Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 17 mei 2022

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.04.H

    Essentie / samenvatting:
    De heer De Brey heeft vragen gesteld over de scholing en het werk voor vluchtelingen uit Oekraïne. Met bijgevoegde beantwoordingsbrief worden deze beantwoord.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid de Brey van de VVD betreffende scholing en werk vluchtelingen uit Oekraïne vast te stellen en te verzenden.

  2. 0.05.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 30 maart 2022 zijn door Statenlid Krijgsman van de PvdA-fractie schriftelijke vragen gesteld betreffende de kap van bos nabij voormalig paleis Soestdijk. De vragen gaan over drie vellingen die deze winter uitgevoerd zijn ten behoeve van de aanleg van een fietspad en ter voorkoming schade door de letterzetter en valgevaar.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Krijgsman van de PvdA-fractie betreffende de kap van bos nabij Paleis Soestdijk vast te stellen en te verzenden.

  3. 0.06.H

    Essentie / samenvatting:
    Naar aanleiding van berichten in de media heeft de Partij voor de Dieren vragen over het bereiken van een goede waterkwaliteit in Nederland. Specifiek over wat GS gaat doen om de KRW-doelen te halen, hetgeen een ambitie is uit het Collegeprogramma 2019.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van der Steeg van Partij voor de Dieren betreffende Nederlandse waterkwaliteit vast te stellen en te verzenden.

  4. 0.12.H

    Essentie / samenvatting:
    Op 8 december 2021 is de Financiële Auditcommissie (FAC) geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording in 2022. In de jaarrekening over 2022 zal naar verwachting het College van Gedeputeerde Staten voor het eerst een rechtmatigheidsverantwoording opnemen. Dit betekent dat de provincie een uitspraak zal doen over de mate waarin zij financieel rechtmatig (oftewel binnen de daarvoor geldende kaders) handelen. Vanaf 2020 wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van de provincie op deze verandering. Hierbij is een statenbrief toegezegd waarmee de Provinciale staten (PS) worden geïnformeerd over op welke momenten gedurende het jaar er zal worden gerapporteerd over de voortgang van de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording. Daarnaast wordt PS in de statenbrief geïnformeerd over welke formele besluiten PS in 2022 moet nemen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief ‘stand van zaken Rechtmatigheidsverantwoording 2022’ vast te stellen en ter informatie naar PS te verzenden.

  5. 01A
    Besluitenlijst GS-vergadering d.d. 10 mei 2022
  6. 07

    Essentie / samenvatting:
    Klagers hebben op 17 februari 2022 een klachtschrift ingediend bij Provinciale Staten over vermeend ‘burgermisleiding’ door GS bij het behandelen van hun bezwaarschrift. Aanleiding van de klacht was de brief van GS d.d. 10 februari 2022, BZW.21.064.003, over een verdaging van de beslistermijn met zes weken in relatie tot een beslissing op een bezwaar.


    Bij besluit van 14 oktober 2021 hebben GS aan de provincie Utrecht op basis van de Wet natuurbescherming een ontheffing verleend voor het opzettelijk doden, opzettelijk verstoren en beschadigen en/of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. De ontheffing is verleend in verband met het slopen van een woning en bijgebouwen aan de Achterbergsestraatweg 120 in Rhenen vanwege de herinrichting van het nabij gelegen kruispunt op de provinciale weg N233 voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.


    Klagers hebben bij brief van 12 november 2021 bezwaar gemaakt tegen de ontheffing, aangegeven dat de sloop van de woning niet noodzakelijk is en dat er alternatieven zijn. GS hebben op 10 februari 2022 klagers schriftelijk geïnformeerd over de verlenging van de beslistermijn op hun bezwaar. Na ontvangst van de brief constateerden klagers dat de woning al werd gesloopt, terwijl de bezwaarprocedure nog niet was afgerond. Deze gang van zaken kwalificeerden de klagers als ‘burgermisleiding’.


    De commissie adviseert:
    - de klacht van 17 februari 2022 over ‘burgermisleiding’ ongegrond te verklaren, maar wel verschillende verbeteringen in het beslisproces aan te brengen. De verschillende verbeteringen zijn: (i)vroegtijdige afstemming tussen domeinen, (ii)contact opnemen met klagers voor minnelijke oplossing, (iii)bezwaar- en voorlopige voorzieningclausule in besluiten herschrijven naar minder ambtelijke taal en (iv)intern bespreken van mogelijkheden tot versnellen van interne procedures;
    - voor de motivering van de afdoening van de klacht, met toepassing van artikel 3:49 van de Algemene wet bestuursrecht, te verwijzen naar het advies van de commissie, d.d. 28 april 2022, nummer KLT.22.003.001;
    - klager te wijzen op de mogelijkheid om zich binnen een jaar te wenden tot de Nationale ombudsman indien zij het niet eens is met de afhandeling van de klacht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de klacht van 17 februari 2022 over ‘burgermisleiding’ ongegrond te verklaren, maar wel verschillende verbeteringen in het beslisproces aan te brengen. De verschillende verbeteringen zijn: (i)vroegtijdige afstemming tussen domeinen, (ii)contact opnemen met klagers voor minnelijke oplossing, (iii)bezwaar- en voorlopige voorzieningclausule in besluiten herschrijven naar minder ambtelijke taal en (iv)intern bespreken van mogelijkheden tot versnellen van interne procedures;
    2. voor de motivering van de afdoening van de klacht, met toepassing van artikel 3:49 van de Algemene wet bestuursrecht, te verwijzen naar het advies van de commissie, d.d. 28 april 2022, nummer KLT.22.003.001;
    3. klager te wijzen op de mogelijkheid om zich binnen een jaar te wenden tot de Nationale ombudsman indien zij het niet eens is met de afhandeling van de klacht.

  7. 08

    Essentie / samenvatting:
    In het Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014 is vastgelegd dat de afgekeurde regionale waterkeringen in 2020 dienen te voldoen aan de in de Interim Omgevingsverordening gestelde veiligheidsnormen. Dit Uitvoeringsbesluit geldt voor 8 West-Nederlandse waterschappen waaronder Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. In dit besluit wordt de waterschappen de mogelijkheid geboden om op basis van een gemotiveerd verzoek uitstel aan te vragen tot na 2020. Vanwege de grote opgave van het waterschap is in 2016 uitstel verleend door Gedeputeerde Staten tot en met 2024. Het waterschap geeft nu aan dat het niet haalbaar is om de gehele opgave in 2024 af te ronden en vraagt om een verlenging van het tijdstip op orde. Indien uitstel wordt verleend kan het waterschap efficiënt en integraal opereren en haar werkzaamheden doelmatig inrichten waarbij het waterschap heeft aangegeven dat uitstel niet tot (water)veiligheidsrisico’s leidt. Gelet op de hiervoor genoemde overwegingen kan de provincie Utrecht instemmen met het voorstel van het waterschap. Het verleende uitstel betreft alleen de projecten regionale keringen gelegen in de provincie Utrecht (dorpskern Abcoude en de Zuid-Vreelandseweg) met een totale lengte van 4 kilometer, met mogelijk uitloop tot 8 kilometer indien planprocedures vertraging oplopen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht uitstel te verlenen voor een tweetal projecten (dorpskern Abcoude en de Zuid-Vreelandseweg) tot 31 december 2027 voor het op orde brengen van de regionale waterkeringen met een lengte van circa 4 tot 8 kilometer;
    2. het besluit, zoals opgenomen in bijlage 2, tot verlening van uitstel tijdstip op orde regionale waterkeringen vast te stellen;
    3. de antwoordbrief aan Waterschap Amstel, Gooi en Vecht vast te stellen en te verzenden.

  8. 09

    Essentie / samenvatting:
    Op 21 december 2021 heeft het college ingestemd met het voorstel Toekomstige samenwerking binnen het Plassenschap Loosdrecht (LSD). Daarbij is aan Provinciale Staten een gelijkluidend voorstel (PS2022BEM02) voorgelegd. Provinciale Staten hebben op 9 februari 2022 eveneens ingestemd met het voorstel. Daarmee is ingestemd met het omzetten van de gemeenschappelijke regeling in een bedrijfsvoeringorganisatie. Het was op dat moment nog niet mogelijk een gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling voor te leggen. Inmiddels is een doorlopende gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling door het Algemeen bestuur van het Plassenschap aangeboden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het statenvoorstel ‘Wijziging gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.’ vast te stellen en  ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten. Waarmee aan Provinciale Staten het volgende  wordt voorgesteld:
    A. Instemmen met de gewijzigde doorlopende tekst gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.
    B. Aan het college van Gedeputeerde Staten toestemming te verlenen om als deelnemer eveneens in te stemmen met de doorlopende gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.
    2. onder voorbehoud van toestemming van Provinciale Staten in te stemmen met de doorlopende gewijzigde  tekst van de gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.
    3. het bestuur van het Plassenschap over de besluiten van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten te  informeren.

  9. 10

    Essentie / samenvatting:
    Op grond van de Wet lokaal spoor (Wls) is de provincie Utrecht (hierna: de provincie) eindverantwoordelijk voor het tramvervoersysteem in Utrecht. Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft het team Trambedrijf Beheer en Onderhoud (TBO) aangewezen als beheerder van het lokaal spoor in de provincie. Naast de infrastructuur zorgt TBO voor het beheer en onderhoud van het trammaterieel en de overige assets die de provincie ten behoeve van het tramsysteem in eigendom heeft, alsmede een aantal assets voor het regionale busvervoer. Op grond van artikel 21 van de Wls dient TBO als beheerder van het lokaal spoor jaarlijks een beheerplan op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan GS. In het beheerplan Wet lokaal spoor 2022 geeft TBO weer hoe het beheer en onderhoud dit jaar wordt uitgevoerd. TBO geeft daarmee invulling aan de vastgestelde Beheervisie Tramsysteem 2020-2024 en de daarin opgenomen doelen, namelijk een veilig tramsysteem, meer tevreden reizigers in het openbaar vervoer en het behoud van de (maatschappelijke) waarde van de provinciale assets gedurende hun levensduur tegen aanvaardbare kosten en risico’s. Een kwalitatief goede en toekomstgerichte invulling van de beheerfunctie is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van het openbaar vervoer en een belangrijke randvoorwaarde voor de overdracht van gerealiseerde projecten naar de exploitatie fase.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het beheerplan Wet lokaal spoor 2022 goed te keuren;
    2. de statenbrief Beheerplan Wet lokaal spoor 2022 vast te stellen en deze ter informatie te versturen aan Provinciale Staten.

  10. 11

    Essentie / samenvatting:
    Op 14 april jongstleden hebben minister Adriaansens (EZK) en minister Kaag (Financiën) bekendgemaakt welke projecten uit de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds (NGF2) zijn gehonoreerd. Het advies van de onafhankelijke adviescommissie onder leiding van Jeroen Dijsselbloem is volledig overgenomen. In reactie op de resultaten van de tweede ronde van het NGF heeft de provincie Utrecht (hierna: de provincie) een nieuwsbericht opgesteld. Met deze Statenbrief wordt PS uitgebreider geïnformeerd over de uitkomst van NGF2 voor wat betreft de projecten met betrokkenheid van Utrechtse partners in het algemeen en de provincie in het bijzonder. Daarnaast wordt een vooruitblik gegeven op NGF3.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Statenbrief ‘Resultaten 2e  ronde Nationaal Groeifonds’ vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
    2. gedeputeerde Strijk te mandateren tot het doorvoeren van eventuele tekstwijzigingen in de Statenbrief ten behoeve van de meest adequate informatieverstrekking richting Provinciale Staten.

  11. 14

    Essentie / samenvatting:
    Met bijgevoegde Statenbrief wordt PS geïnformeerd dat op woensdag 18 mei de eerste vluchtelingen zullen worden opgevangen in het huis voor de Provincie.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de bijgevoegde Statenbrief Update opvang vluchtelingen vast te stellen en te verzenden.

  12. 15

    Essentie / samenvatting:
    Staatsbosbeheer, de gemeente Stichtse Vecht en de provincie Utrecht hebben de wens uitgesproken om verschillende (ruimtelijke) opgaven in de polder Mijnden gezamenlijk te verkennen. Het gaat om opgaven op het gebied van natuur, landbouw, cultuurhistorie en klimaatbestendig waterbeheer. Om deze combinatie van opgaven te verkennen is er een Intentieovereenkomst opgesteld waarin de partijen afspreken om samen tot een integraal plan voor de polder Mijnden te komen en de uitvoering hiervan vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten en de CdK besluiten de Intentieovereenkomst voor de polder Mijnden vast te stellen en aan te gaan.