Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

GS-Besluiten

dinsdag 30 mei 2023

09:30 - 12:30
Locatie

16.30

Voorzitter
J.H. Oosters

Agendapunten

  1. 0.03.H

    Essentie / samenvatting:
    Van het Recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) en het Plassenschap Loosdrecht (LSD) zijn de jaarrekeningen over 2022 ontvangen en de conceptbegrotingen over 2024. Tevens is de jaarrekening van de inmiddels opgeheven Recreatie Midden Nederland (RMN) over 2022 ontvangen. In de begeleidende brieven wordt de provincie de mogelijkheid geboden zienswijzen in te dienen. Met het vaststellen van de nota Samenwerkende Partijen, hebben PS het college van GS gedelegeerd om de financiële stukken te behandelen, inclusief de zienswijzeprocedure. Het geconstateerde tekort in de jaarlijkse bijdragen van de deelnemers in Programma B van het Recreatieschap Stichtse Groenlanden (Vinkeveense Plassen) en de onduidelijkheid over het meerjaren onderhoudsplan en investeringsplan vragen om nadere aandacht.


    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de zienswijzen op de conceptbegroting 2024 Recreatieschap Stichtse Groenlanden en Plassenschap Loosdrecht e.o. vast te stellen en toe te sturen aan het dagelijks bestuur van Recreatieschap Stichtse Groenlanden en het bestuur van het Plassenschap Loosdrecht e.o.;
    2. de bijgevoegde statenbrief ‘Zienswijze conceptbegroting 2024 Stichtse Groenlanden en Plassenschap Loosdrecht e.o.’ vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  2. 0.06.H

    Essentie / samenvatting:
    De SGP heeft naar aanleiding van de beantwoording vragen ex art. 47 RVO betreffende Afgraven bodem (GS 6 februari 2023) vervolgvragen gesteld, mede op basis van een Bewonersplan Westveen. De vervolgvragen gaan dieper in op natuurinrichtingsprojecten waar afplaggen wordt overwogen en op natuurresultaten met of zonder afgraven van bodem. In de beantwoording wordt op deze aspecten ingegaan.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vervolgvragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid van den Dikkenberg van de SGP betreffende Afgraven bodem vast te stellen en te verzenden.

  3. 0.09.H

    Essentie / samenvatting:
    De Awb-adviescommissie van PS en GS brengt jaarlijks verslag uit van haar werkzaamheden. Het jaarverslag geeft inzicht in de afhandeling van bezwaarschriften, klachten en administratief beroep over het jaar 2022.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de provinciesecretaris te vragen uitvoering te geven aan aanbevelingen zoals opgenomen in het Jaarverslag 2022 Awb-adviescommissie;
    2. de Statenbrief “Jaarverslag 2022 Awb-adviescommissie” vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  4. 0.12.H

    Essentie / samenvatting:
    De Voortgangsrapportage Samenwerkingsagenda Landbouw 2022 geeft een overzicht van de uitvoering van de activiteiten uit de Samenwerkingsagenda Landbouw 2019. In de Voortgangsrapportage wordt ingegaan op de behaalde resultaten. De Voortgangsrapportage is niet bedoeld als evaluatie van het beleid of de uitvoering. In de Voortgangsrapportage worden geen voorstellen voor bijstelling of aanpassing van het beleid gedaan. In de rapportage wordt aangekondigd dat dit jaar wordt begonnen met het opstellen van een geactualiseerde Landbouwvisie. Dit is eerder dan bij de vaststelling van de huidige Landbouwvisie was voorgenomen. De huidige ontwikkelingen maken een actualisatie wenselijk. De goedkeuring door het Rijk van het UPLG 1.0, maar ook het Landbouwakkoord waarover op dit moment nog overleg gaande is, zijn hierbij voor Utrecht cruciaal. Wij realiseren ons dat de kans bestaat dat er uiteindelijk geen Landbouwakkoord afgesloten zal worden. In dat geval zal het Rijk moeten aangeven hoe een duurzame én rendabele landbouw toch gerealiseerd kan worden.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Voortgangsrapportage Samenwerkingsagenda Landbouw 2022 vast te stellen;
    2. de Statenbrief ‘Voortgangsrapportage Samenwerkingsagenda Landbouw 2022’ vast te stellen en met de Voortgangsrapportage ter informatie toe te zenden aan de Provinciale Staten.

  5. 0.14.H

    Essentie / samenvatting:
    Op grond van de Wet lokaal spoor (Wls) is de provincie Utrecht (hierna: de provincie) verantwoordelijk voor het tramsysteem in Utrecht. De provincie heeft het team Trambedrijf Beheer en Onderhoud (TBO) aangewezen als beheerder van het lokaal spoor en de bijbehorende assets. Dit zijn alle onderdelen die nodig zijn om de tram rijdende te houden (o.a. de trams, haltes, het remiseterrein en beveiligingssystemen). Jaarlijks brengt de beheerder verslag uit over het uitgevoerde beheer en onderhoud. Over het aspect veiligheid wordt ook gerapporteerd door de concessiehouder Qbuzz, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) als toezichthouder, en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) als vergunningverlener en handhaver. Daarnaast geeft de Safety Board van de provincie gevraagd en ongevraagd advies aan het bevoegd gezag, op basis van de beheervisie die door het bevoegd gezag is vastgesteld. Alle veiligheidszaken zijn samengevat in het jaarverslag railveiligheid. Veiligheidsrisico´s die horen bij een tramsysteem worden volgens de stand der techniek en de wettelijke norm beheerst. Geconstateerde verbeterpunten hangen samen met het booggeluid, de verkeersongevallen met ontsporingen, trams die door een rood sein rijden, en de technische storingen die rituitval veroorzaken. De aanpak van deze punten heeft de voortdurende aandacht, ook bij de exploitatie en het beheer en onderhoud van het tramsysteem in 2023.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Jaarverslagen Railveiligheid en Beheer Tramsysteem 2022 vast te stellen en deze ter informatie te versturen aan Provinciale Staten.

  6. 0.19.H

    Essentie / samenvatting:
    Provinciale Staten worden middels een statenbrief jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het programma Versnelling Woningbouw 2021 t/m 2024. Het betreft de tweede voortgangsrapportage over het uitvoeringsprogramma. In het programmaplan is aangekondigd dat PS met regelmaat geïnformeerd wordt over de voortgang en de resultaten van het uitvoeringsprogramma; vanaf 2022 wordt jaarlijks een voortgangsrapportage opgesteld. Via deze tweede rapportage wordt inzicht gegeven in de diverse activiteiten en projecten die vanuit het programma in de periode januari 2022 t/m maart 2023 zijn uitgevoerd om te werken aan de opgave zoals geformuleerd in het programma. In deze periode zijn 16 van de 26 gemeenten vanuit het Programma Versnelling Woningbouw ondersteund met cofinanciering, inhuurcapaciteit en/of advisering. Advisering vond o.a. plaats door het programmateam en daarnaast kon voor specifieke kortdurende expertisevraagstukken het externe expertnetwerk TEMPO ingezet worden. Dat is in 2022 opgezet vanuit het programma Versnelling Woningbouw. Daarnaast is o.a. het jaarcongres Platform Wonen georganiseerd over betaalbare woningbouw, zijn diverse nieuwsitems en nieuwsbrieven geplaatst op de website en is de provinciale monitor met de voortgang van woningbouwprojecten in alle 26 gemeenten verder uitgebreid. Ook is het convenant Duurzame Woningbouw ondertekend door meer dan 100 publieke en private partijen, is de regiodeal Flexwonen ondertekend en zijn, na het provinciale bod van 83.500 woningen aan het rijk, in maart 2023 de 3 regionale woondeals ondertekend.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief (inclusief bijlage) vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

  7. 0.20.H

    Essentie / samenvatting:
    Het IPO-bestuur vergadert op 31 mei 2023 en vanuit de provincie Utrecht is er een annotatie voor deze bestuursvergadering opgesteld.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de annotatie over het volgende punt vast te stellen:
    1. 2. ‘Jaarstukken IPO-vereniging 2022’.

  8. 04

    Essentie / samenvatting:
    De Utrechtse stikstofdepositiebank is een dataregister om stikstofdepositieruimte beschikbaar te maken voor ontwikkeling en de natuur niet verder te belasten. Diverse economische- en maatschappelijke initiatieven in Utrecht hebben stikstofdepositieruimte (vergunning) nodig om doorgang te kunnen vinden. Daarnaast is er een legalisatieopgave (PAS-melders en andere agrarische vergunningen) waar stikstofdepositieruimte voor gevonden moet worden. Voor al deze vergunningverlening is een registratiesysteem in de vorm van een provinciale doelgebonden depositiebank nodig om gebiedsgericht maatwerk te kunnen leveren. Het instellingsbesluit gaat in op het doel van de Utrechtse depositiebank; de termijn waarbinnen geregistreerde depositieruimte uitgegeven wordt, en de regels voor vulling en toedeling van depositieruimte. Door te werken met één algemene doelenbank kan stikstofdepositieruimte doeltreffend, doelmatig en gebiedsgericht ingezet worden. Handelingsperspectief van extern salderen zowel met als zonder bank wordt momenteel sterk bepaald door mate waarin voldaan kan worden aan het additionaliteitsvereiste. Een andere onzekere factor betreft de staatsteunaspecten van verwerving en toedeling van depositieruimte. Het op korte termijn vaststellen van het beleidsarme instellingsbesluit door GS is noodzakelijk om het mogelijk te maken om stikstofdepositieruimte in de bank te plaatsen, zodat dit binnen de provincie behouden kan blijven voor de legalisatie-opgaven en toekomstige ontwikkelingen. Besluitvorming over het separate beleidskader voor onder andere de uitgifte van stikstofdepositieruimte wordt in principe aan de volgende GS gelaten.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten: 
    1. het voorgenomen instellingsbesluit depositiebank provincie Utrecht (documentnummer UTPS-367003060- 1193 en 1194) vast te stellen;
     2. het onderstaande procesvoorstel vast te stellen: 
     ➢ Het voorgenomen (beleidsarme) instellingsbesluit wordt toegezonden aan PS voor consultatie in commissie RGW van 21 juni 2023, waarna definitieve besluitvorming over het instellingsbesluit in GS van 4 juli kan plaatsvinden. 
     ➢ Het separate (beleidsrijke) beleidskader voor onder andere de uitgifte van stikstofdepositieruimte volgt op een later moment aangezien het huidige GS daar in principe niet meer over beslist;
     3. de bijbehorende statenbrief “Consultatie voorgenomen besluit Utrechtse depositiebank ” vast te stellen en door te sturen naar Provinciale Staten.

  9. 05

    Essentie / samenvatting:
    In de Kaderbrief 2024-2027 stellen Provinciale Staten de beleidskader en het financieel kader vast op basis waarvan de Programmabegroting 2024 door het college opgesteld kan worden. Het coalitieakkoord waar nu aan gewerkt wordt zal ook een basis voor de programmabegroting.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. het Statenvoorstel Kaderbrief 2024-2027 vast te stellen en de Kaderbrief 2024-2027, het Meerjareninvesteringsplan Mobiliteit en het Meerjareninvesteringsplan Bedrijfsvoering ter besluitvorming aan Provinciale Staten toe te zenden;
    2. coördinerend portefeuillehouder Strijk te mandateren om tekstuele wijzigingen door te voeren en nadien de Kaderbrief 2024-2027 en het bijbehorende Statenvoorstel aan Provinciale Staten toe te zenden.

  10. 07

    Essentie / samenvatting:
    Op 3 augustus 2022 is door de Colleges van Burgemeester en Wethouders van Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg een brief gestuurd over een in hun ogen toenemend capaciteitsprobleem op de N224 en problemen die de gemeenten hierdoor ervaren ten aanzien van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid (zie bijlage). De afgelopen periode is op ambtelijk niveau een aantal keer overleg geweest met als resultaat een ambtelijk voorstel om gezamenlijk een studie te doen naar de problematiek en dit als reactie per brief te bevestigen. Gedeputeerde Staten besluiten akkoord te gaan met het studievoorstel en de brieven aan de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg te versturen.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. akkoord te gaan met een studie voor het wegennet in het gebied Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg;
    2. de brieven 'Toenemend capaciteitsprobleem N224' vast te stellen en deze te verzenden aan de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg.

  11. 10

    Essentie / samenvatting:
    Vanuit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) hebben alle provincies de opdracht om uiterlijk 1 juli 2023 een Provinciaal Gebiedsprogramma Landelijk Gebied in te dienen. In deze gebiedsprogramma’s worden ook de gebiedsplannen voor stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden geïntegreerd zodat daarmee voldaan wordt aan de Wet stikstofreductie en natuurverbetering die per 1 juli 2021 in werking is getreden. Het Utrechtse provinciale gebiedsprogramma noemen we het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG). Het rijksbeleid vanuit het NPLG en de ontwikkeling van het UPLG gaan hand in hand en zijn parallelle, samenhangende processen. Het UPLG wordt opgesteld in drie stappen: 1) Startnotitie, 2) Koersnotitie en 3) UPLG versie 1.0. De Startnotitie is op 9 mei jl. vastgesteld door GS na een informatiesessie hierover met PS. Ter vaststelling ligt nu voor de Koersnotitie. Dit is een tussenproduct in het proces van Startnotitie naar UPLG versie 1.0. Deze notitie omvat een inhoudelijke analyse en een aantal structurerende principes en is te beschouwen als de 50%-versie van het UPLG.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Koersnotitie met de daarin opgenomen richtinggevende principes als tussenproduct richting een concept-UPLG versie 1.0 vast te stellen;
    2. de Statenbrief ‘Koersnotitie Utrechts Programma Landelijk Gebied’ vast te stellen en te versturen naar Provinciale Staten om consulterend te bespreken in de Commissie Ruimte, Groen, Water en Wonen van 21 juni 2023;
    3. parallel aan de consultatie van de commissie RGW de koersnotitie te bespreken met de gebiedspartijen.

  12. 11

    Essentie / samenvatting:
    De provincie Utrecht (hierna: de provincie) stelt jaarlijks een rapportage op over het openbaar vervoer (hierna: OV) waarvan de provincie concessieverlener is. Hierin worden de staat en ontwikkeling van het OV met feiten en cijfers in kaart gebracht. De rapportage over 2022 is nu opgeleverd. Naast een verslag aan Provinciale Staten wordt de rapportage breed gedeeld (in ieder geval via de provinciale website) en is voor eenieder toegankelijk. Hiermee

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. de Jaar- en trendrapportage OV 2022 vast te stellen;
    2. de Statenbrief Jaar- en trendrapportage OV 2022 vast te stellen en te verzenden;
    3. de Jaar- en trendrapportage OV 2022 te verspreiden onder relaties.

  13. 13

    Essentie / samenvatting:
    Op 15 november 2022 is de kwartaalrapportage over het derde kwartaal besproken, vastgesteld en ter informatie aan Provinciale Staten gestuurd (UTSP-1599414117-65612 d.d. 15-11-2022). Deze rapportage over het derde kwartaal was de laatste rapportage voor het VRT-programma. De laatste ontwikkelingen van het programma Vernieuwde Regionale Tram (VRT) betreffen met name restwerkzaamheden aan het perron Nieuwegein City, het aanpassen van de gootconstructie in de Zuidstedeweg in Nieuwegein en het aanbrengen van smeerinstallaties om het booggeluid te verminderen. Het doel is de werkzaamheden, die niet voor de zomer gereed zijn, samen met het benodigde budget via een PS besluit in augustus 2023 over te dragen aan het programma Nazorg Tramprojecten. Eerder is gemeld dat de decharge van het project VRT gepland stond voor begin 2023 en afgerond zou zijn bij de zomernota. Door vertraging (met name bij de uitvoerders) bleek dat niet haalbaar. Decharge van het project wordt nu voor het zomerreces verwacht.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief Vernieuwing Regionale Tramlijn vast te stellen en ter informatie te sturen aan Provinciale Staten.

  14. 18

    Essentie / samenvatting:
    Op 15 juni 2023 vindt het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving (BOL) Noordwest plaats tussen een Utrechtse bestuurlijke afvaardiging en bewindspersonen van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Economische Zaken (EZK) en Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV). Dit bestuurlijk overleg vormt, samen met het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Ruimte en Infrastructuur (BO MIRT) Noordwest in het najaar, een cyclus van halfjaarlijkse momenten waarop de Rijk-regio besluitvorming over de fysieke leefomgeving plaatsvindt. Provinciale Staten worden door middel van bijgevoegde Statenbrief geïnformeerd over de inzet van de provincie Utrecht in dit bestuurlijk overleg.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief ‘Inzet Bestuurlijk Overleg Leefomgeving Noordwest 2023’ vast te stellen en ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

  15. 21

    Essentie / samenvatting:
    De provincie heeft met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) afgesproken om uiterlijk in 2030 52 hectare (ha) boscompensatie te realiseren voor houtopstanden die in het verleden zijn gekapt voor het herstel van Natura 2000-gebieden in de provincie Utrecht. Daarnaast heeft de provincie het voornemen om voor de uitvoering van het Programma Hart van de Heuvelrug de komende jaren houtopstanden te kappen. Hiervoor zal de provincie op basis van de Wet natuurbescherming en de Interim Omgevingsverordening ook circa 10 ha boscompensatie dienen te realiseren. Voor de uitvoering van (een deel van) deze beide boscompensatie[1]verplichtingen wil de provincie opdracht verlenen aan Staatsbosbeheer voor de aanleg van 35 tot 38 ha bos in de Noordwesthoek van het Hollandse IJsselgebied in IJsselstein. De opdracht maakt het ook mogelijk dat Staatsbosbeheer een al lang gepland recreatiegebied in de Noordwesthoek realiseert. Hiermee wordt bovendien bijgedragen aan de realisatie van het programma Groen Groeit Mee en het Strategisch bosbeleid.

    Besluit

    Gedeputeerde Staten besluiten:
    1. aan Staatsbosbeheer de opdracht te verlenen voor de aanleg van 35 tot 38 hectare bos in de Noordwesthoek van het Hollandse IJsselgebied voor de uitvoering van boscompensatieverplichtingen van de provincie;
    2. deze opdracht via de onderhandelingsprocedure zoals benoemd in artikel 2.32 lid 2 van de Aanbestedingswet één op één te gunnen aan Staatsbosbeheer omdat de ‘mededinging om technische redenen ontbreekt’;
    3. het voornemen om gebruik te maken van de onderhandelingsprocedure (en derhalve de één op één gunning aan Staatsbosbeheer) te publiceren op het daartoe bestemde portaal (www.tenderned.nl), zodat marktpartijen hiervan tijdig (voorafgaand aan het starten van de onderhandelingsprocedure) kennis kunnen nemen en in de gelegenheid worden gesteld hiertegen bezwaar aan te tekenen;
    4. voor de realisatie van 10 ha boscompensatie voor Hart van de Heuvelrug/Vliegbasis Soesterberg een bedrag van € 750.000 beschikbaar te stellen, gedekt uit de inmiddels gerealiseerde verkoopopbrengsten van Park Vliegbasis Soesterberg;
    5. de realisatie van 25 tot 28 ha boscompensatie voor het in het verleden kappen van houtopstanden in N2000-gebieden voor een bedrag van € 1,47 mln. (voor) te financieren uit de bestemmingsreserve Landelijk gebied, onderdeel Strategisch bosbeleid, en dit financieel te verwerken in de Programmabegroting 2024.