- Locatie
Teams vergadering
- Voorzitter
- J.H. Oosters
Agendapunten
-
0.12.H
Essentie / samenvatting:
Met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming (Wnb) per 1 januari 2017 is de provincie verantwoordelijk geworden voor behoud en herstel van de biodiversiteit. In de programmabegroting zijn hiervoor middelen opgenomen. De uitvoering van de biodiversiteitsimpuls loopt voor een groot deel via subsidies. Om de uitvoering van projecten ter versterking van de natuurkwaliteit mogelijk te maken is de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit (USB) opgesteld. De USB vormt het toetsingskader van de
projecten die gaan bijdragen aan de beoogde natuurkwaliteitsimpuls. In de verordening zijn 3 regelingen opgenomen. Het gaat om: 1) Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten (actieve soortenbescherming), 2) Soortenmanagementplan binnen de Utrechtse Aanpak (passieve soortenbescherming), 3) Bestrijding en beheersing invasieve exoten (invasieve exotenbestrijding). In 2021 is de USB aangepast op basis van ervaringen uit 2019 en 2020.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Uitvoeringsverordening Subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht 2020 (GS 23 juni, nr. 81FF23B1) in te trekken;
2. de Uitvoeringsverordening Subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht 2021 (GS 11 mei, nr. 8223686B) vast te stellen;
3. het besluit te publiceren in het provinciaal blad. -
0.13.H
Essentie / samenvatting:
De Partij voor de Vrijheid Utrecht heeft schriftelijke vragen gesteld over de voortdurende klachten over de trams. Om de geluidsoverlast door trams te beperken treft de provincie diverse maatregelen. Het probleem van vierkante wielen is daarmee voor dit moment onder controle. Helaas is er nog wel sprake van booggeluid. Hierop worden stapsgewijs maatregelen ingezet om te beoordelen hoe de overlast teruggebracht kan worden. De provincie overweegt daarvoor extra maatregelen aan de infrastructuur en/of de trams. Uit het onafhankelijke onderzoek naar de ontsprong van een tram op de Laan van Maarschalkerweerd blijkt dat dit kwam door een samenloop van omstandigheden en dat de Utrechtse trams geen hoger risico kennen op ontsporingen.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid
Dercksen,betreffende de voortdurende klachten over de trams, vast te stellen en te verzenden. -
0.14.H
Essentie / samenvatting:
Mevrouw van Ulzen heeft namens de statenfractie van de VVD schriftelijke vragen gesteld n.a.v. de informatiesessie over participatie in de RES.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van Ulzen van de VVD over informatiesessie participatie in de RES, vast te stellen en te verzenden.
-
01ABesluitenlijst GS-vergadering d.d. 11 mei 2021
-
04
Essentie / samenvatting:
Op het moment van invoering van de Omgevingswet moet de provincie Utrecht beschikken over een Omgevingsverordening met werking onder deze wet. Volgens planning wordt de Omgevingswet op 1 januari 2022 ingevoerd. In het proces van voorbereiding hiervan is een Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022 opgesteld, die van 1 juni tot en met 12 juli ter inzage wordt gelegd. In die periode kan iedereen een zienswijze indienen. De ingediende zienswijzen worden door Provinciale Staten bij de besluitvorming in het najaar van 2021 betrokken.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022 vast te stellen;
2. de Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022 ter inzage te leggen van 1 juni 2021 tot en met 12 juli 2021, tenzij vóór 1 juni wordt besloten dat de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet meer dan 6 maanden wordt doorgeschoven;
3. de Statenbrief vast te stellen en met de Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022 ter kennisname toe te zenden aan Provinciale Staten. -
06
Essentie / samenvatting:
Het IPO bestuur vergadert op 20 mei 2021 en vanuit de provincie Utrecht is er een annotatie voor deze bestuursvergadering opgesteld.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de annotatie over de volgende punten vast te stellen:
1. 2a. ‘Voordracht nieuwe IPO-voorzitter’;
2. 2b. ‘Kaderbrief 2022’, met inachtneming van de opmerking in het advies;
3. 2c. ‘Jaarstukken 2020’;
4. 2d. ‘Voorjaarsnota 2021’;
5. 3a. ‘Huisvesting BIJ12’;
6. 3b. ‘IPO Jaarcongres 2021’;
7. 3c. ‘Actualiteiten werkgeverszaken’;
8. 3d. ‘Consultaties mobiliteit: Clean Vehicles Directive en nieuwe spoorwegwet, met inachtneming van de opmerking in het advies’. -
07
Essentie / samenvatting:
Behandeling van de ontwerp-programmabegroting 2022 van de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUDUtrecht) en de ondersteuning van de overdracht bodemtaken van de provincie naar de Utrechtse gemeenten.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. kennis te nemen van de goedgekeurde programmabegroting 2022 van de RUD-Utrecht.
2. aanvullend op de begroting een bedrag van ca €300.000 beschikbaar te houden voor een aanvullende opdracht aan de RUD om de bodemtaken voor RUD en Odru gemeenten te kunnen blijven uitvoeren in 2022 voor zover daar geen Rijksfinanciering voor beschikbaar komt. Deze middelen zijn reeds opgenomen in de provinciale meerjarenbegroting in programma 3 Bodem, water en milieu.
3. de bijgevoegde Statenbrief vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten..
-
08
Essentie / samenvatting:
Gedeputeerde Staten stellen het Ontwerp Bodem- en waterprogramma 2022-2027 vast en geven het vrij voor inspraak. Het Ontwerp ligt vanaf 1 juni 2021 tot en met 12 juli 2021 ter inzage voor eenieder. In het Bodem- en waterprogramma provincie Utrecht 2022-2027 (BWP) zijn de ambities voor bodem en water uit de Omgevingsvisie provincie Utrecht uitgewerkt. Onderdeel van het programma is het wettelijk verplichte Regionaal Waterplan onder de Waterwet en het voldoet aan de eisen van een Regionaal Waterprogramma volgens de Omgevingswet. Het programma is een vervolg op het Bodem-, Water- en Milieuplan 2016-2021.
Eerder is een concept-Ontwerp van het Bodem- en waterprogramma voor consultatie aangeboden aan medeoverheden en samenwerkingspartners, en de commissie Ruimte Groen en Water van Provinciale Staten. De reacties zijn betrokken bij het Ontwerp, dat Gedeputeerde Staten nu vaststellen voor de inspraak. Het BWP wordt begin 2022 door Provinciale Staten vastgesteld.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het Ontwerp Bodem- en waterprogramma provincie Utrecht 2022-2027 vast te stellen en vrij te geven voor de inspraak;
2. de statenbrief vast te stellen en ter kennisname toe te zenden aan Provinciale Staten..
-
09
Essentie / samenvatting:
De provincie Utrecht wil met het programma Verduurzaming provinciaal vastgoed op een ambitieuze en inspirerende manier bijdragen aan de energietransitie. Dit moet leiden tot energieneutraal vastgoed in 2035 en een energieneutrale organisatie in 2040. De eerste stap daarnaartoe is inmiddels gezet met een aantal “no-regret” investeringen in zonnepanelen en ledverlichting, zoals aangegeven in het B-stuk Voorstel eerste maatregelen verduurzaming provinciaal vastgoed (8220F27B). De Staten zijn hierover in april geïnformeerd (82239E99)
Met deze eerste stap is nog géén volledige energieneutraliteit bereikt! Daarvoor zijn verdere investeringen noodzakelijk. Voor de langere termijn heeft een expertteam onderzocht hoe energieneutraliteit kan worden bereikt in de zes belangrijkste gebouwen van de provincie. De uitkomsten zijn vastgelegd in het advies van dit expertteam: Van Utrecht naar Parijs (bijlage 1). Dit document geeft een globale schets van de mogelijkheden, met bijbehorende grofmazige inschatting van de kosten. In Van Utrecht naar Parijs wordt uitgegaan van energieneutraliteit op het niveau van de totale vastgoedportefeuille. De verduurzamingsmaatregelen op de verschillende locaties zijn hiermee direct aan elkaar gekoppeld en van invloed op elkaar. In het programma wordt hiermee rekening gehouden.
Om deze volgende, tweede stap naar volledige energieneutraliteit van een aantal gebouwen te bereiken is een nieuw investeringskrediet van € 1,14 miljoen nodig. Dit bedrag is dus aanvullend op de eerdere investering voor de hiervoor genoemde eerste stap met “no-regret” maatregelen.
Het bedrag van € 1,14 miljoen bestaat uit twee delen:- € 805.000 voor het energieneutraal maken van de Botenloods en de wegensteunpunten De Meern en Huis ter Heide,
- € 335.000 voor programmakosten, concretisering van de plannen per pand (met uitzondering van het Huis voor de provincie) en uitvoeringskosten die zijn gekoppeld aan de eerder vastgestelde maatregelen voor verduurzaming .
Hiervoor is in de voorjaarsrapportage 2021 een voorstel opgenomen om een krediet ter beschikking te stellen van € 1,14 miljoen. De terugverdientijd voor alle maatregelen voor deze gebouwen heeft het expertteam gesteld op 20 jaar. In de benodigde investering is rekening gehouden met een risicomarge van 15% extra en 20% voorbereidingskosten.
Daarmee zijn we er nog niet! Voor de locaties Paushuize, Tramremise en Huis voor de provincie is er nog een derde stap nodig. Daarvoor volgt later een investeringsvoorstel.
De eerste twee locaties zijn namelijk reeds verregaand verduurzaamd en vragen om meer gedetailleerde analyse naar mogelijkheden. De verduurzaming van het Huis voor de provincie is gekoppeld aan de huisvestingsstrategie die later dit jaar in het kader van het hybride werken zal worden opgesteld.
Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. kennis te nemen van het rapport Van Utrecht naar Parijs;
2. op basis van de adviezen in dit rapport een programmaplan Verduurzaming provinciaal vastgoed en vervolgens een uitvoeringsplan voor de botenloods en de wegensteunpunten Huis ter Heide en De Meern op te laten opstellen voor de verduurzaming van het provinciaal vastgoed;
3. via de Voorjaarsrapportage 2021 een investeringskrediet van € 1,14 miljoen aan te vragen voor de periode 2021-2023 om volledige energieneutraliteit te bereiken voor de Botenloods en de wegensteunpunten De Meern en Huis ter Heide. De uit dit krediet voortvloeiende kapitaallasten à € 57.000 worden gedekt vanuit de verwachte energiebesparingen, en zullen via de Begroting 2022 meerjarig structureel worden verwerkt. -
10
Essentie / samenvatting:
De Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp richt zich op het behouden, uitbreiden en versterken van biodiversiteit in de gebouwde omgeving. Hiermee wordt verder invulling gegeven aan de wettelijke taken voor soortenbescherming en de zorgplicht voor flora en fauna op basis van de Wet natuurbescherming. Daarnaast voorziet het ook in een aanpak voor thema’s die het draagvlak voor en beleving van biodiversiteit en natuur in steden en dorpen vergroten. Dit voornemen is opgenomen in het Coalitieakkoord Nieuwe Energie voor Utrecht 2019-2023.
De aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp zet in op het verder stimuleren van SoortenManagementPlannen, om zo de wettelijke eisen die voortvloeien uit de Wnb werkbaar te maken en de regeldruk voor inwoners en organisaties te verlagen. Hier zal bijvoorbeeld de verduurzamingsopgave bij de uitvoering van profiteren omdat losse ontheffingsaanvragen doorgaans niet meer nodig zijn. Aanvullend hierop wordt natuurinclusief bouwen bij nieuwe ontwikkelingen gestimuleerd en worden laagdrempelige initiatieven voor natuurbeleving in de directe woonomgeving ondersteund.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. de Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp vast te stellen onder voorbehoud van goedkeuring van de benodigde middelen, zijnde € 750.000 structureel per jaar, in de Kadernota 2022;
2. de voor het jaar 2021 benodigde middelen te onttrekken uit de Reserve Realisatiestrategie Natuurvisie en deze beschikbaar te stellen in het programma Landelijk gebied (meerjarendoel 2.2.2 "De biodiversiteit in stad en platteland is verbeterd") en de daaruit voortvloeiende begrotingswijziging te verwerken via de Zomernota.
3. de statenbrief Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten. -
15
Essentie / samenvatting:
De aanbesteding van de Westelijke ontsluiting Amersfoort is ‘on hold’ gezet, omdat het beschikbare budget te laag is voor de realisatie. De gemeente onderzoekt verschillende scenario’s en de mogelijkheid van extra financiering of garantstelling door de provincie.
De VVD-fractie heeft schriftelijke vragen gesteld over de resultaten van een bestuurlijk overleg tussen wethouders van Amersfoort en gedeputeerde Schaddelee over dit onderwerp.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid de Jager van VVD betreffende Westelijke ontsluiting Amersfoort vast te stellen en te verzenden.
-
16
Essentie / samenvatting:
De landelijk opererende milieubelangenorganisatie Coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB) heeft Gedeputeerde Staten eind februari 2020 gevraagd handhavend op te treden tegen een agrarisch bedrijf in Driebergen-Rijsenburg omdat het bedrijf zonder vergunning mest uit zou rijden. De Awb-adviescommissie meent onder meer dat Gedeputeerde Staten niet hebben onderzocht of het uitrijden van mest op basis van de Wet natuurbescherming alsnog kan worden vergund. Gedeputeerde Staten gaan niet mee in het advies van de Awb-adviescommissie. Gedeputeerde Staten wijzen op de per saldo afgenomen stalemissie en een recente uitspraak van de Raad van State d.d. 20-1-2021 en houden zich, net als alle andere provincies in Nederland, aan de redeneerlijn uit het onafhankelijke advies van de Commissie Remkes zoals die door de bevoegde gezagen wordt gehanteerd. Omdat Gedeputeerde Staten hun besluit niet herroepen, worden er geen proceskosten vergoed.Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten:
1. het bezwaarschrift van Coöperatie Mobilisation for the Environment tegen het op 13-11-2020 afgewezen verzoek tot handhaving bij een agrarisch bedrijf in Driebergen-Rijsenburg als ongegrond aan te merken en niet mee te gaan in het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS d.d. 25 maart 2021;
2. het bestreden besluit van 13-11-2020 in stand te laten en geen proceskosten te vergoeden;
3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering niet integraal te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie, maar beargumenteerd vast te houden aan de redeneerlijn uit het onafhankelijke advies van de Commissie Remkes zoals die door de bevoegde gezagen wordt gehanteerd.