het de verwachting dat het programma VRT geen aanspraak meer zal maken op een deel van het programmabudget. Daartoe zal middels het volgende reguliere Planning & Control product (P&C product) het investeringsbudget verlaagd worden met een bedrag van € 5 miljoen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de VRT kwartaalrapportage 1-10-2021 t/m 31-12-2021 vast te stellen;
    2. de statenbrief “Statenbrief Voortgangsrapportage 1 oktober 2021 t/m 31 december 2021 programma Vernieuwde Regionale Tramlijn (VRT)” vast te stellen en met de VRT kwartaalrapportage ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    3. het bijgevoegde nieuwsbericht vast te stellen voor online plaatsing via de site van Regiotram Utrecht.

  18. 19

    Essentie / samenvatting:
    Met het vaststellen van de voorliggende samenwerkings- en realisatieovereenkomst (SOK en ROK) voor de doorfietsroute Utrecht Science Park (hierna:USP) -Veenendaal, komen de gemeenten Utrecht, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Rhenen en Veenendaal, de Universiteit Utrecht Campusbeheer (hierna: de Universiteit) en de provincie Utrecht tot een akkoord over het tracé, het voorlopig ontwerp, de kostenverdeling en de uitvoeringsafspraken voor de realisatie van de route. Wanneer ook de andere colleges de overeenkomst hebben vastgesteld, kan op 23 februari 2022 ondertekening plaatsvinden en kan het project doorfietsroute (DFR) overgaan tot realisatie. De planning is dan dat eind 2024 de route kan worden geopend.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de realisatie- en samenwerkingsovereenkomst van de doorfietsroute USP-Veenendaal, inclusief bijlagen, vast te stellen en aan te gaan;
    2.het mandaat, volmacht en machtiging te verkrijgen van de gemeenten Bunnik, Utrechtse Heuvelrug en Rhenen om namens deze gemeenten een deel van de doorfietsroute uit te voeren, zoals opgenomen in de realisatieovereenkomst, en na realisatie weer aan de gemeenten in beheer over te dragen;
    3. de Statenbrief “Samenwerkings- en realisatieovereenkomst voor de doorfietsroute USP-Veenendaal” vast te stellen en deze ter informatie naar Provinciale Staten te sturen.

  19. 20

    Essentie / samenvatting:
    Via een PS-besluit op 14 april 2021 is besloten de studiefase van het Programma Toekomst N201 met één jaar te verlengen ter heroverweging van het onderzochte pakket aan maatregelen en de problematiek. Dit om te komen tot een kosteneffectiever en kleiner pakket aan maatregelen met een nadrukkelijke focus op leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid. Provinciale Staten wordt door middel van een Statenbrief geïnformeerd over de voortgang en verdere procedure. Na gunning van de opdracht aan een adviesbureau, zijn begin september de werkzaamheden van fase 3 gestart. Helaas hebben de modelanalyses en personele wisselingen voor vertraging gezorgd. Het conceptpakket wordt in mei 2022 via een Stateninformatiebijeenkomst besproken. Direct hierna zal de participatie met de omgeving worden opgestart, waarover Provinciale Staten na de zomer wordt geïnformeerd middels een Statenbrief. Eind dit jaar ligt er een Statenvoorstel.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief ‘Stand van zaken fase 3 programma Toekomst N201’ vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  20. 21

    Essentie / samenvatting:
    Het tijdpad om te komen tot de voorgenomen verlenging van de OV-concessies van december 2023 tot december 2025 wordt op grond van recente landelijke ontwikkelingen en afspraken herzien. Het gaat hierbij om het perspectief op voortzetting van een vorm van landelijke steun voor het provinciale OV na 1 september 2022 en om de recent vastgestelde landelijke aanbestedingskalender voor de decentrale OV-concessies. Gevolg is dat de besluitvorming over de verlenging van de OV-concessies en de bijbehorende budgettaire gevolgen plaats zal vinden in september 2022.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief 'Voortgang proces verlenging OV-concessies' vast te stellen en deze toe te sturen aan Provinciale Staten.

  21. 22

    Essentie / samenvatting:
    Voor de concessie Tram en Bus Regio Utrecht en de concessie Streekvervoer Provincie Utrecht geldt dat er minimaal één keer per jaar een Vervoerplan wordt opgesteld door de concessiehouders (U-OV en Syntus) in overleg met de provincie Utrecht (hierna: de provincie). Dit proces is vastgelegd in de concessie-afspraken. De provincie stelt als concessieverlener jaarlijks uitgangspunten vast, waarop zowel U-OV als Syntus een nieuw Vervoerplan opstellen. De uitgangspunten voor 2023 staan nog steeds in het teken van de coronapandemie. In 2021 is de dienstregeling met 9 à 10% afgeschaald. Het aantal reizigers zit nog steeds op ongeveer 60% ten opzichte van pre-corona en de reizigersinkomsten liggen nog lager (omdat de reizigers die de meeste inkomsten genereren, de forensen, verder achterblijven dan andere reizigers). Het is niet te voorspellen hoe de pandemie zich nog zal ontwikkelen. Naar verwachting zullen de reizigersaantallen en opbrengsten eind 2022 nog niet zo hoog zijn dat opschalen tot de mogelijkheden behoort. Uitgangspunt is dan ook dat het huidige voorzieningenniveau gehandhaafd blijft, en het aantal dienstregelingsuren (DRU’s) in principe gelijk blijft. Getracht wordt om meer flexibiliteit in te bouwen door bij de vaststelling van de Vervoerplannen bandbreedtes voor frequenties van lijnen vast te stellen. Aan beide vervoerders worden daarnaast nog enkele uitgangspunten per concessie meegegeven.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de uitgangspunten Vervoerplannen 2023 U-OV en Syntus vast te stellen;
    2. de Statenbrief 'Uitgangspunten Vervoerplannen 2023 U-OV en Syntus' vast te stellen en deze met de uitgangspunten Vervoerplannen 2023 U-OV en Syntus toe te zenden aan Provinciale Staten.

  22. 23

    Essentie / samenvatting:
    De systeemstudie naar de energie-infrastructuur 2030-2050 voor de provincie Utrecht is afgerond. De studie geeft inzicht in welke aanvullende energie-infrastructuur er nodig is voor de periode tot 2030 en tot 2050 om aan mogelijke vraag- en aanbodontwikkelingen van (duurzame) energie in Utrecht te voldoen. De studie toont voorziene knelpunten in de energie-infrastructuur en mogelijke oplossingsrichtingen. Daarnaast biedt de studie inzicht in handelingsperspectieven. Uit de studie blijkt dat met name het elektriciteitsnet uitbreiding vraagt. Waar dat in 2030 nog vooral nodig is om het aanbod van hernieuwbare elektriciteit te faciliteren, is dat in 2050 voornamelijk nodig om de toegenomen elektriciteitsvraag te faciliteren.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief 'Uitkomsten Systeemstudie Energie-Infrastructuur 2030 – 2050' vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.

  23. 24

    Essentie / samenvatting:
    Tijdens de vergaderingen van Provinciale Staten (PS) in juni en oktober 2021 is de RES 1.0 van de regio’s Amersfoort, Foodvalley en U16 vastgesteld. Via een statenbrief wordt PS geïnformeerd over de uitvoering van de moties die hierbij zijn aangenomen. Na de besluitvorming over de RES 1.0 is in elke regio een plan van aanpak of uitvoeringsplan gemaakt. Hierin zijn activiteiten beschreven om de afspraken die in de RES 1.0 gemaakt zijn tot uitvoering te brengen. Bij het opstellen van deze plannen is rekening gehouden met de moties en amendementen die door raden en staten zijn aangenomen. Bij een aantal gemeenten zijn tijdens het vaststellen van de RES 1.0. zoekgebieden voor wind geschrapt waardoor er spanning komt op de realisatie van het bod van de RES en de verhouding zon/wind. Vanuit de provincie Utrecht zijn er daarom verschillende acties ondernomen op weg naar de tussenbalans deze zomer. Deze acties staan in deze statenbrief omschreven bij de uitwerking van de verschillende moties die zijn aangenomen bij de behandeling van de RES 1.0.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief ‘stand van zaken uitvoering moties RES 1.0’ vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.