- Locatie
16.79
- Voorzitter
- J.H. Oosters
Agendapunten
-
0.04.H
Essentie / samenvatting:
Op 7 december jl. hebben Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten een brief ontvangen van bewoners aan de Groenewoudseweg in Cothen. De bewoners spreken hun zorgen uit over de plannen vanuit de gemeente Wijk bij Duurstede om 32 flexwoningen aan de Groenwoudseweg te realiseren. De omwonenden geven aan zich geconfronteerd te zien met plannen die een aanzienlijk impact hebben op de waarde van hun woningen en het woongenot, vragen rondom veiligheid, geluidsoverlast e.d., alsmede aantasting van de kernwaarden van het buitengebied en de Groenewoudseweg in het bijzonder. Naar aanleiding van berichtgeving in de krant en deze brief zijn er artikel 47 vragen gesteld door BVNL.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Dercksen van BVNL betreffende flexwonen Cothen vast te stellen en te verzenden.
-
0.05.H
Essentie / samenvatting:
De periode van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020, dat met twee jaar verlengd is tot en met 2022, is bijna afgerond. De laatste regeling, Fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector provincie Utrecht 2022, is op 21 oktober 2022 gesloten voor aanvragen. Er is met grote belangstelling op deze regeling ingeschreven, waarbij voor ca € 3.7 miljoen subsidie is aangevraagd. Daarvan valt een deel bij de inhoudelijke beoordeling en financiële toets af. Het voorstel is om het resterend budget van de POP3-periode te gebruiken om het subsidieplafond op te hogen van € 1.000.000,- naar € 1.788.000,-. Van dit bedrag is 50% afkomstig van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en 50% van het programma Agenda Vitaal Platteland (AVP) van de provincie Utrecht.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3)-wijzigingsbesluit ‘Fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector provincie Utrecht 2022’ vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad.
-
0.06.H
Essentie / samenvatting:
Voor de provinciale verkiezingen van 2023 moet een centraal stembureau ingesteld worden. Het centraal stembureau is gevestigd in de gemeente waar de vergadering van de staten wordt gehouden, de gemeente Utrecht. Het centraal stembureau bestaat uit vijf leden, van wie er één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is. De voorzitter van het centraal stembureau is de burgemeester van de gemeente waar de vergadering van de staten wordt gehouden, burgemeester Dijksma. De overige leden worden benoemd en ontslagen door gedeputeerde staten. De benoeming geldt voor vier kalenderjaren. Het centraal stembureau heeft een rol in de aanloop naar de verkiezingen en bij het berekenen van de verkiezingsuitslag. Tot het takenpakket behoren onder andere het in ontvangstnemen van de kandidatenlijsten, de beoordeling van de geldigheid van de kandidatenlijsten en het vaststellen van de verkiezingsuitslag. De voorbereidende werkzaamheden voor deze taken worden uitgevoerd door de gemeente Utrecht.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. F.J.A. van der Velden van 1 januari 2023 tot 31 december 2026 te benoemen tot plaatsvervangend voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten van Utrecht;
2. W.N. Herweijer, J. van Leijhorst en T. Cnossen allen van 1 januari 2023 tot 31 december 2026 te benoemen tot lid van het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten van Utrecht;
3. J.F. ter Mors, K. van den Belt en H. van Dijkhuizen allen van 1 januari 2023 tot 31 december 2026 te benoemen tot plaatsvervangende leden van het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten van Utrecht;
4. de brieven aan de plaatsvervangend voorzitter, leden en plaatsvervangende leden vast te stellen en te verzenden. -
0.07.H
Essentie/ samenvatting:
Het bestemmingsplan De Vecht is op 1 november 2022 door de gemeenteraad van Stichtse Vecht gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen die bij de vaststelling zijn aangebracht houden onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Besloten is om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om het provinciaal belang bij het beschermen van landschappelijke waarden, zoals verwoord in artikel 2.20 van de Interim Omgevingsverordening, te borgen. Het beroep heeft betrekking op de in het bestemmingsplan De Vecht opgenomen afwijkingsbevoegdheid voor het buiten stedelijk gebied afmeren van vaartuigen met ruimere afmetingen dan voorgeschreven vanuit de provincie.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen de beslissing van de gemeenteraad van Stichtse Vecht tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan De Vecht met betrekking tot de daarin opgenomen afwijkingsbevoegdheid voor het bij bewonersligplaatsen buiten stedelijk gebied afmeren van vaartuigen met een lengtemaat tot 12,0 meter en/of een kajuit tot 1,70 meter hoogte.
-
0.08.H
Essentie / samenvatting:
GS hebben bezwaar ingediend tegen een (tijdelijke) omgevingsvergunning voor de plaatsing van 10 eco-lodges binnen het NNN op het Vakantiepark de Thijmse Berg te Rhenen. Dit bezwaar is ingediend omdat ten tijde van de vergunningverlening niet duidelijk was wat de omvang van de aantasting en compensatie is. Het NNN-onderzoek en compensatieplan waren op dat moment onvolledig en daarmee ontbrak ook onvoldoende zicht op de borging van eventuele compensatie. In de afgelopen maanden zijn hierop aanpassingen gedaan en dit heeft geleid tot een NNN-onderzoek en Compensatieplan waarmee provincie en gemeente kunnen instemmen. Deze stukken maken hierdoor integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning en borging van de compensatiemaatregelen vindt plaats via de verleende omgevingsvergunning op basis waarvan kan worden gehandhaafd. Voorgesteld wordt het bezwaar in te trekken.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. akkoord te gaan met de Nee tenzij-toets Natuurnetwerk Nederland Nieuwe Veenendaalseweg 229 van 24 oktober 2022;
2. akkoord te gaan met het Compensatieplan Natuurnetwerk Nederland Nieuwe Veenendaalseweg 229 van 24 oktober 2022;
3. het bezwaar tegen de tijdelijke omgevingsvergunning voor het plaatsen van 10 eco-lodges aan de Nieuwe Veenendaalseweg 229 te Rhenen in te trekken;
4. de brief over het intrekken van het bezwaar gericht aan het college van Burgemeester en wethouders vast te stellen conform bijgevoegd concept. -
0.16.H
Essentie / samenvatting:
De portefeuillehouder financieel toezicht lokale overheden, hiertoe door het college van GS gemandateerd d.m.v. besluit van 25 oktober 2011, heeft op 19 december 2022 de toezichtbeslissing 2023 vastgesteld t.b.v. 26 Utrechtse gemeenten en drie gemeenschappelijke regelingen. Besloten is het repressieve toezicht voor alle 26 Utrechtse gemeenten in 2023 te continueren. Voor de GR’en GGD regio Utrecht (GGDrU) en Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN) is besloten het repressieve toezicht voor 2023 te continueren. Voor de GR Gasbedrijf Zeist (GZO) is besloten deze onder het preventieve toezicht te zetten. Dit in verband met het liquidatieproces waar de gemeenschappelijke regeling zich momenteen in bevindt. Middels het mandaatbesluit heeft de portefeuillehouder financieel toezicht lokale overheden op 10 oktober 2022 de toezichtbeslissing 2023 vastgesteld t.b.v. 15 gemeenschappelijke regelingen. Voor deze 15 gemeenschappelijke regelingen is besloten het repressieve toezicht in 2023 te continueren.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het besluit van de gedeputeerde financieel toezicht lokale overheden van 19 december 2022 betreffende vaststelling van de toezichtbeslissing voor 26 Utrechtse gemeenten en de GR’en GGDrU en RMN te bekrachtigen;
2. het besluit van de gedeputeerde financieel toezicht lokale overheden van 10 oktober 2022 betreffende vaststelling van de toezichtbeslissing voor 15 gemeenschappelijke regelingen te bekrachtigen;
3. het besluit van de gedeputeerde financieel toezicht lokale overheden van 19 december 2022 betreffende vaststelling van de toezichtbeslissing voor de gemeenschappelijke regeling Gasdistributie Zeist en Omstreken (GZO) te bekrachtigen. -
03
Essentie / samenvatting:
Per 1 januari 2024 eindigen de huidige vervoerscontracten voor de regiotaxi en gaat het beheer hiervan over naar gemeenten. In december 2021 besloten 22 Utrechtse gemeenten en provincie Utrecht het Wmo-vervoer en OV-vangnetvervoer voor de periode vanaf 1 januari 2024 als Regiotaxi Utrecht in te kopen. De afspraken hiervoor zijn vastgelegd in een privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst die op 20 januari 2023 in werking treedt. De uitgangspunten voor de inkoop zijn vastgelegd in een inkoopstrategie. In januari 2023 wordt de opdracht in de markt gezet zodat per 1 januari 2024 het nieuwe vervoerscontract voor Regiotaxi Utrecht en het contractmanagement in werking treedt.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de OV-vangnetfunctie van de Regiotaxi te continueren voor de nieuwe contractperiode hiervan (2024 – 2032) en deze in te kopen bij de 22 deelnemende Utrechtse gemeenten.
2. per 20 januari 2023 bijgevoegde privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst ‘Regiotaxi Utrecht 2023’ aan te gaan.
3. als onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst het ‘Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Regiotaxi Utrecht 2023’ vast te stellen.
4. als voorbereiding op deze aanbesteding bijgevoegde ‘Inkoopstrategie’ vast te stellen, met daarin als belangrijkste besluiten:
a) Het vervoer zo efficiënt mogelijk inrichten voor reizigers, gemeente en vervoerder.
b) Vervoerder en reizigers op een positieve manier te stimuleren tot gewenst gedrag.
c) Bij de gunning een prijs-kwaliteitverhouding van 40/60 te hanteren.
d) De opdracht in partnerschap uit te voeren.
e) Bij de selectie van de vervoerder en gedurende de contractperiode oog te hebben voor duurzaamheid en goed werkgeverschap (inclusief SROI).
f) Bij de selectie van de vervoerder en gedurende de contractperiode oog te hebben voor de kwetsbaarheid van de inwoners die op het vervoer zijn aangewezen en hun behoeften.
g) Een efficiënte bekostigingssystematiek te hanteren die goed controleerbaar is zonder teveel administratiedruk.
h) Voor Regiotaxi Utrecht de ritaanname en -uitvoering bij de vervoerder te beleggen.
i) Het OV-Vangnet biedt vervoer van deur tot deur, van en naar een opstapplaats en een halte/knooppunt.
j) De Best Value Procurement als inkoopmethode te hanteren.
k) Het contractmanagement met deze Europese aanbesteding in te kopen bij een externe partij.
l) De Gedeputeerde mobiliteit plaats te laten nemen in de Bestuurlijke Stuurgroep en in het Breed Bestuurlijk Overleg van de samenwerking Regiotaxi Utrecht.
m) Het gevraagde budget van jaarlijks 1.000.000 euro voor de nieuwe contractperiode in de jaren 2024 tot en met 2032 toe te kennen en te dekken uit het structurele budget Regiotaxi U-taxi Exploitatie voor de exploitatie OV-vangnet Regiotaxi. -
09
Essentie/ samenvatting:
Het bestemmingsplan Rondom de Vecht – reparatie 2021 is op 1 november 2022 door de gemeenteraad van Stichtse Vecht gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen die bij de vaststelling zijn aangebracht houden onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Besloten is om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om het provinciaal belang bij het beschermen van landschappelijke waarden, zoals verwoord in artikel 2.20 van de Interim Omgevingsverordening, te borgen. Het beroep heeft betrekking op de in het bestemmingsplan Rondom de Vecht – reparatie 2021 opgenomen vrijstelling en afwijkingsbevoegdheid voor het buiten stedelijk gebied afmeren van vaartuigen met ruimere afmetingen dan voorgeschreven vanuit de provincie.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. Beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen de beslissing van de gemeenteraad van Stichtse Vecht tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Rondom de Vecht – reparatie 2021 met betrekking tot de daarin gewijzigde vrijstelling en opgenomen afwijkingsbevoegdheid voor het buiten stedelijk gebied afmeren van vaartuigen. -
10
Essentie / samenvatting:
Het IPO- bestuur heeft het bureau Andersson Elffers Felix (AEF) gevraagd om onafhankelijk onderzoek te doen naar hoe de samenwerking binnen en organisatie van het IPO kan worden verstevigd, om zo de slagkracht van de organisatie te vergroten. AEF heeft op basis van diverse onderzoeksactiviteiten (documentstudie, gesprekrondes en benchmark onderzoek) een advies opgesteld. Dit advies is onderdeel van het traject om de samenwerking te verbeteren. Dit traject is gestart in juni 2022. Het doel is om voor het begin van de nieuwe bestuursperiode een aantal veranderingen in gang te zetten. Tijdens de bestuursvergadering en AV-vergadering van 4 oktober 2022 heeft AEF de eerste beelden teruggegeven over de resultaten van hun onderzoek. Ook heeft AEF mogelijke ontwikkelrichtingen geschetst voor de vereniging. Op basis hiervan heeft het IPO-bestuur, als opdrachtgever, richting gegeven voor het verder uitwerken van deze ontwikkelrichtingen. Deze uitwerking staat aan het begin van het AEF rapport ‘Naar meer slagvaardigheid’ rapport (hoofdstuk 2). De uitwerking bestaat uit een algemene omschrijving van een viertal scenario’s en een reeks adviesmaatregelen (31) die onderdeel uitmaken van scenario 0 en 1. De rest van het rapport is de achtergrond en onderbouwing voor deze aanbevelingen. Het IPO-bestuur heeft meermaals benadrukt groot belang te hechten aan de betrokkenheid van Provinciale Staten bij dit traject en er wordt derhalve een extra Algemene Vergadering (AV) over dit rapport ingelast. Middels de bespreking van het Statenvoorstel in commissie BEM kunnen de Staten input geven aan de twee AV-leden die de provincie Utrecht vertegenwoordigen in de AV (Statenleden Marianne de Widt en Odile de Man). Zij brengen dit in tijdens de AV en daarmee onder de aandacht van het IPO-bestuur. Daarnaast biedt de bespreking van het Statenvoorstel ook de gelegenheid om vanuit de commissie BEM direct input mee te geven aan gedeputeerde Huib van Essen, die afgevaardigde is namens het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht in het IPO bestuur. De focus in het Statenvoorstel ligt niet op het benoemen van alle 31 adviesmaatregelen uit het rapport, maar op die maatregelen waar de Utrechtse AV-leden en het college van Gedeputeerde Staten bedenkingen bij hebben. Het Statenvoorstel is tot stand gekomen na consultatie van de Utrechtse AV-leden.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. kennis te nemen van het conceptrapport ‘Naar meer slagvaardigheid’ en ‘Laaghangend fruit’-maatregelen AEF-rapport;
2. het Statenvoorstel ‘AEF rapport (herinrichting IPO) vast te stellen en ter bespreking naar Provinciale Staten te verzenden. -
11
Essentie / samenvatting:
De Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (NV OMU) is in 2011 opgericht door de provincie met als doel de herontwikkeling van private kavels op bedrijventerreinen te stimuleren. In 2016 heeft NV OMU ook een rol gekregen bij de transformatie van leegstaande kantoren. In 2020 kwam daar ook detailhandel bij. De provincie is 100% eigenaar van de OMU via aandeelhouderschap. In september 2021 hebben Provinciale Staten ingestemd met een kapitaalstorting van € 30 miljoen voor versterking van de slagkracht van NV OMU voor de periode 2022- 2025.PS is in juni 2022 geïnformeerd over de noodzakelijke aanpassingen in de structuur en governance van NV OMU om deze doelen te kunnen bereiken. Met dit Statenvoorstel worden Provinciale Staten gevraagd om wensen en bedenkingen te uiten bij de vernieuwde statuten en akten van oprichting van de drie dochtermaatschappijen van NV OMU. In deze statuten en oprichtingsakten zijn een aantal omissies verholpen ten opzichte van de versies uit de statenbrief van juni 2022. Daarnaast worden Provinciale Staten gevraagd te besluiten dat de verstrekking van kapitaal aan N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht plaatsvindt in het algemeen belang.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. in te stemmen met de gewijzigde oprichtingsakten van NV OMU en de drie dochterondernemingen ten opzichte van besluitvorming in juni 2022;
2. de gewijzigde statuten van NV OMU en de oprichtingsakten van de drie dochterondernemingen onder NV OMU voor te leggen aan Provinciale Staten met het verzoek daarbij wensen en bedenkingen te formuleren;
3. Provinciale Staten te verzoeken om te besluiten dat de verstrekking van kapitaal aan NV OMU plaatsvindt in het algemeen belang in de zin van artikel 25h lid 5 Mededingingswet, voor zover die verstrekking niet wordt aangemerkt als een steunmaatregel in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU. -
12
Essentie / samenvatting:
In de commissie Bestuur, Economie en Middelen (BEM) van 15 september 2021 zijn vragen gesteld over de lage prijzen die de provincie hanteert in maatschappelijke kosten- en batenanalyses (MKBA’s) voor het berekenen van de (verwachte) CO2-uitstoot en de welvaartseffecten ervan. Deze prijsbandbreedte loopt momenteel uiteen van € 20,- voor gevoeligheidsanalyses tot € 80,- per ton koolstofdioxide als referentieprijs. Deze prijzen zijn niet langer actueel en doen geen recht aan de sociaaleconomische, ecologische en milieueffecten van de uitstoot van CO2. Met een nieuwe minimumreferentie- en -verrekenprijs van circa € 875,- per ton CO2, die tweejaarlijks wordt herzien, krijgen deze effecten een veel prominenter aandeel bij beleidsafwegingen en -keuzes in MKBA’s.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. in MKBA’s een referentieprijs van € 875,- per ton CO2 te gaan hanteren en deze prijs tweejaarlijks te herijken en actualiseren;
2. verder te onderzoeken op welke wijze CO2-beprijzing als instrument kan worden ingezet bij het op gecertificeerde wijze meten, rapporteren, monitoren en kwantificeren van de uitstoot van de eigen organisatie;
3. de Statenbrief vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten. -
15
Essentie / samenvatting:
Het IPO-bestuur vergadert op12 januari 2023 en vanuit de provincie Utrecht is er een annotatie voor deze bestuursvergadering opgesteld.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de annotatie over het volgende punt vast te stellen:
1. ‘BIJ12: penvoerder Europese aanbestedingen’, met inachtneming van de opmerking in het advies.